Spanje, Trektochten

Spanje gr7 dag 1 / 30 Alicante – Cullar

spanje gr7 e4 e7 trektocht soloreis kamperen wildkamperen hiken wandelen soloreis cullar alicante ficus

1 oktober 2024 De start van de tocht

Het is oktober! En vandaag begint mijn tocht echt. Straks pak ik de bus naar Cullar de eindbestemming van vorig jaar en de startplek van dit jaar. Maar eerst drink ik mijn koffie en maak ik mijn ontbijt klaar. Nu maak ik nog dankbaar gebruik van de koelkast, waarin ik mijn yoghurt en melk kan koel houden.

Welke avonturen ga ik tegemoet? Ik krijg zoveel leuke reacties van mensen, die me succes wensen, die meelezen op mijn blog en meegenieten. Dat doet me goed, het is fijn om te kunnen delen in geluk. Het maakt me ook nieuwsgierig: waar kan het toe leiden? Ik droom nog steeds van boeken schrijven en meer met schrijven doen in het algemeen.

Het reizen naar de start van mijn wandeltocht geeft me kriebels in mijn buik. Net als vorig jaar ervaar ik toch opnieuw de nodige spanning, hoewel ik het deze keer beter heb aangepakt door al vooruit te plannen en mijn buskaartjes online te boeken. Naar verwachting zal ik rond 12.40u aankomen in Cullar. Daar zal ik nog lunch en avondeten scoren, en dan begint het feest écht.

Mijn nieuwe schoenen voelen onwennig, en onder mijn rechtervoet voelt het gevoelig. Vlak voor vertrek ben ik thuis uitgegleden op de trap en maakte ik een misstap met mijn rechtervoet, die ik nu voel. Hopelijk is dit niets, en is het een kwestie van wennen, maar ik kan de bezorgde gedachtes over de schoenen en mijn voeten toch niet helemaal negeren.

Intenties voor deze reis

Hoeveel etappes zal ik nog in Spanje lopen? Twee? Vorig jaar liep ik 800km, maar dat voelde alsof ik mezelf aan alle kanten overvraagd had. Dit jaar wil ik liever en milder zijn voor mezelf, dus verwacht ik minder kilometers te maken. Ik wil me trouwens helemaal niet richten op die afstanden, maar gewoon genieten van het lopen en kunnen verwelkomen wat zich aandient op mijn pad. Letterlijk én figuurlijk.

Naarmate ik verder naar het noorden loop, zal ik op andere momenten in het jaar moeten gaan lopen. Als ik de Pyreneeën ga oversteken, moet ik ervoor zorgen dat ik de juiste materialen bij me heb, en ook op het juiste moment ga. In oktober kan er al sneeuw vallen. Naarmate ik dichter bij huis loop (relatief gezien dan), is het misschien ook mogelijk om met de trein te reizen om onnodig vliegen te vermijden.

Vandaag verlaat ik de palmbomen, zee en mediterraanse kust. Ik ruil ze in voor het stof en de droogte van de bergen en woestijnen in Andalusië.

1 oktober 2024 19.12u

Na het ontbijt van yoghurt en ‘geleende’ cruesli en idem oploskoffie in het hostel, zet ik koers richting het busstation van Valencia. Via een brede boulevard met prachtige, grote ficussen loop ik die kant op. Wat een bijzondere bomen zijn dit! De hangende slierten die doen denken aan lianen, reiken tot aan de grond, waar ze vervolgens weer aan vastgroeien, zoals stalactieten die door de eeuwen heen een kolos vormen met de stalagmieten. Ik kijk mijn ogen uit. Zouden ze misschien bedoeld zijn als extra steunpilaren om de boom te dragen? Wortelen ze weer in de grond?

Hoeveel heeft een mens nodig?

Aan de linkerkant heb ik uitzicht over de zee, waar in de haven de jachten dobberen. Er staan kiosken vol souvenirs en viskraampjes die hier en daar hun luiken al openen voor vroege klanten. Mijn kleine huisje op mijn rug vormt een schril contrast met de peperdure, meterlange jachten naast me. Hoeveel heeft een mens nu daadwerkelijk nodig om gelukkig te zijn?

Al snel ben ik op het station, en vind ik mijn eerste bus naar Murcia. Er volgt een rustige rit met een krappe overstaptijd op Murcia, wat voor de nodige zenuwen zorgt. Mijn aankomsttijd is precies gelijk met de vertrektijd van de volgende bus. Ik kijk rond, maar zie nergens mijn volgende bus. Na tweemaal vragen vind ik toch de juiste, waar de busschauffeur gelukkig nog bezig is met het inchecken van de passagiers. In tegenstelling tot vorig jaar, toont de buschauffeur zich relaxt en behulpzaam, wat een positieve uitwerking heeft op mijn gemoed en zenuwen.

Ik ben er: de startplek van mijn solotocht

Een wederom rustige rit naar Cullar volgt. Als ik daar aankom, moet ik onwijs nodig plassen na alle uren in de bus. Het is intussen 13.00u als ik mijn rugtas op mijn rug hijs, op precies dezelfde plek waar ik exact een jaar geleden mijn laatste stappen op de trail zette. Ik herken de straat waar het tankstation met die aardige vrouw, en mijn hotel met de oude, kromgebogen man aan zitten. Met snelle passen zoek ik de eerste, beste bar op voor een sanitaire stop. Wat is het maf om terug te zijn! De dames achter de bar kijken me bevreemd aan als ik met de grote backpack binnen loop.

Terug op straat heb ik eindelijk genoeg rust om tot me door te laten dringen dat het zover is: ik ben bij mijn startpunt! Van vorig jaar weet ik dat Cullar een aardig dorpje is met voldoende supermarktjes en barretjes, waar ik mijn lunch en avondeten kan halen. Het busstation is onderaan het dorp, mijn route gaat door het dorp omhoog, het achterland in. Mijn ogen moeten wennen aan het felle licht en de lichte kleuren op de stoffige grond en zandkleurige huizen. Het is heet, tegen de 26 graden. In het dorp vind ik een supermarkt waar ik yoghurt, een soort all brans en een blikje bonen met iets wat op chorizo lijkt koop voor het avondeten. Ik zoek een plekje in de schaduw in het straatje achter de supermarkt en leun tevreden tegen een van de huizen om te eten. Uit een open raam boven me komt harde, spaanse muziek en ik hoor een vrouwenstem gepassioneerd meezingen en het sissende geluid van een pan waarin ze iets aan het bakken is. Lunchtijd voor Spanjaarden, de belangrijkste maaltijd van de dag, die vaak niet eerder dan 14.00u plaatsvind. Ik geniet nu al, terwijl ik mijn ‘ola’s’ en glimlach oefen op de mensen die voorbijlopen. Ik heb me voorgenomen om deze reis open te staan voor ontmoetingen, en voel me bijna verliefd, met fladderende vlinders in mijn buik van de opwinding.

De eerste stappen op de gr7

Al etende, probeer ik mijn gps track te laden op mijn horloge, wat door het grote bestand soms wat tijd kost. Ik prop alle boodschappen in mijn tas, trek verpakkingsmaterialen zoveel mogelijk van de producten af om ruimte te besparen en hang een pedaalemmerzakje aan de buitenkant van mijn tas als vuilniszakje. Het is 14.00u als ik helemaal klaar voor de start ben, en op de ‘start’ knop van mijn horloge druk. De eerste echte stappen op mijn tocht! Ik schuif mijn stok uit tot de juiste lengte (ik loop met één stok, want blijkbaar ben ik motorisch zo onhandig dat ik met twee stokken over mijn eigen stokken en voeten struikel), en sleep mezelf de steile slingerstraatjes door, omhoog het dorp uit. Daar passeer ik de bar waar ik vorig jaar koffie dronk terwijl ik op de bus wachtte. Daar, aan dat tafeltje zat ik, schreef ik!

Bovenaan het dorp heb ik een mooi overzicht over het dorp en zie ik verschillende casas cuevas, de grotwoningen die je in deze regio veel tegenkomt. Terwijl ik een foto sta te maken, stopt er een auto naast me met twee mannen. Ze vragen me waar ik heen ga. Ik vertel dat ik naar Orce loop, waarna ze me duidelijk maken dat dat de andere kant op is. Ik leg uit dat ik de gr7 volg, en dus niet de snelste route hoef te hebben. Met opgetrokken wenkbrauwen vragen ze of ik toch geen lift wil? Ik grinnik en bedank, en loop vrolijk door. Al snel kom ik bij een niet te missen routebord dat Orce aangeeft. Maar in plaats van de beloofde 23km geeft het bord 30,4km aan! Zoveel!? Blijkbaar is de route aangepast. Dat wordt sowieso wildkamperen, want zoveel kilometers gaat op een namiddag niet meer lukken. Gelukkig heb ik voldoende water bij me en hoef ik vandaag niet ver omdat de dag al vergevorderd is. Het is fijn om er op deze manier in te komen.

De woestijn in

Vanuit Cullar loop ik vrijwel direct de woestijn in. Overal om me heen bestaat het landschap uit zand en grind, beige kleuren, lage begroeiing in de vorm van stekelige struikjes in grijsgroene tinten of droge, gele grassen. Maar vaker is het landschap kaal, dor en leeg. Af en toe passeer ik kleine amandelboompjes. Soms doet het landschap denken aan duinlandschap, zonder ergens een zee te zien. Er is vrijwel geen schaduw onderweg, en ook kom ik geen mensen meer tegen, enkel wegschietende konijnen. Dit ben ik gewend van vorig jaar, en ik vind de rust zeker nu aan het begin van mijn tocht juist heerlijk. De stilte en ruimte voor mezelf. Door het gebrek aan bomen, heeft de wind soms vrij spel in deze gebieden, wat een welkome verkoeling geeft in de hete zon. Gelukkig is er soms wat bewolking, waardoor de zon minder brand dan ik me herinner van vorig jaar. Toch stop al snel om mijn t-shirt uit te trekken en in mijn topje verder te lopen. Ik smeer me dik in, wat is het warm! Huizen of dorpen zie ik niet onderweg. Wel loop ik langs enkele leegstaande huizen en boerderijen. Dat geeft me toch altijd een beetje een unheimisch, apocalyptisch gevoel.

Liever voor mezelf

Rond 16.30u krijg ik ineens weer honger. Ik besluit te stoppen om een portie havermout voor mezelf te maken. Vorig jaar heb ik een belangrijke les geleerd: ik was toen zó streng voor mezelf dat ik mezelf uitputte en weinig pauze gunde. Daardoor ben ik allerlei grenzen voor mezelf over gegaan en kon ik minder genieten dan ik had gewild. Dit keer heb ik me voorgenomen milder en liever te zijn voor mezelf en beter naar mijn lichaam te luisteren. Dus dat betekent nu de tijd nemen om wat eten voor mezelf klaar te maken. Het pad bestaat grotendeels uit een breed grind en gravelpad. Soms ligt het grind zo hoog, dat het lopen zwaar is, maar door gebrek aan hoogtemeters is het al met al heel goed te doen. Ik loop van 800 meter hoogte naar ongeveer 1000 meter hoogte, en als ik me omdraai heb ik uitzicht op de silhouetten van de gebergten waar ik vorig jaar doorheen trok. Toen heb ik gigantisch veel hoogtemeters gemaakt.

Op de eentonigere stukken trakteer ik mezelf op muziek waar ik hardop mee meezing. Er is hier niemand die mij hoort of er last van heeft, heerlijk! Een blik op mijn kaart vertelt me dat ik straks voorlopig het laatste naaldbomenbosje ga passeren. Om die reden besluit ik daar een kampeerplek te zoeken. Het is wat passen en meten tussen de boompjes, om een geschikte plek te vinden. In dit gebied maak ik me geen zorgen dat ik wordt gesnapt, maar ik lig wel graag zo vlak en zacht mogelijk, dus ben ik eerst altijd even bezig met het verwijderen van stenen, takjes, dennenappels en andere scherpe objecten, voor ik mijn tent opzet. De grond loopt een tikkeltje af, en ik lig een beetje scheef, maar dit is veruit de beste plek die ik kan vinden.

Afsluiting van de dag

In de laatste zonnestralen die ik probeer op te vangen tussen de pijnbomen, verwarm ik mijn blikje bonen au bain-marie. Dit doe ik echter iets te rigoureus, waardoor het water naar gas smaakt en niet meer bruikbaar is. Als ik iets au bain-marie verwarm, drink ik het verwarmde water vervolgens meestal op als thee, om geen water te verspillen, maar dat laat ik nu maar even zitten. De bonen blijken bovendien geen chorizo te bevatten, maar stukjes glibberig spek, die ik behoorlijk onsmakelijk vind. Geen succesmaaltijd dus. Maar ondanks deze kleine tegenvaller, geniet ik enorm van het gevoel van vrijheid en ruimte, nu ik hier weer midden in de natuur ben. Nadat ik even met thuis heb gebeld, mediteer ik om de dag af te sluiten, en kruip vervolgens tevreden en nieuwsgierig naar de komende dagen mijn tentje in.