Trektocht door Bosnië: Drvar naar Ostrelj
Hoogtemeters, hoogvlaktes en knakmomenten
Ik slaap niet goed, door het plakken en zweten, en ben dan ook blij als de wekker gaat. Het is nog schemerig als we opstaan en de tenten opbreken en inpakken. Al om 8u zijn we gereed en beginnen we aan de eerste van vele, véle hoogtemeters vandaag. We hadden gisteren al uitzicht op de berg die we vandaag gaan beklimmen, en dit blijkt geen kleintje te zijn. We maken maar liefst 1200 hoogtemeters en ruim 30 km vandaag. Gelukkig wisten we dat niet van tevoren, anders hadden we er waarschijnlijk niet eens aan begonnen. Ons plan is om in 2 dagen naar Bosanski Petrovac te lopen, zo’n 50km verderop. Maar door de hoogtemeters schieten we totaal niet op! We lopen vaak maar 2km per uur, een slakkentempo. Ik reken in stilte uit waar dat op neerkomt en spreek mijn zorgen maar niet hardop uit.
Stilte en slangen
Als we eenmaal boven aan de berg komen, lopen we over prachtige hoogvlaktes. Overal waar we heen kijken, worden we omringd door natuur, heuvels, wuivend groen, geel en goud gras. Er is geen huis of sterveling te zien. Er heerst een totale stilte, wat bevreemdend aandoet. Ik ben gewend de vogels te horen fluiten in de zomer, of insecten te horen zoemen, fladderen of krekelgeluiden te horen maken. hier in Bosnië is het anders, de stilte ligt als een dikke deken over de natuur heen, alsof iemand op de mute knop van de wereld heeft gedrukt. Ik kan me niet herinneren dat ik ergens zo’n bizarre stilte heb gehoord. Ik gebruik mijn stok om deze in de grond voor me te prikken en te kloppen en vegen door het hoge gras voor me. Hier in Bosnië wonen talloze slangen, en ik ben me ervan bewust dat de kans aanwezig is dat we deze tegenkomen. Ze verstoppen zich ook graag in het gras, dus probeer ik zoveel mogelijk te stampen met mijn voeten en stok om ze alvast te waarschuwen zodat we niet op ze gaan staan.
Even snickeren
Meia heeft even een knakmomentje terwijl we verder stijgen op de berg. Ze heeft het warm, alles doet zeer en het continue stijgen ontmoedigd haar. We pauzeren in de schaduw om te ‘snickeren’ zoals Signe deze boostmomentjes heeft genoemd. Onze doorweekte t-shirts trekken we uit en hangen we over de takken om te luchten. Na voldoende water en afkoelen in de schaduw voelt iedereen zich weer een stuk beter en vervolgen we onze weg. Fosse komt naast me lopen. ‘mam, zullen wij ook eens een wandeltocht samen maken?’ Hij heeft duidelijk de smaak te pakken en geniet van de tocht. Mijn hart maakt een sprongetje, want wat is er leuker dan wanneer je kind net zo enthousiast is over jouw passie als jijzelf?
Bier in the middle of nowhere
De ene vallei volgt op de andere en uiteindelijk lopen we in een natuurgebied waar her en der een vakantiehuisje staat. Elke kans grijpen we om ons water bij te vullen. We hebben geluk, bij één van de hutjes zijn mensen bezig met hout hakken en andere werkzaamheden, en krijgen we een gekoelde fles water mee. We lunchen in de prachtige natuur, waar ik noodles maak, en we met elkaar brood met tonijn, plakjes worst en noten verdelen. Een uurtje later passeren we een ander huis, waar Steef nieuw water vraagt, en we naast volle flessen ook een blikje bier toegestopt krijgen. Lachend en dankbaar lopen we verder, een biertje in de the middle of nowhere! We dalen en stijgen verder, heuvel na heuvel, vergezicht na vergezicht.
We ruiken geurende bloemen en kruiden, en zien exotische exemplaren die we nooit eerder hebben gezien. De kilometers rijgen zich aaneen. Gelukkig stijgt het niet meer zo steil waardoor ons tempo hoger ligt nu. Ondertussen speur ik de omgeving af naar een geschikte kampeerplek, maar dit gebied leent zich allerminst om de tent op te zetten. op mijn horloge zoek ik de omgeving af naar een vlakte of bebouwing waar we kunnen kamperen, maar de openbare weg is nog een eind weg.
Synchroniciteit in de praktijk
We komen op een kruising van modderweggetjes waar we even pauzeren. Steef zit er een beetje doorheen, hij heeft last van pijntjes en weinig zin meer. Ook bij de kinderen begint de afstand zijn tol te eisen. Ons water gaat continu veel harder op dan we willen vanwege de hitte, waardoor we een chronisch tekort ervaren. Ik open een zakje zoute pinda’s voor een mentale boost terwijl ik in stilte bedenk hoe we met het watertekort moeten omgaan. Op dat moment komt er out of the blue een stoet 4×4 jeeps voorbijrijden. Meia springt direct op en zwaait met haar armen om de Tsjechen te laten stoppen. Dapper vraagt zij direct om water, en met succes: de achterklep gaat open waar voor ons een fles water wordt gepakt. Hoe bijzonder is dit! Iedere keer wanneer we iets nodig hebben, komt het bijna als vanzelf op ons pad. In dit geval zelfs letterlijk. Het is de ervaring die ik al zo vaak heb gehad tijdens de trektochten. The trail provides, wordt ook wel gezegd. Ik zie het vooral als een synchroniciteit: op het moment dat je je intenties en doelen helder hebt, helpt het universum een handje om dat te bewerkstelligen. Prachtig hoe dat werkt. Als we hier niet hadden gepauzeerd, hadden we de zeldzame voorbijgangers gemist. Toeval bestaat niet.
Spelletjes onderweg
Met extra water gaan we met meer vertrouwen verder, maar iedereen is er intussen wel klaar mee. het loopt al tegen 18u en het einde van de route is nog steeds niet in zicht. We proberen de motivatie erin te houden door samen vakantieherinneringen op te halen, spelletjes te doen en muziek te luisteren. Spelletjes die we vaak lopend doen zijn bijvoorbeeld woordslangen: dieren noemen, waarbij de laatste letter de beginletter van het volgende dier is. Of raadspelletjes: een voorwerp of mens in gedachten nemen en de ander hier vragen over laten stellen waar je alleen met ja en nee op mag antwoorden. Of gewoon gesprekjes aan de hand van vragen zoals ‘wat is je favoriete plek, waar wil je echt nog eens naartoe in je leven, welk beroep lijkt je leuk en waarom, etc.’
Nieuwe hoop en uitgestelde teleurstelling
We lopen intussen al uren door een bosrijk gebied, zonder veel uitzicht op de omgeving. Af en toe heb ik een beetje bereik, en benut ik die momenten om even op google maps te kijken. Volgens google zit er op 5,4km afstand een restaurant! Opgetogen en met hernieuwde hoop op een afsluiting van de avond met een lekkere, comfortabele maaltijd, zetten we de pas er weer in. Na zo’n 20min doorlopen kijk ik opnieuw en zie tot mijn schrik dat we verkeerd zijn gelopen. Shit! Hoe kan dat nou, we zijn geen afslag gepasseerd, die er volgens google maps wel zou moeten zijn. We lopen terug om deze te zoeken, maar op het punt dat deze volgens google zou moeten zijn, is er niks anders dan struikgewas, bomen en begroeiing. Als hier al ooit een pad is geweest, dan is dat al deccenialang overwoekerd. We hebben geen andere keus dan terug te keren naar de originele route en om te lopen richting de bewoonde wereld.
Geen water, wel bier
Van de vrolijke stemming van zonet is maar weinig over. Het is ineens alsof we met tegenwind door de stroop lopen. Iedereen zucht en raakt wat in zichzelf gekeerd. Ineens hoor ik ergens een auto in de verte, en even later zien we inderdaad de grote weg een stuk lager liggen, verderop. Maar langs de doorgaande weg is geen huis of andere bebouwing te zien. Het is enkel een provinciale weg door de bergen. Met onze blik speurend naar opties, worden we opgeschrikt door een grote, blaffende hond die ineens vanuit het struikgewas op ons af rent. Onze Mali twijfelt geen moment, en rent op zijn korte pootjes heldhaftig op de grote hond af. Door het geblaf heen, hoor ik ook een mannenstem roepen, hij lijkt de hond terug te roepen. Een man! Dan moet er een huis vlakbij zijn, of een auto! Ik zie een man bij een klein hutje staan, links van ons pad. Ik versnel mijn pas en vraag of hij water heeft. De man schudt ontkennend, maar trekt in dezelfde beweging triomfantelijk een groot blik bier tevoorschijn: ‘ik heb wel bier!’.
Opnieuw een knakmomentje
Ik weet niet of ik moet lachen of huilen. Geen water. We vinden eindelijk een levende ziel, maar hebben alsnog een probleem voor de nacht. Ik heb me tot dat moment sterk gehouden. De kinderen en Steef hadden het zwaar. Ik probeerde de sfeer erin te houden, door te zetten, te motiveren. Maar nu, terwijl de schemering inzet en ik uit al mijn opties ben, weet ik niet meer wat we nog kunnen doen. Marko, de jongen bij de hut, blijkt de toegang tot het bos te bewaken, om te controleren op illegale houtkap. Hij slaapt in een provisorisch hutje, zonder verdere voorzieningen, en lijkt te leven op blikken bier. Ik kijk het terrein waar zijn hut op staat rond. Het is vrij vlak, maar bezaaid met rotzooi, losse boomstronkjes, takken en andere dingen. Er staat een olievat dat uitpuilt van het afval. Een paadje loopt dieper het bos in naar een houten hokje, ik vermoed een plek die moet doorgaan als toilet.
Kamperen bij Marko
‘Kom op, drink tenminste een biertje met me mee’ dringt Marko aan. Ik heb dorst en het bier lonkt, het is tenslotte vocht. Dan kunnen de kinderen ons resterende water gebruiken. We hebben in ieder geval genoeg voor vanavond en morgenochtend als we zuinig doen. Wat er ook gebeurt, we zorgen er altijd voor minstens 3 liter voor ons vijven achter de hand te hebben. Dat komt nu goed uit. We vragen Marko naar huizen in de buurt, waar we water kunnen halen, maar die opties blijken er niet te zijn. Het restaurant dat ik op google zag, is hier nu zo’n 7km vandaan. Te ver voor vandaag, maar prima om morgen naartoe te lopen om ons water bij te vullen. ‘Kunnen we misschien hier onze tent opzetten?’ vraagt Steef aan mij. Ik kijk rond. Als we wat hout wegrollen, is er misschien net plek genoeg voor onze tentjes. We wagen het erop.
Fikkie stoken en spek roosteren
Marko is dolblij met onze vraag of we mogen blijven kamperen en werpt zich direct op als een avondprogramma vol entertainment. Zo te horen is dit blik bier niet zijn eerste van vandaag, maar Marko blijft ontzettend vriendelijk en gastvrij en weet de kinderen nieuw leven in te blazen door zich te ontpoppen als een ware kindervriend en ze mee te nemen om een vuurtje te maken waarboven we spek roosteren die hij van huis heeft meegenomen. Hij deelt zijn eten met ons: brood en spek, en zijn dierbare bier. Ik verbaas me over de energie die de kinderen ineens weer ergens vandaan hebben getoverd. Ze kletsen en bewegen energiek met Marko, helpen de boomstronken wegrollen bij de kampeerplek en het vuur aanmaken terwijl wij de tenten opzetten. Ongelooflijk wat een veerkracht kinderen hebben.
Waar zij hun pijntjes en vermoeidheid op slag lijken te zijn vergeten, overvalt de vermoeidheid mij ineens. Ik ril, mijn kuiten zijn erg verbrand en doen zeer, ik ben kapot en heb dorst. Ondanks de inspanningen heb ik totaal geen honger, dus drink ik vooral en wil dan zo snel mogelijk mijn bed in om te slapen. Steef maakt pastamaaltijden klaar, laat er ééntje aanbranden, waardoor we nog minder water overhouden. Met moeite eet ik een paar hapjes voor ik dankbaar afscheid neem van Marko, die nu duidelijk op zijn praatstoel zit en blij is met de aanspraak die hij heeft.
Een tegenvaller…
Ondertussen zoek ik mijn oplaadkabel van mijn horloge, waar onze gps route staat. Ik graai in mijn tas, maar het kabeltje zit niet in mijn bovenvak waar hij hoort. Ik probeer de andere vakjes, mijn jas- en broekzakken… oh god… ik kom de tent weer uit: ‘de oplaadkabel is weg’. Steef en ik keren we de tassen binnenstebuiten, zonder succes. Mijn hart klopt in mijn keel, en de tranen springen in mijn ogen. Mijn horloge is onze lifeline, onze navigatie! Zonder horloge kunnen we niet lopen! Ik breek mijn hoofd over de plekken waar ik hem heb gebruikt en kom uit op de tuin waar we vanmorgen zijn vetrokken: ik weet dat ik hem de dag ervoor op de picknicktafel heb gebruikt. Shit! Zou hij daar nog liggen? Hoe komen we daar nu terug? En wat nou als hij daar niet ligt? Zou deze garmin kabel wel te koop kunnen zijn in Bosnië? Ik heb nog nergens een elektronicazaak gezien hier. Ik kan wel janken, hoe is dit mogelijk! Als ik mijn horloge niet kan opladen, kunnen we niet verder en moeten we onze tocht noodgedwongen afbreken. Steef stelt voor dat we gaan slapen en morgen verder kijken. Het is donker nu, misschien ligt hij wel ergens op de grond. Misschien heeft Marko een idee.