Plannen voor de Juliana Trail, Slovenië
Hoe Slovenië mijn hart stal
Slovenië heeft al jaren geleden mijn hart gestolen. Net als veel Balkanlanden, voel ik me hier compleet thuis. De cultuur, de mensen, maar bovenal de veelzijdigheid van de natuur. Slovenië heeft daarbij nog een paar puntjes voordeel ten opzichte van andere Oost-Europese landen. Het is klein en overzichtelijk, enigszins aan te rijden, en, voor mij het belangrijkste voordeel, het is dunbevolkt en daarmee overheerst de natuur. Die schitterend is. ook deze keer heb ik me vergaapt aan adembenemende landschappen en vergezichten. Hier oogt de natuur nog ongerept en in balans. Mensen wonen hier in de natuur, met respect voor het landschap, in plaats van het te willen domineren en controleren. Zoals we hier in Nederland alles naar onze hand willen zetten, en daarbij de natuur ondergeschikt maken aan onszelf. Het voelt alsof de Slovenen begrijpen dat deze zaken hand in hand gaan met elkaar, en dat we elkaar nodig hebben. We zijn tenslotte onderdeel van de natuur.
Een hike rond de Julische Alpen
Het is bijna meivakantie en ineens heb ik zin om weg te gaan, op vakantie. De natuur in. Waarom gaan we niet lekker ver weg? Opper ik. We hebben 2 weken de tijd, we kunnen gaan wandelen, misschien een trail doen met het gezin! Ik duik op internet en vind al snel dat Slovenië prachtige hikes heeft en lange afstandswandelingen. De meeste gaan echter door de bergen en over grote hoogtes, waarbij je eventueel gebruik kunt maken van de vele berghutten. Dat is eind april misschien niet zo’n verstandig plan, waar het weer nog wispelturig is, en er vooral veel sneeuw op grote hoogte zal liggen. Dan vind ik de Juliana Trail: een ‘rondje’ rondom de Julische Alpen, waarbij je echter niet (erg) hoog gaat en vooral door de valleien wandelt. Maar wél met uitzicht op de bergen! Dat klinkt me als muziek in de oren.
Voorbereidingen in kleding en uitrusting
De weken die volgen houd ik nauwlettend de weersvoorspellingen in de gaten voor Slovenië. Het wisselt per dag. Van sneeuw, regen en vorst in de nacht, tot zo’n 21 graden en zon overdag. Er is geen peil op te trekken. Zoals we wel vaker doen, laten we het op de dag van vertrek aankomen: als het weer er dan oké uitziet, dan rijden we die kant op. En anders stellen we de plannen bij. Ik heb nog een paar dagen om de laatste voorbereidingen te treffen. Na ons tripje over het Veluwe Zwerfpad, moest ik concluderen dat de kinderen ook écht andere spullen nodig hadden. Ze sjouwden zich een breuk aan hun zware jassen en dikke truien. En dan ook nog een dikke, zware slaapzak erbij. Omdat we deze avonturen vaker (gaan) maken, koop ik verschillende lichtere, warme slaapzakken. Express verschillende, met de gedachte om uit te proberen wat ieders voorkeur is, en ook afhankelijk van het weer een andere slaapzak te kunnen kiezen. De allerlaatste vrije dag vóór vertrek, kopen we lichte, sneldrogende wandelkleding, warme truien en regenjassen voor de kinderen. Nu zijn we écht compleet.
Kwetsbaar leven
Het moment van vertrek loopt anders dan we dachten. De dag ervoor hebben we een uitvaart van een sportvriendin, en de emoties hieromtrent hakken er behoorlijk in. We zijn moe van de afgelopen dagen en hebben nog niet ingepakt voor vertrek. We slapen wat uit, en hebben de tijd nodig om de spullen bij elkaar te rapen. Pas tegen half 11 rijden we weg, richting München, waar we ergens onze eerste kampeerstop hopen te maken. De weg ernaartoe voelt gek: we gaan op vakantie, maar bevragen elkaar welke nummers we op onze uitvaart zouden willen. Dat wij nu in staat zijn om op vakantie te gaan voelt als een luxe, maar door het recente verlies voelt het leven ook heel kwetsbaar.
Picknicken in Bled
Terwijl we Zuid-Duitsland naderen, loopt de temperatuur op. Als we de Oostenrijkse Alpen in zicht krijgen, is het tijd om een korte broek aan te trekken en de tent op te zetten. De volgende dag rijden we in zo’n vier uurtjes Slovenië in, waar we picknicken op de houten steigers aan het meer van Bled. Ik voel me vervuld, thuisgekomen, en ben op slag weer verliefd op het mooie Slovenië, met haar prachtige bergen, groene heuvels en kristalheldere rivieren. We checken het weerbericht voor de komende dagen, en stellen met een pruillip vast dat het morgen bar en boos wordt (er valt die dag bijna 28mm regen). Ons plan om die middag al te starten met de Juliana Trail schuiven we door naar overmorgen.
Met het gezin hiken
De hele Juliana Trail is zo’n 270km lang, met het officiële startpunt in Kranjska Gora. De route is opgebouwd uit 16 etappes (en 4 bonusetappes als je wilt). Omdat we met ons gezin lopen, doen we slechts een gedeelte van de trail, omdat we niet de tijd hebben de hele trail te doen, en we verwachten dat we als gezin trager en minder ver lopen. We starten bij etappe 8 in Bohinsjka Bistrica, en willen t/m etappe 13 lopen, tot Bovec, om vanuit daar met het OV weer terug te keren naar onze auto. Hier komen we later nog een paar minder welkome verrassingen tegen, die een goeie les vormen voor een volgende keer (hint: check van tevoren de feestdagen in het land van bestemming).
Grotten van Skocjan
De rest van de 1,5 dag besteden we in Ljubljana en in de grotten van Skocjan, die op ons allemaal grote indruk maken. Deze ondergrondse grottenstelsels doen me denken aan Moria, het land van de dwergen uit Lord of the Rings, met ruimtes zo groot als kathedralen, waarin stalactieten en stalagmieten van duizenden jaren in stilte druppelen. Na deze verstilling kom je terecht in een ander gedeelte van het grottenstelsel, waarin een ondergrondse rivier maar liefst 30km bulderend zijn weg baant, voordat deze bovengronds in Italië tevoorschijn komt. De grot toont de sporen van de ontdekkingsreizigers die als eersten hun weg baanden door de grot, langs huiveringwekkende afgronden, over smalle uitgehakte traptreden en houten hangbruggen, die ver boven de diepten bungelen. Ook wij steken het watergeweld over via een hangbrug die zo’n 45 meter boven de rivier hangt. De gehele grot is gevuld met de nevel van de rivier, die vandaag extra gezwollen is door de eindeloze regen die met bakken uit de lucht blijft vallen. Het is al meermaals voorgekomen dat de grotten in een kwestie van uren overstroomde, waar het waterpeil zo’n 60 meter boven de gebruikelijke waterstand aantikte. In dat geval zouden we nu zwemmen.
Hoeveel we nog niet weten
Als we de grot na een route van zo’n 3 kilometer verlaten, belanden we in het buitengedeelte, waar een deel van de grot lang geleden is ingestort. Het oogt als een jungle, met al het voorjaarsgroen op de karstrotsen. We lopen naar het uitkijkpunt, waar we een prachtig overzicht over de omgeving hebben, en ook de twee ingestorte plekken zien. Hoelang zou het duren voordat er opnieuw een stuk van het grottenstelsel instort, door het eindeloze gelik van de rivier, waarna de muren laagje na laagje, druppel na druppel aan stevigheid verliezen? De dagen erop vraag ik me dikwijls af of we misschien zonder het te weten over een grottenstelsel lopen. Hoeveel is er dat we nog niet weten? Het blijft een fascinerende gedachte.
Idyllisch kamperen
We vinden een camping in een waar paradijs, in Dolsko. Verstopt achter een boerderij, die tevens dienstdoet als uitvalsbasis voor dagjesmensen op de fiets of de benenwagen en waar heerlijke huisgemaakte hapjes geserveerd worden door de trotse, vriendelijke eigenaar. De zoon van de familie troont ons mee naar de achterzijde van de boerderij, waar we onder romantisch begroeide prieeltjes langs paarden en kippen lopen, over een houten vlondertje de beek oversteken en uitkomen in een beeldige fruitgaard met bloeiende bloesembomen. Hier zetten we de tent op, en voelen ons koning te rijk. In de boerderij doen we ons in de zomerse zon tegoed aan huisgemaakte frikandeau en worstjes, en drinken de kinderen zelfverbouwde appelsap. De eigenaar laat vol trots het fotoboek zien van de verbouwing die dit gezin aan de boerderij heeft verricht.
Gelukkig in het groen
Liggend op mijn rug in het gras met de zon op mijn huid, wegdommelend met een boek in mijn hand, kijk ik tevreden hoe de kinderen pootjebaden in de beek en hoe de paarden in de wei erachter enthousiaste bokkensprongen maken in de zon. We zijn omgeven door groene heuvels en natuur zover het oog reikt. Als je onze auto wegdenkt, is het alsof we 100 jaar terug in de tijd zijn gestapt. Ik zou hier zó kunnen wonen, denk ik gelukkig. Nog even, en we starten ons avontuur op de Juliana Trail, waarover later meer.