Nederland

RopaRun editie 2023 een feest met een lach en een traan

roparun 2023 noord route loodswezen rotterdam team 23 estafette sporten verdriet kanker goede doel rouw afzien samenwerken natuurlijksportief michelle houtman struinstories

Struinen was er niet bepaald bij, dit Roparun weekend. Eerder keihard rennen! Maar wát een mooi avontuur, dwars door Nederland. Vanaf Vliegveld Twente, naar het topje van Groningen, en weer dwars door Nederland naar Rotterdam. In totaal zo’n 560 kilometer afleggen, verdeeld over 8 lopers. Vorig jaar maakte ik voor het eerst kennis met dit evenement. Ik had er weleens van gehoord, maar me er nog nooit volledig in verdiept. Om me heen merk ik nog steeds veel onwetendheid over dit prachtige evenement, en ook de media zou hier meer promotie over kunnen maken. Al is het alleen maar om op lokaal niveau de verschillende deelnemende gemeenten op de kaart te zetten.

Estafetteloop voor het goede doel

De Roparun is een estafetteloop waarbij geld wordt opgehaald voor goede doelen, die allemaal iets te maken hebben met kanker. Denk aan onderzoek hiernaar, behandelingen bekostigen, preventiewerk, maar ook geld voor hospices, het toevoegen aan meer leven aan dagen, waar geen dagen aan het leven zijn toe te voegen. Het loodswezen rent al sinds het begin mee met team 23, en haalt elk jaar een mooi bedrag op. Het is een evenement met een serieuze ondertoon, waarbij de uitvoering vooral een groot feest is, en een fysieke uitdaging.

Vertrouwen terugwinnen in mijn lichaam

Maar even terug naar het begin. Vorig jaar deed ik mee als loper en liep in dat weekend een knieblessure. Ik had het evenement en de impact hiervan behoorlijk onderschat. Dit jaar betekende voor mij de herkansing, en het terugwinnen van het vertrouwen in mijn lichaam was tevens ook mijn persoonlijke doel binnen mijn zencursus. Van tevoren had ik daarom al de nodige kilometers in mijn lichaam zitten, hoewel dit vooral in de vorm van lange afstanden wandelen en hiken met bepakking was. Maar tijdens die trips merkte ik al dat mijn benen sterker werden en dat langdurige belasting geen problemen gaf voor mijn knie. Ik had goede hoop voor dit jaar, ondanks de weinige momenten van hardlopen vooraf. De laatste 3, 4 weken probeerde ik een kleine inhaalslag te maken door zo’n 4x per week een kort rondje te hardlopen.

Hoe het in zijn werk gaat

Het moment suprême brak aan, en zaterdagnacht stonden mijn mede teamgenootjes voor onze deur om naar de Heijplaat te rijden, de opkomstlocatie van Team 23, van het Loodswezen Rotterdam. In totaal bestaat het team uit zo’n 25 man. Van teamcaptain, tot koks, sportmasseur, lopers, fietsers, chauffeurs, navigators en ondersteunende staf voor het op- en afbreken van het kamp. Van deze 25 man zijn er 2 teams. Elk team heeft 4 lopers, 2 fietsers, een chauffeur en een navigator. Als een team onderweg is, blijft het andere team op het kamp, waar er tijd is om te eten, een massage te krijgen, en vervolgens in de rust te gaan.

Slapen doen we thuis wel

Hoewel rust meer een theoretisch concept is. Met een bezweet lichaam in een rijdende camper proberen te slapen, heeft meer weg van een tennisbal in een droger, inclusief de hoge temperaturen. Niet zelden waande ik me in het schommelschip op de kermis, en het afremmen en optrekken went nooit. Slapen wordt een luxe die maar voor de lucky few is weggelegd deze dagen. Wanneer de campers het volgende plekje hadden gevonden, begon de opbouw van het kamp, zoals altijd begeleidt met het nodige gestommel, gebonk en gelach. Bovendien gierde de adrenaline vaak nog in mijn lijf, waardoor ik vaker half opgefokt naar boven lag te staren, dan dat het lukte om schaapjes te tellen. Nee, slapen doen we thuis weer.

Rennen, eten, rusten, repeat

Het lopende team heeft steeds zo’n 45 tot 50 kilometer te overbruggen, verdeeld over 4 lopers. Vaak waren we daar 4 tot 5 uur mee bezig, met een gemiddelde snelheid rond de 12 kilometer per uur. Dat is een tempo die ik in mijn vrije tijd nooit op zoek. Maar omdat het steeds 1 kilometer per keer is, is het nét te doen. Na elke kilometer tik je je teammaatje aan, die het stokje overneemt en verder rent. Vervolgens stap je de lopersbus weer in, die op elke kilometer stopt voor een nieuwe wissel. Tussen het rennen heb je dan ongeveer 15 minuten rust, hoewel je niet echt uitrust met het steeds in- en uitstappen, drinken van wat water, leegeten van een zakje chips of het aan- of uittrekken van een kledingstuk vanwege de warmte.

Perfecte weersomstandigheden

Dit jaar begon het andere team. Wij mochten dus eerst in de rust, en hadden die zaterdag ochtend en middag om nog een beetje bij te slapen, en van het heerlijke weer te genieten. In tegenstelling tot de stortbuien en eindeloze regen vorig jaar, is dit weekend qua weersverwachtingen perfect: zonnig, rond de 20 graden. De nachten zullen wat kouder zijn, maar daar is op te kleden. Ik ben allang blij dat het droog blijft, omdat ik vorig jaar merkte dat mijn spieren snel afkoelde door de regen en ik ze niet meer goed warm kreeg met steeds een kilometer rennen. We doden de tijd met sterke verhalen, ons nog maar een keertje insmeren tegen de zon, en het snoepbuffet soldaat maken uit verveling. Niks doen is lastiger dan het lijkt als er iets spannends te wachten staat.

Rennend door heel feestend Nederland

Eindelijk was het zo ver en werden we afgelost door team A. We gingen van start, vol adrenaline en goede zin! Onze startplek was in de buurt van Vasse, boven Tubbergen. We eindigden deze etappe boven Coevorden, waar we direct een leuke doorkomst hadden. Mensen langs de route, en vooral bij de dorpjes en steden waar we doorheen rennen maken er werk van om ons aan te moedigen. Er zitten regelmatig mensen langs de weg, er worden tuinfeestjes gehouden, slingers opgehangen, muziek gedraaid, snoepjes uitgedeeld door kinderen, en andere feestelijkheden. Ook ’s avonds en ‘s nachts worden we niet vergeten: borden en teksten langs de weg, opgehangen lampjes of geplaatste potjes met waxinelichtjes langs de weg, feestjes tot in de late uurtjes, een verlicht hart, foto’s van mensen waarvoor we het doen… het is hartverwarmend.

Verlies verwerken met elkaar

Deze editie heeft een extra bijzondere lading. Onze gezamenlijke sportvriendin is in april overleden aan kanker. De chauffeur van ons team heeft haar foto uitgeprint om in de lopersbus te hangen, zodat zij met ons mee reist deze trip, en zodat we goed blijven herinneren waar we dit evenement voor doen. Van een loper uit het andere lopersteam is kortgeleden zijn vader aan kanker overleden. En van een derde loper ligt haar schoonvader op sterven, waarvoor ze een t-shirt draagt met zijn foto. Het gezamenlijke verlies en leed verbroederd en maakt ons nog meer vastberaden de finish te halen.

Laan der Bezinning

Het is dan ook een heel bijzonder moment als we onder Almelo de welbekende Laan der Bezinning oprijden. Hier verzamelen de nabestaanden van slachtoffers aan kanker, en schrijven de teamleden en anderen naar wens een boodschap aan mensen die overleden zijn aan deze ziekte, of hier nu aan lijden. Als we de stoepkrijtjes aan het begin krijgen uitgereikt, verwacht ik niet dat deze al zo snel op zijn: iedereen schrijft wel één of meer namen op. Als ik ons teamgenootje ‘mama’ op zie schrijven en zie volschieten, krijgen we het allemaal even te kwaad, en zoeken we troost bij elkaar met een groepsknuffel. Het samen kunnen rouwen en tonen van dit verdriet, maakt dat er geen woorden nodig zijn. De verbinding en het samen zijn met elkaar is genoeg. Het is een waardevol moment voor ons allemaal.

Ondergedompeld in het feestgedruis

Even later is het alweer tijd voor feest, en is het één grote gekte in Almelo, met afgeladen terrassen, bands, podia en overal applaudisserende en joelende mensen. Wát een genot. Op deze doorkomsten stapt iedereen op de fiets, om te genieten van het feestgedruis, en doen we een run-bike-run. In plaats van terug de bus in te gaan, pakken we een fiets, en wisselen we op die manier door. Ook op plekken waar de bus niet kan komen, bijvoorbeeld in afgesloten natuurgebieden, doen we run-bike-runs. Soms duurt het meer dan een uur voor we als team weer compleet zijn en de bus weer terugzien.

Hartverwarmende verrassing bij naderend knakmomentje

In de tweede nacht heeft de chauffeur samen met de navigator in zo’n run-bike-run-tussentijd een verrassing georganiseerd: op zijn campingaz heeft hij voor ons allemaal warme chocomelk warm gemaakt, en een massa break light staafjes ingeslagen, waarmee we vervolgens vol worden gehangen. Voor de lopers en fietsers heeft hij nog lichtgevende diademen, die het plaatje helemaal afmaken. Als een soort knipperende, fluorescerende stickmans rennen en fietsen we de nacht verder in, terwijl in de bus de overgebleven breaklights als slingers worden opgehangen. Wát en toffe verrassing, die precies op een moment komt dat we het kunnen gebruiken. De tweede nacht staat erom bekend dat hij zwaar is. Toenemende vermoeidheid door slaapgebrek en fysieke belasting stapelen op, en dan kan het moeilijk zijn gemotiveerd te blijven. Toch blijft het binnen ons team een fijne sfeer. Er is geen competitie of onenigheid. We brullen mee met slechte nummers, de fietsers leiden ons af met anekdotische verhalen of opzwepende muziek, de navigator en chauffeur blijven maar vrolijk en optimistisch. We grazen uit de bodemloze bakken van zoute noten, dropjes, chips en allerlei varianten candybars. Het is luilekkerland op wielen in de bus.

Dwars door het bejaardentehuis

We boffen met onze routes. We hebben veel doorkomst locaties, en rennen door bejaardentehuizen, hospices, de brandweerkazerne en andere grappige plekken heen. Het weer blijft schitterend, en we rennen door glooiende heuvels langs de Duitse grens en dorpjes die ik van naam ken (Bourtange, Ter Apel), maar niet eerder ben geweest. We rennen met elkaar zó hard, dat we door de organisatie op een gegeven moment worden verzocht te wachten. We moeten een uurtje doden voor we verder mogen rennen, die we gebruiken door een boerderij te bezoeken met melkkoeien, waar de boer trots uitlegt hoe een en ander in zijn werk gaat. Ook rennen we langs plaatsen, zoals Emmen, Apeldoorn en over de Veluwe, waar ik met Steef als tiener regelmatig met zijn ouders op vakantie ben geweest. Het is bijzonder hier, zo’n 20 jaar later, weer samen met de Roparun doorheen te rennen.

Sterke teams

Beide teams doen het goed, fysiek zijn we allemaal in goeie doen, niemand heeft last van noemenswaardige blessures, en hoewel het lichaam natuurlijk steeds meer begint te protesteren en stroef en stram voelt, weet de masseur iedere keer toch weer het ergste weg te masseren, waardoor we weer verder kunnen. Intens dankbaar ben ik voor mijn gezonde lichaam, die deze last voor mij kan dragen, en ook trots en blij dat dit nu lukt. Het vertrouwen in mijn lichaam is hiermee hersteld, ik heb nu ervaren dat ik hier zelf invloed op kan uitoefenen.

Afsluiten van een verdrietig hoofdstuk

Ergens op de route wordt ons busje gespot door een verslaggever van de Roparun radio. De foto van ons sportmaatje trekt de aandacht, en de verslaggever komt verhaal halen: of ik mee wil werken aan een interview. Ik stoot mijn medeloper aan, die óók een verhaal heeft met betrekking tot haar schoonvader, en beiden lichten we onze situatie toe. Hoe ontzettend bijzonder dat dit zo loopt, het voelt alsof het zo moest zijn. Ik ben blij en dankbaar dat we onze verhalen kunnen delen, ook met de nabestaanden van Jonneke. Het lopen van de Roparun voelt voor mij als een afsluiting van dit hoofdstuk, een ontbrekend puzzelstukje dat nu is gelegd.

Bekenden tegenkomen

We rennen door de Graafstroom, het mooie buitengebied in de buurt van onze woonplaats. Daar kom ik, hoe is het mógelijk, een bekende tegen terwijl ik net even buiten sta te wachten tot iedereen weer terug is van een plaspauze. Het is mijn groepsgenootje van defensie, die mij bij toeval herkende terwijl hij langsreed in de auto. Niet veel later belt een andere vriend, die ook langs de route staat. Het zien van bekenden onderweg geeft een extra boost en draagt bij aan de algehele fijne stemming.

De laatste kilometers op karakter

Het einde komt in zicht, de laatste etappe doen we met beide teams in de vorm van run-bike-run. het is nog zo’n 26 kilometer tot de finish op de Coolsingel. Deze kilometers gaan op karakter, waarbij ik soms het gevoel heb dat ik vlieg, en soms alsof ik mezelf door drijfzand moet voortbewegen. Ik kijk uit naar de finish, het feest in Rotterdam, en ook naar het moment van die warme douche en mijn zachte, stilliggende bed. We pakken feestjes mee in Ridderkerk en Barendrecht, waar we moedwillig eventjes de weg blokkeren om ook andere teams met ons mee te laten dansen op de feestmuziek die de dj draait. Het is één en al euforie. Als we dan eindelijk door de haag van mensen Rotterdam in komen, vallen we elkaar kort daarna in de armen. Wat een editie, wat een prestatie. Wat is het een eer om hieraan mee te kunnen doen en wat ben ik intens dankbaar voor ons fijne team, de toporganisatie en mijn lichaam, die mij deze dagen heeft gedragen.