65km Door de Biesbosch en Brabant
Een contrastrijke dag
Op blote voeten loop ik als een halfkreupele van de auto naar de voordeur, waar ik algauw rillend en klappertandend onder de douche sta. Compleet versleten en uitgeput na die 65km. Ik slaap die avond vroeger dan mijn dochter van 7 en moet vechten tegen de slaap als de wekker de volgende ochtend weer afgaat. Waar doe ik dit voor? Schiet er weer eens door mijn hoofd. Ik weet het antwoord eerlijk gezegd ook niet altijd meer. Ik weet wél dat dit eens en nooit meer is. Na de Kennedymars loop ik alleen nog afstanden die comfortabel voelen.
Van Dordrecht, via Werkendam richting Breda
Mijn dag begint als de wekker om 3.30 afgaat. Om 4.15 stap ik naar buiten, dit keer begin ik weer vanuit huis. Mijn doel is om de eerste pont van Dordrecht naar Werkendam de pakken, en via de Biesbos via Hank naar Breda station te lopen en met de trein naar huis te gaan.
Het is droog, fris en pikkedonker als ik start, de straten verlaten. Deze uren staan bekend als ‘de hondenwacht’ binnen defensie, en ik herinner me maar al te goed hoe doods en eenzaam deze uren voelen als je nachtdiensten draait. De wereld slaapt als ik door het centrum loop, langs parken die nog gesloten zijn, en uiteindelijk door de polder onder de heldere sterrenhemel loop. Daar kom ik de eerste vroege vogels tegen. De onzekere zaklampjes van hondenbezitters die zo vlug mogelijk huiswaarts keren naar het comfort en warmte van binnen. Een wielrenner, en vroege forenzen op de fiets. Ik word aan de kant gesnauwd door een vrouw die duidelijk schrikt van mijn onverwachte aanwezigheid, waar ik op mijn beurt weer van schrik. Ook goedemorgen.
Sluimerwereld
In deze onbestemde uren, waarin ik normaal nog slaap, verkeer ik in een sluimertoestand tussen waken en dromen. Ik luister dan graag naar ‘een cursus in wonderen’, die in al zijn abstractie toch altijd raak weet te zijn op die momenten. Zo luister ik naar conflict tussen willen en doen, word ik er nog maar eens aan herinnerd dat angst de vreemdeling is en daarmee onwerkelijk, en dat iedereen elkaar beoordeeld, dus dat het gemakkelijker is dit als een feit aan te nemen dan ons er druk over te maken. Weer een zorg minder.
Zonsopkomst in de Biesbosch
Intussen vaart de eerste pont net voor mijn neus weg, en drink ik in de verplichte pauze mijn eerste bakkie koffie. Om 6.15u stap ik uit in Brabant, waar de zon net zijn best doet zich door de laatste wolken te wurmen. De klok is dit weekend vooruitgegaan, wat de mazzel geeft dat ik al eerder getrakteerd wordt op het zonnegloren. Strepen blauw en geel kleuren de lucht en weerkaatsen in de rivieren eronder. Dit deel van de Biesbosch is misschien wel mijn favoriete stuk. Er is in de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de aanleg van wandel- en fietspaden, wat de mogelijkheid geeft dwars door het gebied te lopen. Veel van die paden zijn daarbij autovrij, wat als een luxe voelt. Ik geniet van de uitgestrekte velden, sloten, moerassen en bomen die als skeletten uit het water steken.
Zijn is genoeg
Vlak voor mijn voeten steken twee grote hazen over, en als ik ze met mijn blik volg, zie ik vervolgens een groep herten nieuwsgierig mijn kant op kijken. Terwijl ik naderbij kom, blijf de dapperste van het stel staan, tot ook hij het hazenpad kiest en bijna lijkt te vliegen over het hoge gras, als een bruin witte streep door de nog donkere hemel. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik zoveel moois zie, en geniet volop. De oordopjes berg ik op, want de vogels zingen zich schor bij het opkomen van de zon. Toch prachtig dat vogels zich niet druk maken over hun prestaties. Geen twijfels of ze wel goed genoeg zingen, hoe ze overkomen, wat anderen van ze zullen denken. Ze zingen gewoon en zijn daarmee genoeg. Natuur in zijn perfectie. Wat zou het heerlijk zijn als wij mensen dat vertrouwen ook hadden, en gewoon onszelf konden zijn, zonder iets te hoeven bereiken of bewijzen.
Valken en buizerds schreeuwen boven mijn hoofd, en cirkelen boven velden en bomen. Ik loop over eenzame paden, passeer opnieuw een groep herten, en niet veel later nóg een groep! Het lukt zelfs deze laatste groep te filmen, nieuwsgierig als ze zijn blijven ze toch even staan om te kijken wie hen zo vroeg passeert. Ze rennen zigzaggend over de velden, alsof ze niet goed kunnen kiezen waar ze heen willen gaan. Of misschien spelen ze tikkertje. Ik voel me compleet. De zon komt door, het is droog, ik ben compleet alleen in de natuur met deze dieren. Ik zucht en voel me intens tevreden. Volgens mij is het zo bedoeld. Iedere keer dat ik wandel en op dit soort plekken kom, voel ik het weer.
De boot gemist
Gisteren checkte ik nog even mijn geplande route (via RouteYou), en kwam er achter dat er een pontverbinding over het Steurgat ingepland stond, die echter nog niet open is op dit moment. Dat betekent dat ik om moet lopen via Werkendam. Wijt het aan de vroege ochtend, of mijn slechte navigatieskills, ik was me hier volledig bewust van en tóch loop ik verkeerd. Alsof ik naar het pontje toe word getrokken. Dit is een terugkerend ding, want ik ben hier al zeker 5x eerder tegenaan gelopen. Ik en pontjes, blijkbaar geen goede combinatie. Mopperend keer ik dus weer om en maak ik onbedoeld in totaal 5 kilometers extra op mijn route. Vervelend, want dat betekende automatisch dat ik niet uit kom bij het station van Breda. Ik loop een heel stuk langs de linkerflank van de Steur, en vervolgens langs de rechterflank van de Steur.
Wisselende weerbeelden
Intussen is het weerbeeld behoorlijk veranderlijk. Als ik net besluit te ontbijten, begint het uit het niks hard te regenen, dus stel ik mijn maaltje nog even uit. Daarna word ik meermaals overvallen door hevige buien, maar ook door sneeuw en hagel. In een kwestie van minuten schijnt de zon vervolgens weer. Het levert mooie, dramatische luchten op, waar het lijkt of de grijze verf van de regenwolken is uitgelopen in vegen naar beneden. Ook tonen de luchten harde contrasten tussen het loodgrijs van de regenwolk, en de bleekgele zonverlichte lucht ernaast. Soms kleuren de wolken rozepaars, terwijl even verderop het blauw van de hemel te zien is. Ik loop over betonnen vlonderpaden over vijvers, waar het me opvalt dat er de afgelopen jaren overal kleine metalen windmolentjes zijn geplaatst in het water.
Meditatie voor mannen
Tussen de buien door vind ik een plekje om mijn havermout te eten, die ik aanmaak met heet water uit mijn thermosfles. Een warm ontbijt voelt troostrijk op zo’n koude dag. Ik eet nog wat appel en noten, en vervolg dan mijn weg. Inmiddels is de wereld wakker, en passeer ik oude van dagen op hun ochtend wandeling, vaklui op hun werkplaatsen en gehaaste forenzen. Lopend langs de Steur zie ik drijvende donuts, die elk net groot genoeg zijn om een visser te dragen. De ronde bootjes dobberen in stilte over het water. Meditatie voor mannen, denk ik. In stilte in de natuur. Wel samen, maar toch ieder voor zich. Er wordt geen woord gewisseld. Ik sla af, weg van de Steur, op weg naar Hank. Hier word ik nogmaals overvallen door een gure bui terwijl ik langs boerderijen in de polder loop. Als de regen weer plaatsmaakt voor de zon, loop ik de Oostwaard binnen, een mooi gebied met knotwilgen en moerasgrond. Hier kom ik bij een Griendwerkershuisje waar je vrij mag kamperen, compleet met vuurplaats en picknicktafel. Wat tof! Ik wist niet dat we dit soort plekken nog hadden, en ga deze zeker onthouden voor eventuele micro avonturen.
Afscheid van de natuur
Ik loop onverhard over modderige grasbulten, wat de snelheid uit mijn wandeling haalt. Niet erg, want links van mij is een open veld, waar opnieuw een groep herten over rent. Wauw, ik heb nog nooit zoveel herten op één dag gezien! Ze laten me lang genieten van hun wilde schoonheid, tot ze aan de horizon achter de bomen verdwijnen. Hierna loop ik uit het natuurgebied en de bewoonde wereld van Hank in, waarna het voorlopig over is met de natuurpret. Noodgedwongen moet ik de snelweg volgen over de rivier heen om in Raamsdonksveer te komen. Hier staat de bekende kolencentrale die het natuurbeeld verstoort vanuit de Biesbos. Als ik langs het stadje loop, klinkt er ineens een enorme knal, alsof er een gigantische explosie plaatsvindt. Ik schrik me kapot en kijkt om me heen of andere mensen ook schrikken, en in de veronderstelling dat ik nu vast ergens grote rookwolken zal zien van een explosie. Er gebeurt echter niets. Mensen lopen onverstoorbaar verder en lijken niks gehoord te hebben. Blijkbaar zit er in deze buurt iets van een fabriek of plek waarin zulke knallen vaker geproduceerd worden?
Niets is blijvend
Mijn route vanaf Hank gaat spreekwoordelijk bergafwaarts, net als mijn moraal. Ik loop saaie stukken, langs N-wegen en alsmaar rechtdoor. Over asfalt, waardoor ik mijn zolen voel branden en de eentonigheid van de ondergrond en beweging een belasting vormt voor mijn lichaam. Mijn lijf houdt zich overigens verder goed, ik heb geen noemenswaardige pijntjes, maar voel met elke kilometer wel meer kleine protestsignaaltjes hier en daar. Een steek in mijn teen, een krampend gevoel links, een gespannen kuit, een gevoelige lies. Het golft, ontstaat en vergaat. Komt en ebt weer weg. Ik merk het op in de wetenschap en met het vertrouwen dat alles tijdelijk is, niets is blijvend. Het is een les die ik in vipassana aan den lijven heb ondervonden, en in zen meditatie verder beoefen. Het is een geruststelling en oefening tegelijkertijd.
Turborotonde
Ik heb honger. Voor Hank heb ik mijn boterhammen al gulzig naar binnen geschrokt. Ik ben zelfs een stuk teruggelopen toen ik erachter kwam dat ik een boterham (in het zakje nog) had laten vallen. Hongerig als ik was, wilde ik die niet missen. Ik had de stille hoop dat ik misschien langs een supermarkt zou lopen en fantaseerde wat ik daar zou kopen. Een pizzabroodje misschien, of een zoete koek? Ik leidde mijn saaie weg over een fietspad af met gedachtes aan iets lekkers straks. Het is maar goed dat ik toen nog niet wist dat dat moment er nooit zou komen. In mijn tas zit het laatste restant van mijn appel en wat noten, die ik bewaar voor een goede pauzeplek.
Maar lopend langs voorbijrazend verkeer vind ik geen plek waar ik wil blijven, dus loop ik verder en verder en verder. Ik beland op een turborotonde, vlak langs de snelweg, het meest troosteloze plekje met windkracht 10, maar waar ik eindelijk een bankje vind om fatsoenlijk te zitten. Zuchtend trek ik mijn schoenen uit en geniet van mijn laatste appelpartjes, terwijl ik het geloei van de A59 en de uitlaatgassen probeer te ontkennen. Naast me staat een informatiebord over de turborotonde, alsof er een doelgroep bestaat die zich hiervoor interesseert. Het houdt in ieder geval iets van de wind tegen.
Pijntjes en mentale uitdaging
Mijn voeten doen pijn. Tijdens het buitenfestijn, dat toch al 2 weken terug was, ben ik op mijn enkel getrapt, waar nog een lelijke schaafplek zit die niet goed heelt. Misschien omdat er aarde in is gekomen, of doordat het telkens schuurt met mijn sokken en schoenen. De plek voelt alsof het weer open is en vormt een irritante pijn tijdens het lopen die stiekem steeds meer toeneemt. Op mijn kleine tenen vormen zich intussen ook blaren, dat ben ik gewend en deze zijn verder niet erg pijnlijk tijdens het lopen.
Met tegenzin trek ik mijn schoenen weer aan en vervolg mijn weg. Ik kom stroef en stram overeind en voel me een bejaarde als ik weer begin te stappen. Na het zitten voelt alles stijf, en lijkt mijn lijf me te waarschuwen: ga nou niet verder! Dit is ver genoeg, nu moet je rusten. Het mentale spel begint nu, weet ik. Boven de 40km is het fysiek uitdagend voor me. Tot die tijd lukt het eigenlijk allemaal wel prima. Boven de 50km vind ik het gewoon niet leuk meer, omdat mijn lichaam er dan genoeg van heeft. Dan begint het mentale spel. Mind over matter. Ik spreek mezelf moed in. Het wordt vanzelf beter als ik begin te wandelen. Ik kan dit.
Vrachelse Heide, Oosterhout, Dorst
Na de turborotonde loop ik Den Hout in, waar ik inmiddels traditiegetrouw een lama op de foto zet voor mijn oudste dochter, die gek is op die beesten. Vervolgens loop ik weer een saai stuk dat ik herken van mijn micro avontuur met mijn dochter in februari. Ik steek weer de snelweg over en pep mezelf op door naar podcasts te luisteren. Ze leiden me in ieder geval een beetje af van de eentonigheid en saaiheid van de plekken waar ik op dat moment loop. Eindelijk loop ik dan de bossen bij Oosterhout en Dorst weer in, over de Vrachelse Heide. Mijn plek op mijn voet brandt en zeurt, ik sleep inmiddels mijn ene voet voor de andere en heb het gevoel dat ik slaapwandel. Ik ben er klaar mee. Al die tijd heb ik geen supermarkt gezien, en ik heb honger! Als ik later zie dat ik 4000kcal heb verbrand die dag, snap ik dat ineens ook beter. Ik voel me zielig en wil naar huis. Het lukt me niet meer goed te genieten van de omgeving, hoewel ik wel dankbaar ben als ik onverhard kan lopen door de bossen, wat een verademing is voor mijn voeten.
Verlossing op 4 wielen
Steef is er al voordat ik de 65km heb aangetikt. Een laatste mentale uitdaging: ‘waarom stap je niet gewoon in, wat maakt dat laatste stukje nou uit?’ verleidt hij me. Nee, dit is de training, anders moet ik volgende keer nóg verder in één keer. Dus rijdt mijn verlossing op 4 wielen weg, uit mijn zicht, en zit er niks anders op dan door te stiefelen tot ik de auto weer tegenkom als ik 65km klok in Dorst. Als een oude oma ga ik uiteindelijk naast mijn man zitten, die ik voor zijn diensten bedank door mijn schoenen uit te trekken en hem te trakteren op een intense zweetvoetengeur. Die man moet wel heel veel van me houden, dat hij dit allemaal voor me over heeft.