Innerlijke struintochten

Niemandsland na vakantie

na de vakantie terug van reizen wennen aan nieuwe ritme werken niemandsland inzichten ervaringen dualiteit verlangen afkeer mediteren rust onthaasten vertragen naar buiten avontuur angst opluchting dankbaarheid gezin met kinderen lessen

Weer thuis: hoe voelt dat?

We zijn terug van vakantie en het is ongelooflijk hoe snel je dan weer in het oude leventje stapt. De laatste dagen van de vakantie voelde het alsof we verzadigd waren. Voor het eerst hoor ik de kinderen verzuchten dat ze naar hun eigen bed verlangen, hun eigen douche, weer zin hebben om naar school te gaan, te sporten, of af te spreken met vrienden. Het heeft geen zin meer om de vakantie te rekken, puur vanwege het feit dat we nog dagen hebben te besteden. Na een laatste leuke dag, alvast ter ere van de verjaardag van onze oudste, rijden we door naar huis.

Intense ervaringen

Deze vakantie heeft me veel geleerd en ik heb veel ontdekt, op verschillende gebieden. Zo is deze vakantie vooral intensief geweest, in de fysieke activiteit, maar ook in het opdoen van allerlei indrukken en nieuwe ervaringen. We hebben nieuwe mensen ontmoet en zijn met ze opgetrokken, we hebben ons in de wilde, ruige, ongerepte natuur van Bosnië gestort en daar onze angsten onder ogen gezien en onze kwetsbaarheid en sterfelijkheid ervaren. We hebben onze grenzen opgezocht en verlegd, fysiek en mentaal, en zijn vrijwel continu buiten onze comfort zone getreden. Gaaf, indrukwekkend, ontzagwekkend, maar ook intens en op den duur vermoeiend.

Van afzien naar opluchting en dankbaarheid

Het afzien, door de warmte, inspanning, dorst, af en toe slecht weer, angstige momenten, soms oncomfortabel slapen (een van de slaapmatjes ging lek en bleef lek, ook na veelvuldig plakken) bracht de andere kant van het spectrum met zich mee: de intense dankbaarheid, opluchting en verademing wanneer we een goed pad in zicht kregen, een dorp, water kregen van een passant, wanneer onze dag eindigde met een heerlijke maaltijd en een koud biertje, wanneer we eindelijk een warme douche troffen, of een slaaphut met echte bedden.

De dualiteit in de praktijk

De vanzelfsprekendheid waarmee we deze voorzieningen in het normale leven ervaren, is tijdens onze tocht een cadeau, een moment waarop we beseffen hoe gezegend we zijn met alle luxe en comfort die we in het dagelijks leven ervaren. De kinderen vonden hun bed of onze douche bijvoorbeeld nooit bijzonder, het was gewoon een gegeven. Nu echter, werden deze zaken op waarde geschat. Na heel veel kant en klaar pasta’s en noodles is ook het eten van een verse tomaat of komkommer, of vers fruit een traktatie. Er werd voortdurend in het moment geleefd, van dieptes naar pieken. De dualiteit in al zijn verscheidenheid in de praktijk.

Het gras is altijd groener…

Maar andersom is gek genoeg óók waar. Op vakantie zijn we de hele dag buiten, op blote voeten door het gras, in stilte en de natuur, met het ruisen van bomen, een kabbelende beek of tjirpende krekels op de achtergrond. De zon op je huid, het verkoelende windje zo nu en dan. Elke avond een schitterende zonsondergang waarbij de hemel in roze en paarse tinten wordt geschilderd, en vervolgd wordt door een eindeloze sterrenhemel. Eenmaal thuis was ik dankbaar voor mijn schone, zachte bed. Maar direct voelde ik me opgesloten, benauwd. De kamer leek te stil, niet te leven, bedompt. Ik verlangde weer terug naar buiten slapen, naar de frisse lucht en de zuurstof die altijd in overvloed aanwezig zijn. Pas wanneer het er niet meer is, besef je wat je mist.

Spel van verlangens en afkeer

De eerste dag thuis staat natuurlijk in het teken van wassen en opruimen. De auto leeghalen, de kampeerzooi weer terugleggen, slaapzakken luchten, etc. Ineens ben ik de hele dag binnen, en ik voel me ontheemd. De lucht is hier grijs en grauw, typisch Hollands zomerweer. Mijn uitzicht is beperkt tot het pleintje, en achter ons de bouwplaats waar het verkeer langs raast. Binnen voel ik me gejaagd, als een hond die zijn eigen staart achterna zit en niet zijn eigen plek kan vinden. Ik ben niet meer op vakantie, maar ook niet thuis. Het is het niemandsland waar ik na vakanties altijd in verkeer. Door nu weer thuis te zijn, mis ik ineens weer wat we op vakantie voor lief namen. Wakker worden zonder wekker, uren achter elkaar kunnen lezen, de hele dag geen mens tegenkomen in volkomen rust en stilte. Het zijn die dingen die zelfs na een tijdje vakantie gaan wennen, het nieuwe gewoon worden. Het is wat mij betreft een onderstreping van het feit dat, waar we ook zijn, in welke omstandigheden dan ook, er altijd een verlangen zal zijn naar dat wat er niet is. Precies wat de Boeddha ook zegt: al het lijden komt voort uit afkeer en verlangen. Het oplossen van het lijden, is het stoppen met afkeer en verlangen.

Wennen aan weer werken

Dit keer voelt de terugkeer naar huis wel anders trouwens. Doordat we in de meivakantie ook twee weken weg waren, voelt het voor mij nu echt als genoeg. Het was prima om weer naar huis te gaan. Vrijwel altijd na elke vakantie kom ik in een soort minidepressie terecht, ik voel me dan echt heel somber en verdrietig, heb heimwee naar de vakantie en wil helemaal niet thuis zijn. Eigenlijk wil ik dan helemaal niks. Waarschijnlijk heeft dat er deels mee te maken dat ik niet terug wil in het patroon waar ik keer op keer in terugkeerde, maar me niet gelukkig maakte. Ik zag huizenhoog op tegen het weer moeten werken. Ook dat is nu anders, tot mijn grote opluchting. Ik zie niet meer zo op tegen het werken, omdat de invulling van mijn werk nu veel meer is wat ik echt wil en leuk vind. Een goed teken dus.

Voornemens van de kinderen

Een andere factor is dat ik ook heel sterk het gevoel heb, de overtuiging zelfs, dat we terug gaan keren naar Slovenië. Ons plan om daar een plek te creëren, van waaruit we allerlei activiteiten gaan ondernemen krijgt steeds meer vorm, en beiden hebben we ontzettend veel zin om deze plannen te verwerkelijken. Het geeft rust: ik ben terug in Nederland, maar dat is tijdelijk. Vlak voor we naar huis gingen zei mijn oudste dochter: “als we weer terug zijn, ga ik echt vaker naar buiten, ik merk dat ik het zoveel fijner vind als ik veel buiten ben. Dan ga ik gewoon met vriendinnen naar het park ofzo, of met Signe naar de speeltuin. Afgelopen jaar heb ik echt te veel binnen gezeten.” Zonder enige aanleiding constateert ze wat een effect en verschil het buitenleven op haar maakt, en ik bewonder haar voor haar voornemen om hier concreet verandering in te brengen.

Eigen lessen en inzichten

Zelf neem ik ook lessen mee, en wat handigheidjes waar ik tijdens deze vakantie achter ben gekomen die handig zijn om door te voeren als ik straks mijn solotocht ga maken. De belangrijkste les zit hem voor mij vooral in het feit dat ik mijn enthousiasme, passie en wensen niet te veel moet opdringen aan anderen, en me moet beseffen dat dit in de eerste plaats mijn dingen zijn. Hoe een ander die dingen ervaart, kan heel anders zijn, en heb ik bovendien niets over te zeggen. Hoe gaaf en bijzonder ik het ook vind om deze ervaringen met mijn gezin te delen, en hoe tof we het meestal ook hebben gehad, ik voelde me met momenten ook schuldig. Bijvoorbeeld als we te lang liepen en wel door moesten, omdat er simpelweg nog geen plek of mogelijkheid was om te kunnen kamperen. Dat voelde rot, en dat had ik niet allemaal kunnen voorzien. De afstanden vielen groter uit dan gedacht, en de wildernis bleek nog wilder dan vermoed. De omstandigheden maakte dat zaken soms anders liepen of tegenvielen, maar in den beginne was ik wel de Kickstarter van dit alles geweest, wat ik mezelf daarom wel kwalijk nam. Ik neem mezelf dus voor dit soort tochten vooral zelf te maken, of als de anderen daar specifiek zelf naar vragen. Ik wil het namelijk vooral fijne, waardevolle herinneringen laten zijn, tenslotte.

Minder haast

Een andere les waarmee ik verder mag oefenen is die in het nemen van rust, het stoppen met haasten. Dat is een thema die in mijn zenpraktijk ook al vaker naar voren kwam, en waar ik me wel bewust van ben, maar nog altijd moeite mee heb om er anders mee om te gaan. Zo kan ik in de ochtenden nogal op de efficiëntie zitten, en iedereen achter zijn broek aan zitten om snel alles te regelen, zodat we snel op pad kunnen. Ik sla het mediteren dan ook over, want dat voelt alsof er geen tijd voor is, en dit kan ik bovendien niet maken naar de rest toe, die van mij juist te horen krijgt dat er moet worden doorgewerkt. Pas als Steef me eraan herinnert dat we toch geen tijden hoeven te halen, en de hele dag hebben, word ik me weer bewust van deze irritante neiging, en kan ik de teugels meer laten vieren. Ik ben heel benieuwd hoe ik dit straks op mijn solotocht ga ervaren, en of ik mezelf dan wel gun om dagelijks te mediteren.

Al met al brengt de vakantie een heleboel indrukken, ervaringen en lessen om verder mee te nemen. Ik ben benieuwd wie de gevoelens herkent na het terugkomen van vakantie, en hoe anderen hiermee omgaan.