Avontuur, Spanje, Trektochten

Spanje gr7 dag 23 Rustdag

gr7 e4 e7 spanje andalusie sierra nevada la calahorra vrouw alleen op reis wandeltocht hiken trektocht solotocht meerdaags afzien rustdag bijkomen reflecteren mediteren zen vragen antwoorden bezinning michelle houtman

16-10-2023 10.08

Ik slaap vrijwel direct zodra ik ga liggen en droom dat mijn moeder een grote, zware, warme jas voor me heeft gekocht voor mijn tocht. Ik sla de jas af, het is te groot en te zwaar, ik kan het niet meenemen, het past niet in mijn tas. Ook is er veel verwerking van de afgelopen dagen, en heb ik allerlei oordelen over mezelf ten aanzien van mijn beslissing om een rustdag in te lassen.
Tijdens het mediteren besef ik me in één keer dat ik mijn eigen bodem in de lege emmer heb gecreëerd, en daarmee allerlei verwachtingen aan mezelf heb gesteld waarop ik mezelf nu vastpin. Mijn intentie was om deze reis vanuit ultieme vrijheid te gaan lopen. Lopen tot ik geen zin meer heb, en dan mijn tent opzetten. Zonder verder doel qua afstand, plek, kilometers, etc. Maar doordat hier van tevoren toch regelmatig vragen over kwamen (’hoeveel ga je dan lopen, tot hoe ver hoop je te komen, wat loop je dan ongeveer per dag’, etc.) ben ik zelf meer gaan nadenken en rekenen hierover, en heb ik uitspraken gedaan, waarmee ik onbedoeld voor mezelf en anderen bepaalde verwachtingen heb geschept, waar ik mijzelf nu onbewust aan blijf vasthouden. Ik merk nu heel sterk dat ik het een volgende keer anders wil aanpakken. Ik wil immers die vrijheid ervaren, en die ervaar ik vooral zonder haast, doelen of streven. Maar ook zonder het gevoel te krijgen om verantwoording af te moeten leggen. Dus, een volgende keer spreek ik niks meer af qua afstanden, kilometers, of andere ijkpunten waaraan ik mezelf onbedoeld kan vastketenen.
Als ik pauzeer op een fijne, mooie plek en denk ‘wauw hier zou ik wel willen blijven’ dan doe ik dat nooit. Om tal van redenen, maar vooral, zie ik nu in, omdat ik heb uitgesproken rond de 800km te gaan lopen, en zo’n 25 tot 35km per dag. Rustdagen kwamen in dat rekensommetje niet voor. Oftewel, ik moet presteren om mijn belofte en verwachtingen waar te maken, iets waar ik juist mee wilde breken. Ik wil juist weg van het prestatiegerichte handelen, dat al zo’n groot deel van mijn leven heeft ingekleurd. In mijn naïviteit dacht ik mijn vrijheid op te zoeken, maar de werkelijkheid is, dat ik mezelf gewoon in een ander gareel en verwachtingspatroon heb gestopt, wat een giller! Met allerlei onderliggende overtuigingen als brandstof: ‘dit moet ik kunnen, gewoon doorzetten, ik ben toch fit, kom op, ik ben militair, dit wilde ik toch, ik ben toch niet zwak’, etc.

Patronen herkennen en doorbreken

Ik herken hierin dezelfde patronen als tijdens de sesshin (zen meditatie retraite), waarin ik mezelf nog zo had voorgenomen om te onthaasten. Er speelt echter nog meer mee: die 4 weken weg voelen als een heel kostbaar goed, en die tijd moet ik natuurlijk wel nuttig besteden, dan ga ik natuurlijk niet zitten lanterfanten of maar een paar kilometer per dag lopen. ‘Dat kan ik echt niet maken tegenover de kinderen en Steef. Tijd is kostbaar, die moet ik nuttig besteden’. Dit zijn onderliggende aandrijvingen die me beletten om de tijd te nemen, langer of vaker te pauzeren of kortere dagen te maken. Grotendeels vanuit mijzelf, maar ook, besef ik steeds meer, vanuit de omgeving.

In de aanloop naar de reis toe kreeg ik te maken met allerlei reacties en merkte ik dat mijn idee om als vrouw en moeder zo’n tijd van huis te gaan voor een solotocht, toch behoorlijk taboedoorbrekend is. Veel reacties lagen in de trant van: ‘jeetje, en je kinderen dan? Vind je man dat wel goed? Wat een ontzettend lieve man heb je dan dat hij dit voor je over heeft. Goh, vier weken is wel echt heel lang zeg, vinden de kinderen dat niet erg?’.

Taboedoorbrekend

Het klassieke rolpatroon dat de vrouw thuis voor de kinderen zorgt en de man werkt is duidelijk nog aanwezig. Onbedoeld had ik het gevoel dat ik mijzelf keer op keer moest verdedigen, waar ik vaak niet eens goed uit kwam. ‘Nee, ik zit niet in een crisis, en nee, het is niet strikt noodzakelijk om nu weg te gaan. Ja klopt, het is heel lang en ik ga de kinderen gigantisch missen en zij zullen het vast ook moeilijk hebben, maar ik ga toch’. Hoe kun je een innerlijke drijfveer voor zoiets als een solotocht uitleggen of verantwoorden? En moet dat überhaupt wel?

Natuurlijk heb ik zelf ook gestoeid met die vragen en me hier ook behoorlijk rot over gevoeld. En schuldig, bij voorbaat al. Wat voor een moeder ben ik, dat ik ze ‘in de steek laat’, alsof ze me niet interesseren, niet belangrijk voor me zijn. Maar inmiddels kijk ik daar genuanceerder naar. Ik heb gedaan wat ik kon bedenken om mijn afwezigheid zoveel mogelijk te compenseren. Vooruit koken en de vriezer volstoppen met maaltijden, zorgen dat dat er een structuur was in de taken voor iedereen, regel- en uitzoekzaken zoveel mogelijk afhandelen voor mijn vertrek, etc. Ik zie nu ook de andere kant van het gegeven: ik geef mijn kinderen het voorbeeld dat ze altijd hun dromen mogen volgen, en daar tijd en ruimte voor mogen innemen. Dat het belangrijk is om jezelf serieus te nemen en aandacht te besteden aan zingeving en het buitenleven, een avontuurlijke mindset. Ik geef ze juist door mijn afwezigheid ook het vertrouwen in ze dat ze dit aankunnen, en dit is inderdaad wat ik ook terug hoorde na de reis. De eerste reacties van anderen bleken vaak eenzijdig, terwijl de werkelijkheid zoveel genuanceerder is.

‘Ga je alleen op reis? Waarom zou je dat alleen willen doen?’

Het klopt, ik ga alleen, heel bewust alleen. Om diverse redenen, maar de belangrijkste omdat ik wil ervaren hoe dat is, wat er dan gebeurt. Wat ik te leren en te ontdekken heb als ik alleen ga. Omdat ik de tocht ook maak gericht op persoonlijke ontwikkeling, zoek ik het juist op om me af te zonderen, omdat ik vermoed dat ik op die manier zaken zichtbaar ga krijgen die anders verborgen zullen blijven. Als ik alleen ben, is er namelijk geen ontsnappingsmogelijkheid, geen afleiding of vermijding mogelijk. Ik kan me niet achter een ander verschuilen, geen steun zoeken, de ander het niet voor me laten opknappen. Ik moet het zelf ondervinden en ontdekken. Ik wil tot in het diepste van mijn wezen voelen dat ik het ben die deze tocht doet, en dat ik het kan.

‘Is dat niet ontzettend saai, en ben je niet bang dat je je gaat vervelen?’

Voor verveling ben ik niet bang. In het dagelijks leven kom ik tijd tekort om toe te komen aan alles wat ik graag wil doen in mijn eigen tijd. Schrijven, lezen, podcasts of muziek luisteren, wandelen, in de natuur zijn, de rust en tijd hebben om helderheid te krijgen, zaken te verwerken en gewoon simpelweg te zijn. Ik kan me niet herinneren dat ik me ooit verveelde, zelfs als kind niet. Ik had altijd keuzestress. Als 8-jarige had ik een schrift gemaakt met op elke regel een activiteit om te doen. Het schrift was bijna vol met alle activiteiten die ik kon bedenken. Maar het kiezen was altijd een crime, want er was zóveel dat ik kon doen, dat ik onmogelijk kon weten of mijn keuze dan de juiste zou zijn. Ik wijt het maar aan mijn sterrenbeeld, weegschaal, met het eeuwige dilemma van het maken van keuzes. In mijn tocht kan ik de tijd nemen voor mijn favoriete activiteiten, dat is juist een element waar ik enorm naar uitkijk.

‘Dat is toch gevaarlijk als vrouw alleen?’

Deze opmerking krijg ik vaker te horen. Vooral van mannen, die maken zich blijkbaar toch zorgen hierom. En eerlijk gezegd had ik verwacht dat ik het alleen op pad zijn, en met name het wildkamperen inderdaad eng zou vinden. Natuurlijk voelt het heel spannend om alles alleen te doen, maar dat gevoel van spanning zit hem bij mij meer in het gevoel van onzekerheid en de angst om een bus te missen of een boete te krijgen voor wildkamperen. Ik heb me tijdens de tocht nog geen enkel moment onveilig gevoeld. In de natuur ervaar ik een totale leegte, ik ben helemaal op mezelf, kom vrijwel nooit iemand tegen onderweg. Dus ook geen potentiële vrouwenverkrachters of seriemoordenaars.

Op een doordeweekse avond in de randstad voel ik me bij wijze van spreken vele malen onveiliger. De enige momenten dat ik me weleens kwetsbaar voel, zijn als ik een spannende bergpas heb, of bijvoorbeeld een uitglijder maak. Het besef dat ik kan vallen, me kan blesseren of een been kan breken voelt dan even griezelig. Maar dat gevoel heb ik net zo goed als ik niet alleen ben: het is voor mij ook een functioneel gevoel om scherp en alert te blijven, om valpartijen en ongelukken te voorkomen.

Misschien helpt het ook dat ik door de jaren heen fysiek ook veel zelfvertrouwen heb ontwikkeld in het sporten en bij defensie. In mijn militaire opleidingen en binnen NatuurlijkSportief, een sportconcept waarin fysiek contact niet uit de weg wordt gegaan, heb ik geleerd mijn mannetje te staan, van me af te bijten, sterk te worden en fysiek te reageren op situaties. Zo grapte een vriend eens dat hij bijna medelijden had met de potentiële aanrander die mij zou treffen, toen hij zag hoe ik in een ‘struggle’ een medesporter op zijn plek zette. Al die ervaringen neem ik mee in mijn rugzak, en geven me de moed om situaties aan te gaan, niet uit de weg te gaan. Bovendien wil ik juist graag leren en ervaren dat ik tot deze dingen in staat ben, mijn grenzen opzoeken en verleggen. Ik wéét dat we vaak veel meer kunnen dan we denken, en dat al die belemmerende gedachtes over onszelf ons potentieel in de weg staan.

‘Maar waarom zou je dit nu doen? Die tijd kun je toch veel beter besteden aan…’.

Het uitspreken van wat ik graag wil doen leidt tot veel leuke reacties, waarbij mensen het bijzonder en stoer vinden, of zelf ook wel zoiets zouden willen doen. Maar ik krijg ook kritische reacties, van mensen die het nut niet inzien van mijn onderneming en goedbedoeld suggesties geven om mijn tijd beter te besteden. Aan het ondernemen, werken, verbouwen, of wat dan ook. Vier weken alleen op pad, klinkt in die gevallen vooral als een dure, nutteloze tijdsbesteding waarin je ook geld zou kunnen verdienen. Het is lastig om dan het gesprek te voeren zonder de neiging de ander te moeten overtuigen. Ik houd het dan maar bij mezelf, door te herhalen dat het iets is dat ik heel graag wil doen, ongeacht wat anderen daarvan vinden.

‘Waar ben je dan precies naar op zoek?’ Of: ‘ik hoop dat je vind wat je zoekt’.

Ik krijg wel vaker te horen dat ik zoekende ben. Nog niet zo heel lang geleden kwam ik ergens tegen dat de zoekende geest de gelukkige geest was. Het zoeken zelf is voor mij het antwoord. Het loopt parallel aan het wandelen als metafoor voor het leven: ik ervaar voldoening door het onderweg zijn, in het lopen zelf. De bestemming doet er in feite niet toe. Ik hoop zelfs dat ik mijn bestemming nooit bereik, zodat ik altijd onderweg kan zijn. In mijn leven zal er ook niet een punt zijn waarop ik zeg ‘zo, nu ben ik er, nu ben ik klaar’. Het leven gaat door, het is constant in beweging, in verandering. Het is een continue dans om me te blijven aanpassen aan de veranderende omstandigheden, intern en extern. Maar hoe kan ik dat duidelijk maken als mensen dat niet zo ervaren? Het is voor mij niet in woorden te vatten.

Tijdens het langer onderweg zijn, ontstaat er bijna een verslavend gevoel, een hunkering naar verder lopen, iedere dag weer. Zelfs als ik geen zin heb, is er een onderstroom die sterker is dan dat, die tijdelijke tegenzin overstijgt en uiteindelijk letterlijk voorbijloopt. En natuurlijk, door in beweging te zijn, zet ik ook andere processen in mezelf in beweging. De verwerking van allerlei zaken, de nieuwe inzichten, creatieve ideeën, uitgedaagd worden op allerlei manieren… het zorgt ervoor dat ik mijn leven nu weer anders beleef, het geeft soms antwoorden, soms meer vragen. Het geeft in ieder geval altijd precies wat ik zoek, ook al wist ik dat niet eens van tevoren.

16-10-2023 16.55

Na alle avonturen in de braamstruiken en andere stekels en prikkelplanten, vraag ik me af of er ook een symbolische betekenis voor zou zijn. De doorns zijn vaak symbool voor de ene kant van het dualisme: geen roos zonder doorns. Maar ook voor koppigheid. Terugkijkend op de afgelopen dagen is dat misschien wel een mooie metafoor: was ik te koppig om in te zien dat ik moest vertragen, dat ik dit in feite mezelf aandeed?

In het mediteren kwam ook de vraag op met betrekking tot het opheffen van lijden. Het opheffen van lijden is immers het doorbreken van bepaalde gedachtes over een situatie. Het vrede hebben met welke situatie dan ook. Daar kan ik een heel eind in meegaan. Het maakt immers veel verschil hoe je ergens over denkt: in rampscenario’s of vanuit vertrouwen, bijvoorbeeld. Maar hoe zit dat met het ervaren van fysieke pijn? Hoe kom je dan los van je gedachtes daarover? We zijn toch, juist op die momenten, zo sterk geïdentificeerd met ons lichaam, dat het op die momenten onmogelijk voelt om los te komen van de pijnsensaties en alle bijbehorende gedachtes. Het voelt als een next level oefening om in vrede te kunnen zijn en blijven in zulke situaties.

Avonturier light

De dag vliegt voorbij. Ik rust uit, doe boodschappen, kijk een college terug, was mijn kleding, klop mijn spullen uit om ze te ontdoen van alle takjes, blaadjes en andere souvenirs van mijn gevecht met het pad van gisteren, ruim mijn spullen op neem de tijd om te lezen en schrijven. Mijn lijf komt echt bij, merk ik. Het is een verstandige keuze om een rustdag te nemen. Nu zit ik even in het café om nog wat te schrijven, voordat ik straks vroeg ga slapen om morgen vroeg op pad te kunnen. Ik kijk er nu wel weer naar uit, ook omdat ik al 2 plekken op de route heb gevonden op een gunstige afstand, waar ik waarschijnlijk prima kan wildkamperen. Dat geeft rust. Ik heb er zelfs weer zin in!

Ik kijk nu naar andere avonturiers met gemengde gevoelens. Ergens hanteer ik onzichtbare standaarden voor mezelf. Deze reis heeft veel licht geworpen op dingen. Avontuur? Ja graag, maar wel binnen bepaalde grenzen. Ik heb ook behoefte aan een balans met enige comfort merk ik. Een soort avonturier light. En misschien is dat juist wel weer een kracht om anderen aan te spreken en te inspireren.

Zonder tijdsdruk, in de natuur

Wandelen, zo ontdekte ik al eerder, vind ik heerlijk zonder tijdsdruk. Buiten zijn en in de natuur zijn, dat is misschien nog wel de allerbelangrijkste pijler van dit alles. Want dat is onveranderd gebleven: ik voel me het allerfijnst en gelukkigst als ik buiten ben, in de natuur. En dat hoeft geen wild, avontuurlijk karakter te hebben, maar kan net zo goed statisch zijn, op een vaste plek. Zoals buiten lezen, rond een kampvuurtje zitten, buiten koken, goeie gesprekken voeren in de buitenlucht, luieren in de zon. Maar wel in een omgeving, in de natuur, die uitnodigt tot rust, ruimte en verbinding.

Contact en verbinding

Want ja, dat is het andere element waar ik achter ben gekomen: ik mis op den duur contact, verbinding. Gisteren was er een lieve ober, steeds als ik iets vroeg, raakte hij me even vaderlijk bij mijn schouder aan en wierp me een warme blik, met vriendelijke ogen, zoals die van een trouwe labrador. Jeetje, wat raakte me dat! Ik schrok er bijna van hoeveel me dat deed. Hij had oog voor me, hij zag me echt. Het doet me beseffen hoeveel een glimlach, een woordje, een aanraking of gebaar voor een ander kan betekenen.

Hier, op mijn solotocht, zoek ik zelf steeds het contact op, door in dorpen iedereen die ik zie (dat zijn er niet zoveel) te groeten en een glimlach te schenken, door even oogcontact te maken. Ik wil dat meenemen naar Nederland. Niet als hunkering vanuit mezelf, maar als gift naar de ander. Om de ander compassievol tegemoet te treden. Ik neem me voor om meer tijd te maken voor dat praatje of korte moment van aandacht voor de ander. Het is waar dat je iets pas echt begrijpt als je het zelf hebt ervaren. Verbinding is dus belangrijk voor me. Zien en gezien worden, op zielsniveau. Gekend worden.

3 weken, 600km

Ik ben nu precies 3 weken aan het lopen en het voelt alsof ik al een eeuwigheid weg ben. In deze 3 weken heb ik meer dan 600km gelopen en heb ik het landschap onder mijn voeten zien veranderen, een prachtig gegeven. Lopend, en zeker met een rugzak, ga ik toch echt niet zo hard, maar desondanks toont elke dag zijn eigen karakter. Nu, met de Sierra Nevada achter me, ga ik morgen richting de Sierra de Baza, waar ik opnieuw boven de 2000m zal klimmen.