Spanje gr7 dag 28 – Cullar naar Almeria
Reflecties op de valreep
Zittend in de zon op het terras. Op mijn niet-wandeldag, maar reisdag naar Almería. Ik ben 4 weken hier en ben zenuwachtig voor het vertrek. Als er een deadline of tijddruk speelt, dan werkt dat op mijn zenuwen. Het idee dat ik de bus kan missen, mijn aansluiting kan missen en daarmee mijn vlucht kan missen benauwd me. Ik merk dat het idee alleen al mijn hart laat bonken. Blijkbaar betekent het veel voor me. Blijkbaar wil ik heel graag naar huis. Maar het is meer: ik wil dit ook zelf kunnen, me zelfstandig, onafhankelijk voelen. Ik voel me soms nog onbeholpen, als dat kleine kind dat niks zelf kan. Dat het niet alleen kan doen.
Jeetje, nu ik hierbij stilsta, besef ik terplekke dat ik al mijn hele leven bezig ben om het tegendeel te bewijzen, op allerlei manieren. Waar is het idee dat ik dit niet alleen kan ontstaan? Want dat het een illusie is, moge nu wel duidelijk zijn. Ik doe en kan zoveel alleen en zelfstandig. Volgens mij twijfelt niemand daar ook aan, behalve ikzelf blijkbaar. Nu, 4 weken later, vraag ik zelf in het Spaans naar de bushalte, en begrijp ik al redelijk wat er wordt gezegd. Ik heb zelf alles uitgezocht zonder daarbij bevestiging te zoeken bij anderen. Dit geeft een boost van vertrouwen en ik merk dat ik hierin stap voor stap groei.
Buskaartjes scores
Ik ben aan het wachten in Lorca op de volgende bus naar Almeria, om 16.55. De eerste is alvast gelukt, hoera! Met gerede twijfel ga ik toch maar alvast naar het busstation, wat geen fysiek station is, maar enkel een pijltje op google maps langs de weg. Ik spreek mensen bij het tankstation aan om te checken of de bus hier inderdaad stopt. Zij leggen me uit dat ik een kaartje moet kopen aan de overkant, in een schimmig kantoortje dat ik volledig over het hoofd heb gezien. Het is maar goed dat ik alvast ben gaan kijken, want de kaartjes moeten vooraf geregeld worden, en dat blijkt een behoorlijk tijdrovend karwei te zijn. De kaarten worden op naam gezet en per stoel verkocht, zoals in een vliegtuig, compleet aan de hand van mijn paspoortnummer.
Als ik het kantoortje in loop, tref ik een vrouw, met een bos wilde zwartgrijze krullen, een gedrongen postuur en amper 5 tanden in haar mond. Met een luide, bijna krijsende stem en schelle lach, begroet ze me op volledig onverstaanbare wijze. Ze doet me denken aan de vrouw uit een bekend youtube filmpje, die dwars door een nieuwsreportage heen loopt, hard ‘Hassan!!’ roepend, terwijl er een verslaggever een serieuze reportage op locatie maakt.
De vrouw hier is één en al vriendelijkheid, lacht regelmatig schaterend om zichzelf en probeert met haar dikke worstvingers op haar kleine telefoonscherm de kaarten voor mij te regelen. Ik vertel haar welke bus ik moet hebben, met de bijbehorende overstap en juiste tijd. Het gaat me niet nog eens gebeuren dat ik een verkeerd busticket koop. Terwijl de vrouw het papierwerk regelt, maant ze me te gaan zitten, zichtbaar in haar nopjes met de welkome afleiding in het verder totaal verlaten hokje. Zo te zien verdient ze vooral de kost met het verkopen van loterijkaartjes en krasloten, maar ik zie de hele middag verder geen andere klanten.
Adios Amiga!
Een half uur later rollen de papieren tickets dan eindelijk uit de printer, waarvan ze er eentje naar binnen vouwt en me met een groots gebaar overhandigt: ‘als een sandwich!’ en vervolgens in een bulderend gelach uitbarst en de tranen van haar wangen veegt. Ik bedank haar grinnikend en neem de sandwichtickets mee naar buiten, waar ik tegen een muurtje in de zon ga zitten. Vandaag is het weer een stuk aangenamer, en ik koester me in de warme zonnestralen op deze windstille middag. Als de vrouw even later vertrekt om boodschappen te doen, drukt ze me op het hart goed op te letten als de bus komt en flink te zwaaien naar de chauffeur. Ze neemt afscheid: ‘adios amiga!’ en ik hoor haar schelle stem nog minutenlang door de straten verderop schallen, in zichzelf kletsend of tegen ingebeelde amiga’s.
Als het bijna tijd is, neem ik mijn plek in naast de weg, speurend naar de bus. Als ik eerst naar een verkeerde bus zwaai, komt de vrouw van het tankstation naar me toe, die me vertelt dat het een blauwe bus is en vaak te laat komt. Het voelt fijn dat mensen zich over me ontfermen. Inderdaad, 5 minuten te laat arriveert er een blauwe bus die me naar Lorca brengt. In de bus schieten de kilometers onder me door, en flitst het landschap voorbij door de ruiten. Het voelt maf om ineens zo snel te reizen, na het trage wandeltempo van afgelopen weken.
Almeria
Na een paar uur reizen met de bus, kom ik in Almeria aan. Vanaf het busstation loop ik naar het centrum, waar ik een goedkope kamer heb geboekt. De kamer is ongeveer net zo groot als mijn kledingkast thuis, en de muren tussen mij en de kamers ernaast ongeveer net zo dik. Ik vang letterlijk het telefoongesprek van de buurvrouw op. Gelukkig heb ik oordopjes. Voor de laatste keer slaap ik hier in Spanje. Morgen vlieg ik naar huis. Ik besluit die avond nog de stad in de gaan, en verbaas mezelf door in de drukte een tafeltje te kiezen om een salade te eten. Het ongemak dat ik eerder voelde, in Ronda, is verdwenen. Ik voel me comfortabel genoeg om te kunnen genieten in mijn eentje hier aan tafel, terwijl ik geamuseerd kijk naar de vriendinnengroepen die hier met elkaar samendrommen en plezier maken.
De volgende dag hoef ik pas eind van de middag naar het vliegveld, dus besluit ik verder op verkenning te gaan door Almeria. Ik bezoek het Alcazabar, een soort klein Alhambra dat gratis toegankelijk is voor EU inwoners. Ik haal een too good to go pakket op met restanten ontbijtproducten bij een superluxe hotel, en gebruik het als brunch op het strand. Hier geniet ik van de zon, urenlang lezen, en broodjes met 3 soorten kaas en worst, verse jus d’orange en fruitsalade. Ik prijs me gelukkig dat ik hier ben, dit kan doen. Ik gebruik de dag om de ervaringen van afgelopen weken te verwerken, en me mentaal voor te bereiden op de overgang naar huis. Trots en intens dankbaar sluit ik dit prachtige avontuur voorlopig af.
30 september 2024 vlieg ik naar Alicante, en ga ik verder waar ik gebleven ben.