Spanje gr7 dag 16 Restabal
De ochtend door de bossen
Tijdens het mediteren ervaar ik een immense rust en stilte, in het licht van de maan, in de kou, midden in het bos. Vanmorgen begint het wederom fris. Rond een uur of 7/8 lijkt het op zijn koudst. Mijn vingers bevriezen, maar het duurt niet lang meer voor de zon doorbreekt en de temperatuur toeneemt. Zo gaat het in ieder geval de afgelopen dagen. Vandaag begin ik op 900m en stijg direct naar 1300m, en het blijft in tegenstelling tot voorgaande dagen relatief fris, ook als de zon doorbreekt. Ik loop door dennenbossen en geniet van de prachtige spelingen van het licht en de geuren, het ruisen van de wind en de cadans van mijn stappen. Ik ga volledig op in de natuur en het moment. Na een poosje word ik ingehaald door een Belgisch stel op de fiets, die ook stukken van de GR7 fietst. De rest van de dag kom ik niemand tegen. Ook hier wordt hars gewonnen. Gisteren liep ik langs Resinara, de fabriek waarin vroeger de hars werd verwerkt. Nu is het een startplek voor wandel- en fietsroutes en kom ik op die plek inderdaad een aantal dagjesmensen tegen.
Elk bos zijn karakter
In de bossen voel ik me thuis. Dit zijn pijnboombossen, en de kruidige geur van de naalden en hars, die hier in grote mate geoogst wordt is heerlijk rustgevend. Warm en kruidig. De bomen zijn hier voorzien van emmertjes aan hun stammen, waarin de hars wordt opgevangen die wordt geoogst door sneeën in de bast te maken. Ik kan het niet helpen om me af te vragen of dit nu pijnlijk is voor een boom, het roept bij mij in ieder geval de associatie van aderlaten op.
Elk bos heeft zijn eigen sfeer, zijn eigen kleuren, bomen, ondergrond. Zijn eigen geluid van de wind door de takken, zijn eigen geuren. Ik voel me gelukkig om hier te mogen lopen, en dankbaar dat we op ons land in Slovenië ook een stuk bos hebben. Al lopende, komt bij me op dat God (of welke naam je er ook maar aan wilt geven) vele gezichten heeft. De groene heuvels die langzaam achter elkaar vervagen is er één van, net als het licht dat in stralen tussen de takken valt. Er is zelfs een naam voor dit fenomeen, zonneharpen.
God is overal
Voor mij is God overal in de natuur. In de eerste warmte die de hitte van de ochtend verdrijft, in de flonkerende sterrenhemel die ik ‘s ochtends vroeg zie als ik omhoogkijk, de stilte van de nacht die zich om me heen hult als een zachte, dikke deken. In het afzien van het lopen waardoor de dankbaarheid zoveel groter is. In die ene boom die me schaduw biedt na zo lang in de zon te hebben gelopen. In het dorpje waar op zondag een winkeltje open blijkt te zijn die me van vers brood voorziet. In het onverwachte kraantje langs de route na uren dorstig en oververhit rond te hebben gelopen. In de picknicktafel waar ik zittend mijn eten kan bereiden, of die beek, waar ik mezelf eindelijk kan wassen. Oneindig veel zaken die ik in het dagelijks leven voor lief neem, of zelfs niet eens opmerk, en hier als een godsgeschenk voelen.
Afzien om te kunnen waarderen
Het afzien is nodig om ze op die manier te kunnen waarderen. Thuis neem ik elke dag een douche, trek een cappuccino uit de machine en stap ‘s avonds mijn zachte, warme bedje in. Ik sta er amper bij stil. Nu geniet ik van mijn warme havermout en mok oploskoffie, omdat het mijn handen en maag verwarmt en me van nieuwe kracht voorziet in de koude ochtend. Ik ben blij als ik een vlak stukje grond tegenkom omdat ik daar mijn tent kan neerzetten. Zulke kleine dingen, maar op die momenten van groot belang. Het grootste belang zelfs, want als ik die zaken nodig heb, neem het al mijn gedachtes in beslag en is er geen ruimte meer voor ‘grote’ zorgen.
9-10-2023 20.29
In de verte vang ik al een glimp op van de Sierra Nevada, nu nog gehuld in wolken, maar het topje van de voorste bergen komt er bovenuit. Het oogt indrukwekkend hoog, terwijl ik zelf al hoog loop. Het roept gemengde gevoelens op dat ik daarheen loop: ontzag, enthousiasme, trots en angst. Na de bossen ga ik een kloof in, waar ik de loop van een drooggevallen rivier volg. Sommige stukken van het pad zijn sterk begroeid en diverse bomen zijn omgevallen en hangen nu over het pad, wat een avontuurlijke noot aan de route geeft. Het doet me denken aan stukken op de Juliana Trail in Slovenië, waar we ook behoorlijk over en onder bomen door hebben geklommen. Ik steek diverse keren de droge rivier over, wat in de lente wel een behoorlijke uitdaging zal zijn. Gelukkig blijven mijn voeten nu droog. Links en rechts rijzen rotswanden hoog op, het is een prachtig gezicht om tussendoor te lopen.
Fruitbomen
Ik stijg weer en loop nu langs de rand van de kloof verder, richting Albunelas, een dorp dat in de kloof ingeklemd ligt en bol staat van de citrusbomen. Door de ligging in de kloof schijnt het lokale klimaat hier ideaal te zijn voor de fruitbomen. De lucht is zwaar van de zoete bloemen, muntplanten en citrusvruchten. Ik geniet van een drankje en een uitgebreide tapas ernaast, voordat ik de laatste kilometers naar Restabal loop, een dorp wat verderop in de kloof. Het uitzicht terug de kloof in, is schitterend. Ik raap wat gevallen sinaasappels van de grond die ik direct opeet, een traktatie waar mijn lichaam maar wat blij mee is, na al het vitaminetekort. Ik vind nog twee exemplaren in de berm die ik meeneem voor later.
Restabal
In Restabal heb ik een kamer, waar ik na 5 dagen buiten slapen eindelijk weer echt kan douchen! Zodra de gastheer de deur achter mij sluit, zet ik mijn muziek hard aan, dans naakt door de kamer en neem een uitgebreide douche waar ik zolang naar uit heb gekeken. Het koelt elke dag sneller af nu. Ik blijf in het raamkozijn van het open raam naast mijn bed zitten, tot de zon onder is. Ik mis buiten nu al.