Lange afstandwandelingen, Nederland

Meters maken door Duinen en Bossen

loonse en drunense duinen brabant lange afstandswandeling michelle houtman struinstories

66km: via Loonse en Drunense Duinen naar Den Bosch

De laatste wandeling vóór de Kennedymars is een feit. 89230 stappen, 4,7 liter geschat vochtverlies, 4115 verbrande calorieën en 66 kilometers verslonden. Ik denk er nog maar even niet over na dat ik tijdens de Kennedymars nog 14 kilometer verder moet lopen. Nog twee weken om me mentaal voor te bereiden.

Vandaag heb ik mazzel. Het wordt een zonnige dag en ik ga naar verwachting een mooie route lopen door veel natuurgebieden. Steef zet me om 4u ’s nachts af bij Lage Zwaluwe, waar ik mijn route midden in de nacht begin in een gebied dat intussen bijna voelt als mijn achtertuin, zo vaak heb ik inmiddels in de Brabantse buitengebieden gelopen. De eerste uren zijn donker, stil en koud. De lange polderwegen zijn weinig inspirerend, en ik hoop steeds weer dat de waakhonden achter gesloten hekken zitten als ik langs de boerderijen loop.

In vertrouwen door het donker

Traditiegetrouw begin ik in deze half slaap-waaktoestand met het luisteren van de cursus in wonderen. Vaak ben ik slechts halfbewust tijdens het luisteren, en kan ik het niet eens goed navertellen wat ik nou precies heb geluisterd, en toch voelt het fijn, als een punt van herkenning en geborgenheid. Ik word er nogmaals aan herinnerd dat angst de vreemdeling is in ons leven. En dat wie in angst leeft, niet volledig leeft. Het helpt me om in vertrouwen door te stappen in het duister. In de verte zie ik de snelweg, waar het eerste verkeer al zijn weg zoekt.

Vandaag ben ik van plan de stukken waar ik langs wegen of saaie stukken loop, mezelf te motiveren wat sneller te lopen. Vorige week is me namelijk erg tegengevallen. Ik deed er gevoelsmatig heel lang over, ging traag en had het erg zwaar aan het eind van de tocht. Als ik probeer sneller te lopen op saaie stukken, kan ik wat langer of vaker pauzeren, is mijn redenatie.

Zonsopkomst in fotonegatief

Tegen 6 uur komt de zon langzaam op. De maan is helder en bijna vol, en kruipt langzaam steeds verder over de hemel. Als ik achterom kijk, zie ik de maan, voor me komen de eerste perzikkleurige strepen die de aarde van de hemel scheiden. Ik blijf staan en gefascineerd om me heen kijken. Ineens valt me op dat ik veel méér kleuren waarneem dan ooit tijdens een zonsopkomst. Het is alsof ik naar een regenboog spectrum in een fotonegatief kijk. De hemel pulseert in bijna ultraviolette kleurschakeringen van blauw, naar paars en purper, en uiteindelijk het lichte zalmroze en gelige licht aan de horizon. Het is werkelijk schitterend. Waarom is dit me nooit eerder opgevallen? Of tref ik vandaag een bijzondere dag?

Herinneringen aan mijn micro-avontuur

Ik loop het eerste dorp binnen, Wagenberg en vervolgens Terheijden. Hier liep ik een tijdje terug ook met mijn oudste dochter tijdens ons micro avontuur. Nu loop ik echter de andere kant op. Opnieuw kom ik bij het Markkanaal en het Houtse Meer, waar de zon inmiddels in een vlammend oranjeroze haar plek inneemt voor een nieuwe dag, en reflecteert in het water eronder. Een passerend binnenvaartschip trekt strepen in het wateroppervlak en de stilte van die ochtend even doorbreekt met een zacht brommende dieselmotor.

Ontbijten met lammetjes

Inmiddels heb ik trek, en ik maak mijn ontbijtje klaar bij een paar boomstamzitjes, waar drie enthousiaste lammetje luid mekkerend op me af rennen. Hun moeder komt er sjokkend en blatend achteraan, als om hun enthousiasme in te dammen. Het is inmiddels licht, en de laatste nevels hangend boven het met rijp bedekte gras. Vandaag is zo’n dag die twijfelend tussen winter en voorjaar inhangt. Voorlopig is het nog winters koud. Ik draag 3 shirts, een fleecevest, donsjack en regenjas. Dik ingepakt blijven lopen is de enige remedie om warm genoeg te blijven. Ik zeg de lammetjes gedag, en vervolg mijn route richting Oosterhout.

Woningnood in de bossen van Dorst

Na de A27 over te hebben gestoken, kom ik in de bossen van Dorst, waar ik vorige week op mijn tandvlees lopend aankwam. Ik kon toen echt niet meer genieten van de omgeving. Vandaag besluit ik daarom voor de herkansing te gaan, want ik vind dit een erg mooi gebied. De route stuurt me over mountainbike routes, die ik normaal nooit zou bewandelen, maar om 7u ’s ochtends is er nog vrijwel niemand, en waag ik de gok. Blijkbaar is er niet alleen woningnood in de randstad, maar ook bij de spechten van Dorst. Overal om me heen hoor ik een driftig geklop en getik, dichtbij en verder weg van spechten die ijverig aan een nieuw onderkomen werken. Ik passeer vennetjes en heide, waar de zonnestralen fluweelzacht tussen de takken van de bomen doorschijnen. Het licht is prachtig.

Gekrompen schoenen

Lopend op de zachte grond slaak ik een diepe zucht. Elke keer als ik na een tijdlang verhard te hebben gelopen weer op zachte grond loop, voelt het als een weldaad. Het branderige gevoel onder mijn voetzolen neemt af, en ook de klappen op mijn gewrichten worden zachter. Soms kies ik er bewust voor in de berm te lopen naast asfaltwegen. Vermoeiender, of trager wellicht, maar op de lange termijn echt fijner voor mijn lichaam. Bij lange afstanden merk ik die verschillen heel goed. Vandaag voel ik dat mijn schoenen wat knellen bij mijn buitenste kleine tenen. Hoe kan dat? Zijn mijn voeten gegroeid, mijn schoenen gekrompen? Of zijn mijn voeten gewoon uitgezakt door de kilometers die ik heb afgelegd?

Spoorzoekertje op de gps

Na de bossen van Dorst loop ik richting Dongen. Hier steek ik maar liefst drie keer het Wilhelminakanaal over, die ik afwisselend aan beide oevers bewandel. Het is een lang stuk rechtdoor, en ik merk dat dit soort stukken mijn moraal een beetje onderuit dreigen te halen. Ik trakteer mezelf daarom op up tempo muziek uit de jaren 90, en vervolg met nieuwe moed mijn weg. Hoewel ik vlot doorloop, gaan de kilometers traag. Ik zit nog niet eens op de helft! Om mezelf op de been te houden stel ik voor mezelf kleine doelen. Het volgen van mijn navigatie via mijn horloge werkt perfect. Het voelt soms als spoorzoekertje: gewoon opvolgen waar de pijlen me heen sturen, en dan maar zien waar ik uitkom. Ik heb geen idee wat er achter elke bocht is. De afstanden tot een volgende bocht zijn meestal een paar honderd meter. In het slechtste geval zo’n 3 kilometer. Dat zijn de doelen die ik mezelf steeds stel: nog 500 meter tot de volgende bocht. Nog 1,5 kilometer. Deze kleine stukjes rijgen zich aaneen, en vormen uiteindelijk de totale afstand.

Juiste mindset

Als ik Dongen voorbij ben, loop ik een gebied in waar zich eindeloos veel tuinderijen bevinden. Velden na velden met plantjes, kassen en kavels die met folie zijn bedekt. Het is een inspiratieloos stuk en ik dreig weer even in zelfmedelijden te vervallen. Al snel gaan mijn gedachten naar een sportmaatje, die momenteel op sterven ligt. Mijn leeftijd. Nog geen 3 maanden geleden was er niets aan de hand, en nu kan het elk moment gedaan zijn. Het doet me beseffen hoe relatief alles is. Deze verdrietige situatie houdt me al weken bezig, maar voelen de laatste dagen extra intens en het verdriet drukt soms zwaar op me. Ik neem mezelf voor vandaag voor haar te lopen, om in gedachten bij haar te zijn en haar de kracht en moed voor deze tijd toe te wensen. Mijn zelfmedelijden is direct verdampt en heeft geen recht van bestaan meer. Iedere keer dat ik pijn voel of even mijn motivatie verlies, denk ik weer aan mijn voornemen, wat me helpt om in de juiste mindset te komen.

Blij in de wei

Het weer is prachtig, de zon straalt in een compleet blauwe hemel. Ik verruil mijn muts voor een pet en mijn donsjack is inmiddels ook uit. Na de zoveelste tuinderij loop ik naar een leeg veld, waar een schaapsherder bezig is de schapen op het veld te sturen. Ik geniet van de schapen, de honden en de herder die allemaal enthousiast over het veld rennen en blij lijken te zijn met de vrijheid van het open veld na de bedompte winterstallen. De herder zwaait met zijn stok en ik grijns breed van dit tijdloze plaatje wat toch een beetje nostalgisch aandoet als ik voorbijloop. Ook aan het begin van de Loonse en Drunense Duinen tref ik een schaapsherder, een vrouw ditmaal, die haar schapen naar hun zomeronderkomen brengt. Als ik langsloop, rennen de schapen als groep luid blatend met me mee. Hun enthousiasme stemt me vrolijk. Wat me ook vrolijk maakt, is het bordje dat de Loonse en Drunense Duinen aankondigd. Ik ben hier gewoon helemaal naartoe gelopen! Ik weet dat dit toch best een eindje rijden met de auto is. Verwachtingsvol zet ik mijn route voort, ik heb stiekem het vermoeden dat dit het mooiste stuk van de route zal zijn.

Snot voor de ogen

Een paar kilometer verder hijg ik als een paard, waait het snot mijn neus uit en vervloek ik mezelf voor het belachelijke idee om dwars over de zandverstuivingen te gaan lopen. Wie komt er op zo’n achterlijk idee! Heb je je ooit afgevraagd waarom je nooit mensen tegenkomt die de duinen dwars oversteken? Nou, ik weet het antwoord nu: Niet. Te. Doen. Enkeldiep zak ik steeds weg in het mulle zand, waar ik als een dronken tor zwaaiend met mijn armen mijn evenwicht probeer te bewaren vooruit probeer te komen in een chronische tegenwind. Hoe kan het dat het tegenwind blijf als ik bochten maak? Het lijkt wel opzet.

Mijn lippen zijn zo schraal als stukken uitgedroogd hout, en ik doe niet eens meer mijn best om te voorkomen dat het snot me om de oren vliegt. Gelukkig is er niemand die van deze farce verslag te doen, behalve ik zelf. Om mezelf af te leiden besluit ik mijn laatste boterhammen te eten tijdens het lopen, maar ik concludeer al snel dat lopen, ademen en kauwen lastiger is dan ik dacht. Stukken halfgekauwd brood vallen uit mijn mond, terwijl ik naar lucht hap en een nieuwe zandhelling opploeter.

Eindeloze zandvlaktes

Toch lukt het me ook om te genieten van de prachtige omgeving, die me doen denken aan een woestijn. Hoe zou het voelen om in de woestijn te lopen? In het eindeloze monotone landschap van helling na helling, onder een brandende zon. Ik streep die bestemmingen in gedachten alvast van mijn bucketlist. Dat lijkt me niks. Steeds als ik denk dat ik aan het einde van een kom ben, en opgelucht naar de top van een helling zwalk, word ik verrast door een nieuwe kom zandverstuiving. Ik ben oprecht verbaasd (of geschokt, eerder) dat dit natuurgebied zó uitgestrekt is! Mocht ik nog een keer op het geniale idee komen om door dit gebied te gaan lopen, dan weet ik dat ik óm de zandverstuivingen heen ga lopen. Weer wat geleerd.

Op adem komen

Uitgewrongen en oververhit kom ik uit de duinen, en zoek ik een plekje om op adem te komen. Het voelt alsof ik in de afgelopen kilometers mijn voeten om zeep heb geholpen en een halve kilo zand als souvenir met me mee tors. Ik trek mijn schoenen uit en hoor nog net geen engelengezang. De koude wind voelt als een weldaad tegen mijn brandende en opgezette voeten. Over het moment dat dit schoenen weer aan moeten denk ik nog maar even niet. Ik zit nu op zo’n 49 kilometer.

Herinneringen uit een ‘ander leven’

Ik vervolg mijn pad en kom langs de Rustende Jager. De laatste keer dat ik hier was, was in het coronatijdperk. Het terras gesloten en leeg, maar de omliggende parkeerplaatsen vol mensen die de wereld van toen probeerden te ontsnappen door met de mountainbike, hond of benenwagen de bossen in te duiken. Via een raam kon je koffie to go halen. Ook wij huurden toen mountainbikes en waanden ons een dag lang in een wereld zonder corona, genieten van de zomer waar geen einde aan leek te komen, de natuur en fysiek bezig zijn. Misschien is er toen al wel een zaadje geplant, want ik voelde toen heel duidelijk dat ik lééfde, dat dit me gelukkig maakte. Nu, 3 jaar later loop ik hier alleen, zitten de terrassen weer vol en is er ogenschijnlijk niks veranderd. Ogenschijnlijk.

Nieuwe verrassingen

Het tweede deel van de Loonse en Drunense Duinen loop ik meer verhard, door de bossen. Een oranjekleurige eekhoorn schiet voor mijn voeten weg in de boom, waar hij me veilig vanaf zijn tak met nieuwsgierige oogjes gadeslaat. Het lijkt wel een stripfiguurtje, met de pluimpjes op zijn oren en de pootjes over de tak geklemd. Even later verruil ik het bos voor groene vlaktes waar koeien grazen en de plassen op de paden stukjes knalblauwe hemel weerkaatsen. Het is nog steeds schitterend weer, de golfbanen die ik passeer worden drukbezocht door de welgestelde pensionado’s en regelmatig maak ik plaats voor passerende fietsers en andere recreanten. Via de Loonse Baan loop ik naar de Ijzeren Man, een meer bij de Vughtse Heide. Het is allemaal nieuw gebied voor me, en ik geniet van alle verrassingen die me steeds te wachten staan. Ook het lopen langs de Ijzeren Man is de moeite waard: een aarden paadje, doorvlochten met de wortels van bomen die over het water reiken maken het lopen langs het meer avontuurlijk.

Negativiteit tussen mensen

Als ik een plaspauze inlas, wordt deze abrupt verstoort door een stel die ik niet zag aankomen, die me zonder op te merken ruziemakend passeert. Een beetje gegeneerd mompel ik gedag en loop dan in hun voetsporen, als onwillige getuige van hun verdere over-en-weer-verwijten die ze elkaar toewerpen. Ik vertraag om buiten gehoorafstand te raken, en wordt vervolgens ingehaald door een luid sprekend stel mannen, over de gemiste erkenning voor de inspanningen die zij voor hun werkgever hebben gedaan.

Ik zucht en besluit om nog maar een eierkoek te eten om ook dit klagende stel voorbij te laten, terwijl ik me verbaas over de hoeveelheid negativiteit die er soms kan heersen tussen mensen, en dat in de kern iedereen uiteindelijk hetzelfde wil. Soms voelt het alsof we het onszelf en anderen onnodig ingewikkeld maken, en onze trots en ego’s in de weg staan voor zoiets simpels als echt verbinding, erkenning en geliefd voelen. Ik mijmer hierover door, terwijl ik probeer mijn pijnlijke voeten te negeren, evenals de pijntjes die steekt frequenter door mijn lijf schieten.

Vliegers in de avondzon

Na het meer kruis ik de Vughtse Heide, militair oefenterrein. Sommige ingangen van het gebied zijn afgezet en even vrees ik dat ik op militaire oefeningen zal stuiten, wat me zou dwingen om om te lopen, maar ik heb geluk. Ook dit gebied is erg mooi om doorheen te lopen, zeker met het zonnetje dat inmiddels al lager aan de hemel staat, en lange schaduwen vormt. Het licht is zacht, de contrasten minder hard. De kleuren vloeien in elkaar over en absorberen de gouden tinten van de avondzon, terwijl kinderen hun vliegers opgooien naar de blauwe hemel. Regelmatig zijn de paden ondergelopen, net als op de Loonse en Drunense Duinen, waardoor ik door de dorre heidestruiken moet lopen om mijn weg te vervolgen.

Skyline van Den Bosch

Als ik uit de Vughtse Heide kom, loop ik langs het Drongelens Kanaal, waar forenzen zich gehaast een weg naar huis spoeden. Een enkeling heeft het beter bekeken en heeft een plekje in het gras aan de oever gezocht om te genieten van de eerste warmte van de voorjaarszon, of een lange wandeling met de hond maakt. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik mag vertragen (hoewel, liever niet teveel) en kan genieten van de schoonheid van dit gebied, waar de zon schittert in het kanaal. Even verderop krijg ik zicht op mijn eindbestemming: de Skyline van ’s Hertogenbosch. Fiere gebouwen rijzen uit een verder groene vlakte, waar regelmatig een trein het landschap doorkruist. Hé een trein! Die neem ik straks ook naar huis, dat betekent dat ik niet ver meer hoef. Nog zo’n 3 kilometer volgens mijn horloge.

Haast versus traagheid

Deze laatste kilometers worden gevuld door de drukte van een grote stad. Haast, veel mensen, glazige blikken en earpods. Bakfietsen, hardlopers in hippe lycra snellen me voorbij. Ik ga alsmaar trager. In Den Bosch loop ik parallel aan het spoor door een wijkje waar de bewoners genieten van de laatste zonnestralen op stoeltjes voor hun huis, glazen wijn als trouwe metgezellen naast hen op de grond. Als ik het station inloop, tik ik de 66 kilometer aan. Vier minder dan gepland, maar goedgemaakt door het zwoegen door de duinvlaktes. Ik heb nog 20 minuten voor mijn trein komt en trek mijn schoenen uit, natte plekken makend op het perron. Ik dank mijn lichaam voor de inspanningen, dank de weergoden voor het mooie weer, en voel intense dankbaarheid dat ik dit mag en kan doen.