Jakobova Pot: van Gombisce naar Straza
Op pelgrimsroute door Slovenië deel 3
Na een heerlijke nacht op de slaapzolder van ons cadeauverblijf krijgen we om 8u een ontbijt geserveerd van brood met koffie, thee en gebakken eieren. Wat boffen we enorm! De prijs is op donatiebasis, top geregeld. Met gevulde buikjes vervolgen we onze route. Het belooft weer een zonnige dag te worden, waarschijnlijk met temperaturen ver boven de 30 graden, dus dat wordt weer zweten! De route slingert door valleien en kleine gehuchten.
Zondagse stilte
Het is zondag, en dat is te merken. Wat een stilte en rust onderweg! Tegen verwachting in zijn de kerken niet overal vrij toegankelijk, en verzamelen we vandaag maar weinig stempels. Het doet echter niks af aan de mooie route van vandaag, door weilanden, langs bosranden, en door het bos. Meestal is het pad duidelijk te volgen, maar in enkele gevallen is het pad ineens verdwenen, bijvoorbeeld bij een driesprong of bij een overwoekerd gebied. We moeten dan even zoeken naar de gele pijlen of schelpen aan de achterkant van bomen en palen. Soms is het onze eigen schuld, letten we niet op, en blijken we al een pooslang de verkeerde weg te volgen waar we al hadden moeten afslaan.
Door berenbossen
Deze kleine setbacks vallen echter in het niet bij onze dwalingen in Bosnië, waar ik me voor het eerst in mijn leven echt verdwaald voelde. De grond is hier veel minder sterk begroeid, en de bossen meer open en toegankelijk. In Bosnië waren de wouden zo dicht begroeid, dat er nauwelijks daglicht doorheen kwam. Wat wél een overeenkomst is, is dat we ook hier in Slovenië door berenbossen lopen, zonder het te weten. Misschien maar goed ook. Pas als we de bossen uitlopen en achter ons kijken, zien we de waarschuwingsborden voor beren staan.
Modderstromen na de overstromingen
Door de modderstromen van de overstromingen zien we talloze sporen van dieren: herten, everzwijnen, maar ook grote, hondachtige poten. Beren? Ook lopen we langs bomen die als tandenstokers doormidden zijn gespleten, in de kern verkoold, grote, gezonde takken die zijn afgebroken. Blikseminslagen en stormschade. Het is alsof de natuur ons wil inwrijven welke gevaren we vorige week hebben gelopen, in Bosnië. Meer dan eens moeten we over gevallen bomen en takken klimmen. Het noodweer is hier gigantisch geweest en Moeder Aarde heeft haar spierballen getoond.
Eindeloze klimmetjes en steile afdalingen
De pelgrimsroute volgt grofweg de loop van de rivier, maar het pad kiest veelal de uitdagende route, die over de omliggende heuvels en bergen heengaat. Vandaag staan er ook twee flinke klimmetjes op het menu. Vooral tijdens de tweede klim lijkt er maar geen einde te komen aan de stijgende meters, en voelen we ons behoorlijk bedonderd door de navigatie. We lopen op een berghelling, waar we ineens op een afgrond staan: het pad is letterlijk afgegraven, blijkbaar is er de afgelopen jaren een bedrijf gekomen die hier de grond afgraaft, en is het pad nog niet verlegd.
Belaagd door vliegjes
We zoeken onze weg om de afgravingen heen, en ploeteren vervolgens door manshoge maïsvelden naar het volgende dorp. Onderweg worden we regelmatig lastig gevallen door zwermen vliegjes, die met ons mee dansen, en vooral Fosses geduld op de proef stellen. Maaiend met zijn armen en gefrustreerd roepend naar de beestjes, loopt hij verder. Het doet me denken aan een zenverhaal, over de man die mediteert, maar wordt gestoord door de muis in zijn habijt. Ik deel het verhaal met Fosse en leg uit dat hij er misschien een aandachtsoefening van kan maken. Er is nog flink wat oefening nodig, ook bij mij, maar wie weet is er een zaadje geplant.
De vermoeidheid slaat toe
Na een tijd krijgen we uitzicht op de bergen, ver weg. Wat een machtig mooi gezicht, en wat kunnen we ver kijken! Als de zon zakt, werpt het een zacht, gefilterd licht over de heuvels, die achter elkaar vervagen. Ik geniet van het uitzicht, dat elke kant op prachtig blijft, al het groen om me heen, de diversiteit van de planten en bomen hier, de vochtige en geurende bossen. Maar de vermoeidheid is ook merkbaar, en ik struikel regelmatig over de vele, losliggende takken op de grond. Door de storm is er veel nog niet opgeruimd en het vraagt concentratie om niet te struikelen.
Met mijn neus op de feiten
En dan gaat het echt mis: ik blijf met mijn rechtervoet achter een tak hangen, terwijl mijn linkervoet voor de tak staat. Mijn hand zit in de lus van de wandelstok, en als ik face forward naar beneden smak, kan ik mezelf niet opvangen. Ik klap op de grond, en het gewicht van mijn rugzak komt in tweevoud op mijn hoofd, die daarmee met een luide krak van mijn neus in de grond wordt geduwd. Een felle pijn schiet door mijn neus en hoofd. Die is gebroken, denk ik direct, en ik verwacht een bloedneus als ik opkrabbel. Dit lijkt mee te vallen, hoewel mijn neus dik en geschaafd is, een beetje scheef staat en vooral heel veel pijn doet.
Een onsje teveel afzien
Dit had vast een mooie home video geweest, maar ik kan er niet om lachen. Waarom val ik zo vaak? Word ik met mijn neus op de feiten gedrukt? Welke les ligt hierin verscholen? Ik kom er niet achter. De val haalt me behoorlijk uit mijn humeur en bezorgt me flinke koppijn. Na het vele stijgen, volgt het onvermijdelijke dalen, en de kinderen beginnen het in hun knieën te voelen. Ik baal dat de afstanden veel langer zijn dan voorzien, en voel me rot naar de anderen toe. Wat doe ik ze aan? Ik laat ze zo afzien, in hun vakantie notabene! Wat ben ik nou voor moeder?
De lekkerste hamburger ooit
Met de nodige zelfverwijten, vermoeidheid en pijntjes sukkelen we verder, tot we gelukkig niet lang daarna het stadje Straza zien liggen, waar we uit eten willen gaan. En als we weer asfalt onder onze voeten voelen, hebben we nog genoeg energie om naar het restaurant te komen waar we de lekkerste hamburgers ever eten, en onszelf ook nog een groot ijsje als toetje toe trakteren. De camping ligt op een uurtje lopen, wat gelukkig goed te doen is na de uitgebreide maaltijd en rustpauze. Rond 21u komen we hier aan, zetten in het licht van onze hoofdlampjes de tentjes op, terwijl de kinderen hun lang verlangde douches nemen.
Laatste wandeldag
Met alle avonturen van de afgelopen dagen en weken, alle wandelkilometers in de benen en het toch wel vele afzien, besluiten we dat het ook wel genoeg is geweest, en om morgen de laatste wandeldag te maken. Dan zullen we naar Novo Mesto lopen, waar we de trein naar Ljubljana terug zullen nemen. Dan hebben we nog een paar dagen om rustig aan terug naar huis te gaan.
Overpriced nachtje tukken
Het besef dat we rustig aan kunnen doen vandaag, is prettig. We staan op het gemak op, nemen de tijd. Als we onze overnachting op deze eenvoudige camping afrekenen, schrik ik me rot van de prijzen die worden gehanteerd. Een rib uit ons lijf! Niet direct een aanrader voor trekkers. Het is niet ver meer naar Novo Mesto, en de route gaat voornamelijk over vlak terrein.
Ooievaars: een nieuw begin
Onderweg zien we regelmatig ooievaars, symbool voor een nieuw begin. Een teken? Een nieuwe start, een schone lei. Is het toevallig dat we de ooievaars tegenkomen nadat we hebben besloten een bod uit te brengen op het stuk land in Slovenië? Ik interpreteer het als een gunstig voorteken. We hebben mazzel met de laatste wandeldag, die langs de rivier Krka meandert en weinig veeleisend is. We wandelen langs groene velden, waar mensen op het land werken, en velden vol met bloeiende bloemen in vrolijke kleuren. Ook de verschillende gewassen zijn bijna klaar om geoogst te worden.
Novo Mesto, ons eindpunt
Novo Mesto ligt in de bocht van de rivier, met op de top van de heuvel in het stadje de kathedraal, waar we onze laatste stempel deze reis halen. Als we een drankje nuttigen op het terras, ontdekken we dat vandaag een bijzondere dag is, waarop alles gesloten is, om de mensen te eren en bedanken die hebben geholpen tijdens de overstromingen. Een mooi gebaar voor de betrokkenen, maar balen voor ons, want nu grijpen we net mis voor de lunch. Als we op de trein wachten, ontdekken we op het nippertje dat er een nabijgelegen supermarkt als enige tóch open is vandaag. Steef laat zijn tas achter, trekt een sprintje door de zwoele zomerhitte, om broodjes en fruit te scoren, en is nét op tijd weer terug om met ons de trein in te springen richting de auto.
Terug in de rust
We verwonderen ons over de terugreis: wat hebben we in 4 dagen tijd een eind gelopen! Ik ben onwijs trots dat we dit allemaal hebben kunnen doen, maar ben ook heel blij dat we nu even in de rust gaan. Terwijl het landschap onder ons doorschiet, mijmeren we verder over onze Sloveense plannen. Het blijft een puzzel hoe we alles moeten gaan doen, maar ergens moeten we het balletje aan het rollen brengen, en het uitbrengen van het bod, voelt als het in gang zetten van dit proces…