Dag 4 op de Juliana Trail in Slovenië, etappe 11
Vandaag hoeven we niet ver, zo’n 7km op etappe 11 van de Juliana Trail. Een stukje wandelen naar Tolmin, waar we direct nieuwe inkopen kunnen doen, want we zijn bijna door onze voorraden heen, en vandaag zijn de winkels gelukkig weer open. Ik ben al vroeg op, en neem een douche in de houten buitendouche, wat nog behoorlijk fris is aan het begin van de dag. De kinderen slapen nog als ik koffie zet en geniet van het eerste ochtendlicht. Ik maak van de gelegenheid gebruik om een online college terug te kijken van mijn zenopleiding.
Leven in het ritme van de natuur
Het is vandaag dag 4 van ons avontuur, en ik merk dat mijn lichaam zich aanpast aan het ritme van de natuur. Ik sta op als het licht wordt, wordt moe als de zon ondergaat. Ik leef in beweging, van de ene plek naar de andere, me steeds gewaar van mijn lichaam, de inspanning die mijn spieren leveren in het dragen van het gewicht, het opvangen van de schokken met afdalen, het inspannen bij beklimmingen. De vermoeidheid en honger die het geeft, de energie die door mijn lijf golft na het eten van een maaltijd. De warmte die zich verspreid als ik hete thee of soep drink. Het is een heerlijk puur, eenvoudig bestaan. Het voelt alsof ik de resetknop heb ingedrukt van mijn bioritme. Zelfs mijn cyclus lijkt te normaliseren, en af te stemmen met de maanstand. Intern voelt het alsof alle radartjes die op elkaar inwerken weer met elkaar in balans komen, waardoor synergie ontstaat.
Troostvoer
De dag start bewolkt, een waterig zonnetje houdt zich meestal schuil achter de wolken die zich meer op de voorgrond dringen vandaag. Af en toe valt er een drupje regen, maar het merendeel van de dag kunnen de regenjassen in de tas blijven. De kinderen spelen op het basketbalveldje en in het speelhuisje, terwijl Steef op zijn gemak ons kamp opbreekt en ik het ontbijt klaarmaak. De havermout is inmiddels verworden tot een troostrijk momentje van warmte en energie. Thuis trekt de oudste vaak lange gezichten, en ook aan het begin van deze tocht zat Meia vaak met lange tanden te eten. Maar ergens is dat veranderd. Misschien door het simpele feit dat er gewoonweg niks anders is.
Minder keuzes, meer geluk?
Heeft het wegnemen van keuzemogelijkheden misschien ook invloed op onze stemming? Ik heb weleens begrepen dat we ongelukkig worden van de veelheid aan keuzemogelijkheden in ons leven. 40 soorten thee, 30 soorten jam, 4 formaten hagelslag, nog los van de smaakvarianten. Het geeft stress, want enkele mogelijkheid extra, geeft ook een extra mogelijkheid om de verkeerde keuze te maken. Uit datzelfde onderzoek bleek dat wanneer de keuze wordt beperkt tot 3, we ons het gelukkigst voelen, omdat we dan nog wel een gevoel van autonomie en keuze hebben, maar zonder de stress van hierboven. Het samendoen van de bekende klusjes, zoals het inpakken of opnieuw indelen van de tassen, het afwassen van het weinige keukengerei, of het helpen met uittrekken van de haringen bij het opbreken van onze tenten, is inmiddels een automatisme, waar de kinderen langzaam maar zeker ook in te lijken groeien.
Ochtendgymnastiek
Direct met de start van de route, moeten we een flinke heuvel over. Hoewel de totale afstand voor vandaag niet ver is, valt deze steile berg toch even rauw op ons dak. De berg is dichtbegroeid, en omhuld ons links en rechts met duizend tinten groen. Het is soms alsof we in een jungle lopen. Soms krijgen we ineens een doorkijkje, waarin we over de vallei kunnen kijken, maar Tolmin blijft aan ons zicht onttrokken tot we er vlakbij zijn. Na de heuvel lopen we door groene velden vol lentebloemen, en gele koolzaadvelden, waar de kinderen zich tijdens de route vermaken met het plukken van zoveel mogelijk verschillende soorten bloemen. Niet lang daarna steken we de rivier de Soca over, waar vissers tot hun middel in het snelstromende en ijskoude water staan te vliegvissen. Als we vlakbij Tolmin zijn, valt er meer regen: we koersen af op de Lidl, en als we naar buiten lopen is het gelukkig alweer droog.
In polonaise door de Lidl
In de Lidl slaan we onze nieuwe voorraad in. We nemen één winkelwagen waar we onze backpacks in mikken, en één wagen voor de boodschappen. Mensen kijken ons wat bevreemd aan als we in polonaise met de karretjes door de winkelgangen rijden, maar het kan ons niet schelen. We kopen vooral veel fruit en wat groente. Zwaar om te sjouwen, maar broodnodig voor de vitaminen. Het fruit proberen we om die reden zo snel mogelijk op te eten, dat scheelt gewicht in de tassen. Voor de rest laad ik allerlei varianten van droogmaaltijden in, droge worst, snickers, vers brood met beleg voor de lunch, wraps, noten en een pak muesli. Steef waarschuwt me niet teveel mee te nemen, want morgen zijn de winkels immers ook nog open. Ik leg de extra snickers, havermout en andere producten daarom weer terug, met een niet al te gerust gevoel. Morgen is de laatste dag waarop de winkels open zijn, voordat ze voor maar liefst 3 dagen (2 feestdagen en een zondag) gesloten zullen zijn. Als we bij de parkeerplaats van de Lidl een paar dozen aardbeien en appels naar binnen werken, komt prompt de campingbaas van de camping die we vanmorgen verlieten aan wandelen. Wat een toeval! Slovenië blijkt een kleine wereld.
Aan de oevers van de Soca
Als onze buikjes rond gegeten zijn en we de hele kar proviand met moeite in alle kieren en hoekjes van onze uitpuilende tassen hebben gepropt, lopen we de laatste 40 minuten naar Camping Gabrje. Hoe bijzonder is het, om dezelfde camping nu te voet te bereiken, waar we in 2017 met ons gezin al eerder hebben gekampeerd. Zowel ik als Steef hebben hier nog levendige herinneringen aan, maar voor de kinderen is het graven in hun geheugen. Tot we het gravelpad naast de rivier oplopen, en de eerste herinneringen weer bij ze terugkomen: de paragliders, de schommels bij de bar, het vuurtje dat we toen aanlegden op de oever van de Soca waar we marshmallows roosterden. De camping ziet er nog verlaten uit, met hier en daar een camperbusje en ergens één tent. De bar is nog dicht. Ook hier blijkt de camping officieel nog gesloten te zijn, maar de eigenaars tonen zich coulant en laten ons een plekje kiezen op het tentenveldje, direct aan de Soca. Het is werkelijk adembenemend mooi, en dat we hier wederom als enigen staan voelt heel bijzonder. We hebben zelfs een picknicktafel tot onze beschikking!
Zwevend naar de Tolmin kloof
Snel mikken we de zware tassen neer, en laden de tafel vol met onze lunchwaren. Ondanks het fruitmoment, hebben we nog steeds trek. We lijken wel onverzadigbaar op de trail! Ik kook een hele doos eieren, en als hongerige wolven eten we alles in no time op. Snel zetten we de tenten op, en maken we ons klaar voor de volgende onderneming: de Tolmin kloof. We twijfelen of we hier nou zijn geweest in 2017, maar het kan ook de Vintgarkloof zijn. Het blijkt ongeveer een uur lopen te zijn, en de kloof sluit om 17u, dus gaan we direct op pad. Het lopen zonder tas voelt alsof we zweven, en we genieten van het lichte, vrije gevoel. Ondanks dat, merkt iedereen ook des te meer hoe moe onze voeten zijn van het vele stappen, de afgelopen dagen.
Als we bij de kloof aankomen, blijkt dit inderdaad dezelfde te zijn als die we eerder bezochten, maar dat mag de pret niet drukken. Het blijft waanzinnig mooi, en omdat onze kinderen er geen herinneringen meer aan hebben, is het voor hen alsnog een nieuwe ervaring. De vorige keer dat Signe, onze jongste, hier was, droegen we haar in de draagzak. We hebben de kloof voor onszelf: zo vroeg in het jaar, op het einde van de dag vlak voor sluitingstijd blijkt een hele strategische zet! Ik weet nog dat het file lopen was vorige keer, en ik nergens een foto zonder mensen kon maken. Nu zijn wij de enigen, en hebben we ook nog eens de mazzel dat het water van de Soca sprankelend helder, turkooise blauw is. De kleur van de rivier is afhankelijk van het seizoen en weersomstandigheden: na veel regen kan het water bijvoorbeeld modderiger en bruiner van kleur zijn. De kloof blijft ook dit tweede bezoek schitterend, en ook de wiebelende hangbrug is weer een spannende attractie voor de kinderen. Ze vergapen zich aan de diep uitgesleten rotswanden, waar de rivier zich een weg doorheen heeft gebaand.
Pijnlijke voeten en record afstanden
Als we uit de kloof komen, besluiten we terug te lopen via Tolmin, waar we misschien nog een terrasje kunnen scoren. Dit stadje zelf vinden we verder niet erg interessant. Het oogt als een slapend wintersportresort, met veel functionele, onaantrekkelijke gebouwen. Toch vinden we uiteindelijk een fijn cafeetje, M bar, waar de kinderen een soort warme chocoladepudding bestellen, en wij een lokaal biertje proeven. Als ik een blik op ons kilometeraantal van die dag werp, zie ik dat we in plaats van de geplande 7 inmiddels al 22 kilometer hebben gelopen! In plaats van de kortste dag, is deze dag in een record afstand veranderd. Niet zo gek dat we allemaal onze voeten voelen.
Zwoele avond in het gouden uurtje
Als we teruglopen naar de camping is het gouden uurtje. De zon strijkt haar gouden licht over de grasvelden en begroeide heuvels om ons heen. We blazen paardenbloemen uit, waarvan de pluisjes schitteren in de avondzon en de witte bollen bijna licht lijken te geven. We voelen ons intens gelukkig, de lucht voelt bijna zwoel, alsof het al zomer is. Eenmaal terug bij onze tent, koelen we onze pijnlijke voeten in het ijskoude water van de Soca. De rivier is glashelder, en stroomt over, tussen en langs de witte kiezels en keien die de vallei sieren. De meiden bouwen dammetjes in het water, terwijl Fosse probeert een vuurtje te stoken op de vuurplaats naast me, waar ik me op het klaarmaken van het avondeten richt. Steef neemt de taak van het regelen van onze slaapplekjes op zich.
Fikkie stoken
Helaas hebben we weinig succes met het aanmaken van het vuurtje, terwijl we vlak naast ons het knetteren van droog hout horen, en de zoete geur van de rook ruiken die zich langzaam verspreid. Blijkbaar heeft onze buurman meer succes. Als we onze buikjes warm gegeten hebben, valt de kille avond snel in. Het blijft tenslotte nog maar april. Het vuurtje naast ons klinkt zo aantrekkelijk, dat we onze stoute slippers aantrekken, en vragen of we erbij mogen komen zitten. Het vuur doet denken aan een vreugdevuur. Het is een formaat waar je u tegen zegt, en die je noodzaakt alle overbodige kleding gauw uit te trekken.
Saamhorigheid rond het vuur
Om het vuur heen staan banken en zitplekken, en niet lang nadat we hebben plaatsgenomen, druppelen meer mensen binnen bij de vuurplek. Het blijkt de centrale ontmoetingsplek te zijn van de locals, de paragliders die zich hier elk jaar verzamelen vóór de camping opengaat, om samen te vliegen en tijd met elkaar door te brengen. Er gaat wijn, bier en chips rond, en hoewel we een andere taal spreken, is er een relaxte sfeer van gezamenlijkheid. Fosse, aangetrokken tot vuur zoals altijd, werpt zich al snel op als vuurmeester om het vuur brandende te houden. Signe kruipt bij papa op schoot en valt compleet ontspannen, knus en warm algauw in slaap. We wisselden ervaringen en verhalen uit met elkaar, waar de Slovenen over het paragliden vertellen, en wij over onze trip, waar zij op hun beurt weer veel bewondering voor tonen. Deze avond is voor ons de kers op de taart van deze toch al prachtige dag. Laat, maar compleet gelukkig kruipen we uiteindelijk in ons tentje.