Europa, Slovenië

Dag 3 op de Juliana Trail in Slovenië, Etappe 10

juliana trail slovenie etappe 10 trektocht wandelen hiken lopen gezin kinderen backpacken kamperen avontuur vakantie natuur buiten struinstories michelle houtman

Broodjes van goud

Gisteren hoorden we per toeval dat het vandaag en verderop in de week feestdagen zijn in Slovenië. Alles is dan dicht. Shit. Na de aangebrande havermout van gisteren ben ik door onze grootste voorraad heen, en we hebben geen kans om nieuwe voorraden in te slaan vandaag. Gelukkig bood de campingeigenaar gisteren aan om broodjes voor ons te bakken, voor de lunch. Hij had toch nog een berg afbakbroodjes liggen thuis. En zo brengt de campingbaas ons vanmorgen een zak vol minibroodjes, nog warm van de oven. Ik noemde hem een engel, maar krijg spontaan de neiging hierop terug te komen als hij bij het afrekenen maar liefst 20 euro voor 15 miniscule broodjes rekent! Maar we hebben geen keus, dus slik ik mijn verontwaardiging in en hijs in plaats daarvan mijn tas op de rug, pluk de kinderen van de trampoline, waarna we onze weg vervolgen.

Meedogenloos steile afdalingen

Vandaag maken we het laatste stukje van etappe 9 af en vervolgen met etappe 10. Na de twee pittigste etappes achter de rug te hebben, verwachten we vandaag dat het een stukje makkelijker zal worden. Er staan zo’n 700 hoogtemeters op de planning, en een gierend steile afdaling aan het einde van de wandeling: 600 meter dalen over 2,5 kilometer. Dat hebben we geweten. Het normale gekibbel en geklets, de spelletjes en raadsels die over en weer worden uitgewisseld maakten plaats voor een geconcentreerde stilte. Iedereen focust op het rustig neerzetten van de volgende voet, voorzichtig, want het pad is smal en meedogenloos steil. Met elke stap voel ik het gewicht van de backpack in mijn knieën. Ik probeer mee te veren, mijn gewrichten zoveel mogelijk te ontzien, maar het is bijna onmogelijk. Er lijkt geen einde aan de afdaling te komen, we zien alleen maar groen, groen, groen. Een smal pad naar beneden, gevolgd door een haarspeldbocht de andere kant op.

Een mentale beproeving

Eindelijk breekt er licht en lucht door de boomtoppen, wat het einde van de afdaling verraad, en krijg ik de daken van de huizen onder ons in zicht. Een dorp! Een weg, een asfaltweg! Opgelucht komen we bezweet en lichtelijk sacherijnig uit het groen tevoorschijn. We plunderen de waterflessen en slaken kreten van opluchting dat dit stuk er eindelijk op zit. Het was een mentale beproeving, zo op het einde van onze wandeling, maar we hebben hem doorstaan. Nadat we zijn bijgekomen, vervolgen we vrolijk de rest van de vlakke route, op weg naar onze volgende overnachtingsplek. Het is nu niet ver meer. Denken we.

Buitenleven in sprookjesachtig mooi Slovenië

Maar terug naar de start van deze wandeling. Vanmorgen komt de zon al fier en warm op, en starten we onze dag in korte broek. Het is warm vandaag, en zonnig. Het lijkt wel zomer! We prijzen ons dankbaar en gelukkig met zoveel mazzel zo vroeg in het seizoen, zelfs als het zweet onze ruggen nat maakt en zelfs in straaltjes langs onze armen loopt of op onze neus staat. We genieten, we verbranden, we slurpen de vitamine D op als dieren die net uit hun winterslaap kruipen. Onze route is ook vandaag weer prachtig. We slingeren langs paadjes, en door valleien, waar we continu omringd worden door glooiende bergen, die er aaibaar zacht uitzien. We passeren schattige dorpjes die soms stil lijken te staan in de tijd en lopen een sprookjesachtig landschap in. Rondom de dorpjes werken mensen vaak rondom hun huis of op het land. Buurvrouwen slaan hun handen inéén bij het onderhouden van een openbaar pad, vader en zoon rijden op de tractor met bouwmateriaal om de stal te repareren, de oude van dagen kijken op van het werken in hun moestuin als we hen vrolijk toezwaaien.

Oorsprong van mythen en legenden

Hier in de bossen, waar bemoste rotsen en kronkelende bomen domineren, zullen verschillende mythen hun oorsprong hebben. We wandelen langs gigantische rotsblokken, alsof reuzen hier een potje hebben geknikkerd. Het pad slingert tussen de bomen, langs kreekjes waar we ons water filteren en bijvullen. Als we het bos uitlopen, zijn we zonder het te merken een stuk geklommen, en kijken we uit over de groene weiden en valleien. De sappige groene velden nodigen zó uit, dat onze kinderen besluiten zich van de heuvels af te laten rollen. Mijn jongste dochter spot de voorjaarsbloemen in allerlei tinten, en verzamelt er regelmatig een paar om haar vlechten op te sieren. Regelmatig lopen we door bossen waar het ruikt naar soep en maggi: is het de maggiplant die hier groeit? Ik zou heel graag meer leren over eetbare planten in de natuur, die staat als avontuur zeker op de bucketlist!

Een ommetje naar de Waterval Sopota

We maken een uitstapje van de route af, naar Slap Sopota. Steef had gelezen dat er vlakbij de route een mooie waterval is. nu we hier toch zijn, kunnen we die net zo goed meepakken. Het is wel een flinke klim naar boven, dus besluiten we onze backpacks een beetje te verstoppen onderaan het pad, om wat gemakkelijker naar boven te lopen. Ook dit stukje is een prachtige route. De uitlopers van de waterval stromen al om ons heen, hier en daar opgevangen in natuurkraantjes, of doorkruist door houten bruggetjes. De natuur is weelderig en barst bijna uit haar voegen door de rijkdom aan water vlakbij. Na een flinke stiefel omhoog, worden we begroet door een flink geruis van het vallende water, dat voor een koele nevel zorgt. De slanke waterval stort van 62 meter hoogte naar beneden, waar de mineralen uit het water de rotswand allerlei kleurtinten geven: van geel, tot roodbruin en zwart. Het is een prachtig gezicht. Ondanks de feestdag treffen we hier slechts één ander stel aan, dat geniet van het natuurschoon. Verschillende mossen en kimplanten, maar ook bomen begroeien de muren, en even voelt het alsof we in de jungle staan.

Crossmotoren in de bergen

De route slingert constant tussen de bergen, waardoor het uitzicht steeds verandert. Soms krijgen we de besneeuwde bergtoppen en het Triglav weer te zien, om na een tijdje weer een bocht te maken en verrast te worden door een totaal nieuw vergezicht. Als het tijd is voor de lunch, eten we zo zuinig mogelijk van onze hap-slik-weg-broodjes. Best een uitdaging met iedereen die continu trek heeft. Ik haal droge worst uit de tas om de broodjes wat op te sieren, maar als alles op is heeft eigenlijk iedereen nog trek. We wandelen verder, terwijl we op een grote grindheuvel vlakbij crossmotoren zien racen, hun bulderende motoren echoënd tegen de bergwanden, terwijl hun wielen grote stofwolken de lucht in trappen. Onze zoon kijkt zijn ogen uit.

Een unheimisch voorgevoel

Hierna volgt de laatste klim van de dag, waar we worden beloond met een prachtig uitzichtpunt over de Socavallei, waar we Tolmin zien liggen, de stad waar we morgen naartoe zouden lopen, en ook de plek waar we denken dat de camping ligt. Ik tuur naar die betreffende plek: er is niets te zien. Geen tenten, auto’s, mensen, of enig teken van leven. Een lichte spanning bekruipt me, maar ik druk het direct weg. Ik wil de rest niet onnodig ongerust maken van mijn voorgevoel. We delen de laatste snicker netjes in 5 stukjes, een muizenhapje voor elk. De voorraad eten slinkt nu hard en het is maar de vraag of we vanavond ergens kunnen eten op deze feestdag. Maar de onzekerheid en het onbekende is deel van het avontuur, juist ook iets dat we bewust opzoeken. Het leven heb je niet in de hand, soms is het goed om controle los te laten en je over te geven aan hoe het leven loopt. Leven vanuit vertrouwen.

The trail provides

Na het prachtige uitzicht volgt de genoemde steile afdaling. Hierna zit de etappe er bijna op. Het lopen op vlak terrein voelt als een weldaad, en ons tempo neemt toe, mentaal gesterkt door het vooruitzicht van het eindpunt deze dag. We lopen het stadje Most na Soci in, waar we regelrecht tegen een geopende ijssalon lopen! Eerder die middag fantaseerden we over diverse waterijsjes en hoeveel zin we daarin hadden, net als een koud biertje. We maken een vreugdedansje als we zien dat deze zaak open is, én dat er tegenover de ijssalon een geopende pizzeria zit! Ook ons avondeten is daarmee verzekerd, onze gebeden zijn verhoord. Ik voel me koning te rijk. In boeken lees ik weleens de uitspraak ‘the trail provides’. Het pad geeft wat je nodig hebt. Voor mij is dit een verbastering van het leven in vertrouwen, het leven in overgave en het loslaten van controle. Hier krijg je precies dat wat je nodig hebt.

De charmes van Most na Soci

We koesteren ons in de warme zon, terwijl we nippen van een koud biertje en genieten van de weldaad van het ijs. Het is al tegen etenstijd, en de camping is hier vlakbij. We besluiten straks de tent op te zetten en dan terug te lopen naar de pizzeria. Als we de laatste kilometers vervolgen, voel ik de alcohol in mijn benen zakken en ben ik licht in mijn hoofd. De fysieke inspanning in combinatie met weinig eten, maakt dat het biertje er goed inhakt. Het dorpje Most na Soci is een schattig dorp dat bekend staat om zijn oude brug, die over de rivier loopt waar ook onze camping aan ligt. Het meer is een kunstmatig meer, ontstaan door een stuwdam. Het is een mooie plek om een rondje rond het meer te wandelen.

Gesnapt tijdens wildplassen

Naarmate de camping steeds dichterbij komt, wordt mijn vermoeden van eerder die dag bevestigd: hij is dicht. Wat nu? Doorlopen naar Tolmin, zo’n 7 kilometer verder, of wildkamperen? Hoewel iedereen moe is, spreekt wildkamperen ons nu niet aan. Fosse en Meia moeten intussen behoorlijk nodig plassen, en zoeken een bosje in de buurt, terwijl Steef en ik afwegen wat we zullen doen. Precies op dat moment komt er een man op de fiets het terrein oprijden. Met opgetrokken wenkbrauwen kijkt hij hoe mijn dochter gehurkt in het gras zit. Is dat de campingbaas? Hij zet even verderop zijn fiets tegen een gebouwtje en verdwijnt naar binnen. Als een pijl uit een boog vliegt Steef achter hem aan, om te vragen of hij inderdaad van de camping is.

Lopen op wolkjes

Het kan vandaag niet op, want ook hier hebben we geluk! De man is inderdaad de campingeigenaar, en hoewel Camping Senca nog niet open is (hij kwam slechts wat ophalen), mogen we voor twee tientjes een plekje zoeken op zijn mooie terrein. De kinderen juichen nu echt, gooien hun tassen neer en verdwijnen in de nabijgelegen speeltuin. Het voelt of ik op wolkjes loop. Ik kijk om me heen, over het azuurblauwe water van de rivier, omzoomd door blauwgroene bergen en groene grasvelden, onze spelende kinderen die ik hoor, het vooruitzicht van een warme maaltijd straks. Wat een rijkdom. De zon zet de vallei in de schijnwerpers, met haar oranjegouden stralen, waarin we onze tentjes opzetten voor de nacht. We huppelen een uurtje later nog net niet op onze slippers naar de pizzeria. Morgen hoeven we maar 7 kilometer. We kunnen uitslapen, uitrusten, spelen, lezen. We hoeven niets en zijn vrij.