Spanje gr7 dag 17 Lanjaron
Denken aan thuis
De wekker gaat. Mijn voeten bungelen over het voeteneind van het bed, want zoals bij alle Spaanse bedden die ik tot nu toe tref, is het bed te kort voor mij. Ik heb weinig zin om te lopen en wil liever lanterfanten, een beetje lezen in de zon en verder niks, dus mijn start van de dag is traag. Vannacht schrok ik zo nu en dan wakker van de koelkast die ineens begint te zoemen, maar iedere keer val ik alsnog weer in slaap.
Bij mijn vertrek uit Restabal voel ik direct dat het een hete dag gaat worden. Mijn gedachten springen alle kanten op: naar thuis, regelzaken, Slovenië, onze plannen qua werk en de toekomst. Ik wil de Sloveense taal leren en krijg ineens allerlei ideeën die ik wil delen met Steef. Mijn hoofd is niet erg bij de wandeling. En aan de andere kant, door het wandelen komen juist alle ideeën.
Scherpe geuren
Soms ruik ik ineens iets, munt, rozemarijn, de zoete geur van vijgen die bijna kokosachtig aandoet, bloemen, citrusvruchten. Deze vallei is echt een weldaad voor de neus, met een explosie aan geuren, helaas soms ontstemd door de aanwezigheid van de vele hondenpoep van talloze zwerf- en waakhonden die overal zijn. Met mijn verscherpte zintuigen wordt het contrast tussen deze twee uitersten alleen maar groter.
Al vrij snel begint de wandeling te stijgen, een heuvel op om buitenom naar Niguelas te komen. Algauw loopt het zweet weer in stralen langs mijn lijf. ‘Bah, als ik nu ga kamperen, plak ik weer zo smerig’ gaat er direct door me heen. Niguelas is het dorp dat tegen de Sierra Nevada aan ligt en na dit dorp gaat het pad echt de bergen in, waar ik over de westflank van het gebergte loop. Ik heb een mooi uitzicht over de valleien en omliggende bergen.
Niguelas
Bovenaan de eerste berg, tref ik twee mannen bij hun auto. De ene met een leeg pak witte wijn die met moeite overeind kan blijven staan, de ander is er iets minder dronken aan toe en ondersteunt zijn maat om te voorkomen dat deze omver valt. Ze beginnen op vrolijke toon een heel verhaal tegen me, en wijzen me ten overvloede de weg naar Lanjaron, met wild zwaaiende armen die daarmee een ruime marge bestrijken wat volgens hen ongeveer de goede richting is. Grinnikend loop ik verder en kies een eindje verderop een lunchplek in de schaduw van olijfbomen voor mijn wraps met gedroogde ham en de sinaasappels die ik gisteren in de berm vond. Net op tijd zie ik dat in één ervan maden zitten, bah!
Lanjaron
Mijn stemming is dubbel, ik mis de kinderen en steef, ik mis fysiek contact en knuffelen, ik mis het om getuige te zijn van alle klussen en verbouwingen die steef uitvoert, en ik mis gewoon een praatje pot. Ik voel me een beetje allenig, terwijl het wandelen verder prima gaat. Niet snel, maar voorspoedig. In mijn herinnering ben ik al eens in Lanjaron geweest, tijdens een vakantie 10 jaar geleden, maar ik herken niets van de stad als ik er aan kom. Het heeft diverse waterbronnen met heerlijk water en blijkt in de zomer een hotspot te zijn voor toeristen. De stad stikt van de hotels en pensions, maar ik moet lang zoeken naar een café dat open is. Het eenzame gevoel is er nog steeds, en wordt zo mogelijk nog versterkt door nu in de stad te zijn.
Even bijkletsen
Als ik na een tijdlang zoeken een café vind, heeft Steef gelukkig tijd om te bellen en bij te kletsen. Het is zo fijn om onze plannen met betrekking tot Slovenië te delen en bij te praten. Ik geniet ook gewoon van het zitten in de zon. Ik wil even niet meer lopen, maar ga het wel doen, natuurlijk. Volgende week is het mooie weer voorbij, maar daar denk ik nog even niet aan. Ik wil nu enkel zitten en lezen, verder niets.
In Lanjaron vind ik een goedkoop hostal waar ik overnacht, met een eigen dakterras waar ik nog van de avondzon geniet. Ik eet een blikje opgewarmde bonen, aangevuld met nootjes en andere snacks. Ik kijk uit over verschillende daken van huizen en appartementen, met hier en daar een inkijkje in de huiskamers van de Spanjaarden. Een stel op leeftijd met logge, donkerbruine eikenhouten meubels kijkt tv en heeft de was buiten hangen, onder de satelietschotel op een miniscuul balkonnetje. Naast mij hoor ik een andere gast, een man, en ik vraag me af wat zijn verhaal is, wat hem hier brengt. Een zakenreis? Een afspraak met zijn minnares? Een vlucht?
Wierrook
Ik trek mijn mat het balkon op en mediteer op het dakterras, onder de door de maan en sterren verlichte hemel. De wierrook is mijn vriend en trouwe metgezel tijdens het mediteren. Waar ik ook ben, op welke nieuwe plek dan ook, de wierrook is een houvast die me steun geeft omdat het me herinnert aan het mediteren, aan mijn thuis, zowel qua fysieke plek als het thuis voelen in mezelf. Normaal prik ik de stokjes in de grond voor me, maar hier op de tegels steek ik het stokje in een prop nat wc papier bij wijze van houder. De buurman steekt zijn hoofd naar buiten en kijkt naar me, bedenkt zich en gaat weer naar binnen. Ik vraag me altijd af wat anderen zullen denken als ze mensen zien mediteren. Oh, daar raak ik alweer afgeleid, terug naar mijn adem. Adem in, adem uit… wat is de waarde van een emmer zonder bodem?