Hermannshöhetrail dag 2
Over het Tecklenburgerland naar Lengerich
De volgende dag lig ik zo lekker warm en comfortabel in mijn tent, dat ik mijn warme nestje eigenlijk niet wil verlaten. De nachten koelen hier af naar de 6 tot 8 graden, voor mij koud genoeg om een hele dikke slaapzak te willen. Afgelopen wandeling over het Roots Natuurpad had ik mijn mammut slaapzak mee, maar zelfs die kon mij niet warm genoeg houden. Voor de zekerheid heb ik mijn dikke (en zware) defensieslaapzak meegenomen, waarin ik het tot nu toe enkel minstens warm en meestal bloedheet heb gehad. Het feit dat we nu met z’n tweeën en drieën in de tent liggen, scheelt ook aanzienlijk in de warmte, gelukkig.
Ochtendrituelen
De vogels luiden de nieuwe dag fluitend in, en we breken de tenten af met het krieken van de dag. In de beschutting van de shelter rollen we de foliematjes uit, die we gebruiken als bank. De folielaag zorgt ervoor dat we warm op de stenen vloer van de hut kunnen zitten. Een soort mobiel bankstel dus. Ik warm water op voor havermout, terwijl Steef de tenten opbreekt. Terwijl we de slaap nog uit onze ogen wrijven, komen de eerste hondenuitlaters, hardlopers en mountainbikers al voorbij. Het is bewolkt maar droog, en het voelt als goed wandelweer. Ik tape de hielen en een aantal tenen van de kinderen in met Leukoplast tape ter voorkoming van blaren. Zodra ze drukplekken voelen, is het intapen vaak al genoeg om blaarvorming tegen te gaan. Een middel die ik elke wandelaar kan aanraden!
Vooruitplannen en bevoorrading
Vandaag zullen we via de Dörenther Klippen door Tecklenburg lopen, en uiteindelijk overnachten in een tuin via 1nitetent in het dorp Lengerich. Omdat alles dicht is met de Paasdagen, willen we vanavond ergens proberen te eten. Vandaag is het zaterdag, en daarmee de enige mogelijkheid dat we misschien nog wat inkopen kunnen doen voor de komende twee dagen. Ik maak de havermout en thee aan met het laatste water. Met 5 personen gaat het water hard. Gelukkig zitten we niet ver van de bewoonde wereld, en willen we bij de camping waar we straks langs zullen lopen onze flessen bijvullen. Het is de enige mogelijkheid in de komende 10km en we hebben stiekem best wat dorst. Op de website lees ik dat de camping nog niet geopend is, maar ik ga er vanuit dat er alsnog wel mogelijkheden zijn om aan water te komen.
Dorst!
Eenmaal bij de camping aangekomen, stuit ik op een deceptie. Ik loop met drie lege flessen het erf op en tref een man die staat af te wassen in zijn keuken van het huis. Vrolijk begroet ik hem en vraag hem vriendelijk of we wat water mogen. De man reageert totaal anders dan verwacht: ‘waar kom jij vandaan? We zijn gesloten! Je bevind je op privé terrein, nee je krijgt geen water, dit is privé terrein!’. Met zijn natte handen wijst hij me van zijn erf af. Ik probeer nog beduusd te zeggen dat we aan het wandelen zijn, maar hij onderbreekt me direct. Totaal flabbergasted van zoveel gebrek aan sympathie keer ik op mijn schreden terug. Tot zover de werking van mijn vrouwelijke charmes. Hoe is het mogelijk om iemand geen water te gunnen, terwijl je notabene met je handen in het stromende water staat af te wassen? Ik probeer het naast me neer te leggen, maar met de beteuterde en dorstige gezichtjes van de kinderen naast me, kost me dat enige moeite. In het ergste geval is het nu nog zo’n 10km lopen tot Tecklenburg, maar misschien komen we eerder iets tegen.
Voorzieningen langs de route
We lopen door een hogere bergkam, en het vlakke terrein waar we gisteren overheen liepen, is veranderd in glooiend heuvelachtig terrein met regelmatige klimmetjes waar we het goed warm van krijgen. hier en daar zijn bomen op het pad gevallen, en moeten we eroverheen klauteren, of gaan we er limbo dansend onderdoor. Soms staan er relax bankjes langs de route, waar de kinderen languit op kunnen liggen, en zelfs een hangmat treffen we op de route, tot grote vreugde van de kinderen. De veelheid aan bankjes, picknicktafels en voorzieningen langs de route is echt een luxe, zo anders dan in Nederland. Het landschap verandert in wat ruiger landschap, waar we soms langs steile kliffen lopen en regelmatig rotsklimwanden passeren.
Variatie in de landschappen
Ik vind het bijzonder om te zien hoeveel soorten bossen we doorkruisen, en hoe het toch steeds weer een variërend landschap is. Zo treffen we in een volgend bos ineens een kapelletje en lopen we langs kleine begraafplaatsen van oorlogsslachtoffers, waar de kruizen zijn versierd met paaseieren en de narcissen op de graven een vrolijk plaatje maken. Hier en daar liggen vennetjes in het bos, dan weer lopen we tussen een soort verhoogde dammetjes, waar rotsen aan weerszijden van het pad zijn opgestapeld, en met felgroen mos begroeid. Af en toe wijken de bomen, en kijken we uit over velden en de omgeving erachter. De rest van Duitsland oogt vlak, met enkel in de verte de eerste heuvels.
Baggerschoenen en beige vloerbedekking
Na zo’n 5km na de camping lopen we ineens pal op een hotel af. Dit blijkt een chic 4 sterren hotel te zijn, en even houden we halt. Ik kijk naar onze besmeurde modderbroeken, de takjes in onze haren en rouwranden onder de nagels. Twee dagen niet douchen en door het bos rauzen laat zijn sporen na. Maar onze behoefte aan iets warms drinken is groter dan de gêne, dus stappen we dapper naar binnen in de entree met fonteinen, glimmend marmeren tegels en vergulde deurknoppen. We mogen, na wat overleg tussen de kelners en bedienden in klassiek zwart-wit gesteven overhemden en revers, aan de bar plaatsnemen. We zetten onze grote tassen zoveel mogelijk uit het zicht, en lopen met onze baggerschoenen toch enigszins beschroomd over de beige, zachte vloerbedekking de salon in. Hier zit een Nederlandse familie die hun gezamenlijke verjaardagen vieren. Als we hebben plaatsgenomen op de barkrukken, en wat stil en onder de indruk rondkijken, wordt er een gigantische taart naar binnen gebracht voor de familie. Vijf paar begerige ogen draaien met de taart mee, en het water loopt in onze monden.
‘Had u gebeld, mevrouw?’
We bestellen koffie en warme chocomelk, en deze wordt geserveerd door een kelner met handschoentjes aan, met een witte theedoek over zijn arm, en de bescheiden kopjes op een zilveren dienblad. Het lijkt wel of we ineens in een filmscène zijn beland, en het voelt toch wat ongemakkelijk allemaal. Terwijl we genieten van de warmte, en de zachte stoelen, komt één van de verjaardag vierende vrouwen naar ons toe en bied ons taart aan, ze hebben tenslotte toch over. Ik zie de ogen van mijn kinderen fonkelen, en grote dankbare glimlachjes ontstaan. Er worden extra bordjes en vorken gebracht door de kelner: ‘had u gebeld, mevrouw?’. Verward volg ik zijn blik, en zie een knopje in de muur achter me, blijkbaar bedoeld om de bedienden op te roepen. Ik moet inwendig lachen om het contrast tussen de voorgaande uren en de pracht en praal waar we nu ineens in zijn beland. De taart is goddelijk, met luchtige kwark, verse aalbessen en een krokante koekjesbodem. De gigantische stukken gaan tegen de verwachting van de andere familie allemaal schoon op. Wat vallen we met onze neus in de boter!
Eindelijk water!
Met gevulde buiken en rode wangen van de aangename warmte, stappen we het hotel weer uit, op naar Tecklenburg. Pas na een paar minuten, als we al halverwege de berg omhoog klimmen, besef ik me dat we helemaal vergeten zijn onze waterflessen bij te vullen. Stom! We passeren drie mannen met backpacks de andere kant op, en ook later op de route zien we af en toe backpackers. Grappig, in Spanje kwam ik in 4 weken tijd slechts één keer een mede backpacker tegen, en deze week in zowel Nederland als Duitsland zie ik ze regelmatig. Het paasweekend lijkt hier in Duitsland een populaire tijd om eropuit te trekken. Na een poosje lopen we langs de rand van een dorpje, en treffen we een huis waar de deur open staat. De zon is intussen doorgebroken en het is een mooie, zonnige dag geworden. We roepen naar binnen en een vriendelijke man begroet ons, vult met liefde onze flessen en stopt ons nog een vierde fles frisdrank toe als hij ziet hoe we massaal dorstig de flessen in no time leeglurken. Dit lieve gebaar laat de vervelende ervaring met de campingeigenaar gelukkig snel wegsmelten.
Tecklenburg
Compleet tevreden en voldaan lopen we niet veel later Tecklenburg in, een leuke verrassing met vakwerkhuizen en een snoezig pleintje vol cafés en schattige boetiekjes. Hier zitten de terrassen vol, vult het plein zich met fietsers en spotten we nog meer backpackers en wandelaars in de straten. Als kers op de taart blijkt de supermarkt inderdaad open te zijn, en scoren we brood, havermout en chips voor morgen, en kopen we fruit, yoghurt en brood voor onze lunch nu. Wat is het genieten om na wat als een eeuwigheid voelt, weer een verse appel te eten en een krakend broodje. Met volle teugen genieten we van deze kleine verlichtingsmomentjes en besluiten onze pauze nog verder te verlengen met thee in het warme café. Het is nog vroeg zat, en we hoeven nog maar zo’n 5 a 6km naar onze kampeertuin te lopen, dus genieten we nog even van de luxe hier.
Lengerich
Het zonnetje is helaas weer verdwenen en de wolken hebben haar plaats ingenomen. De temperatuur is echter prima, en tevreden lopen we richting Lengerich, waar we dicht bij de route een overnachtingsplek hebben. om hier te komen, dalen we van de heuvelrug af, waar we al de hele dag overheen lopen. Als snel hebben we het adres gevonden en ze vrouw des huizes verwelkomt ons hartelijk. We zijn niet de enigen in deze gigantische tuin! Aan de andere kant staat nog een tentje, waar een Duits koppel overnacht. Wat een toeval! Ook zij lopen de Hermannsweg, blijkt later.
Schandalig schransen
’s Avonds gaan we op zoek naar en pizzeria, maar degene die we op het oog hadden blijkt gesloten. De andere optie blijkt een pizza-dönerzaak, maar met een onstilbare honger van het wandelen vinden we dat allang best, en eten tot we niet meer kunnen. Er blijkt nog een winkel open, waar we een reiseditie van yahtzee en een kaartspel kopen, en brengen de rest van de avond in een nabijgelegen hotel door, waar we spelletjes spelen en regelmatig de slappe lach krijgen. Uiteindelijk is iedereen moe en slapen we binnen no time in.