Spanje gr7 dag 27 Cullar – laatste wandeldag

Haastgevoelens
Ik word steeds trager met opstaan en vertrekken, maar voel nog altijd haast in mijn lichaam als ik de ‘hotelburen’ eerder hoor vertrekken dan ikzelf. Die eeuwige haast, dat is ook zo’n sterke overtuiging. Haast om wat van mijn leven te maken, te genieten, te doen waarvoor ik ben gekomen. Het is niet eens zo erg om dit gevoel van tijdelijkheid te ervaren, want het zet zaken in perspectief en het helpt me afwegen in wat echt belangrijk is, en wat nu prioriteit heeft. Het helpt me met het voelen van een bepaalde urgentie. Maar het zit me net zo dikwijls in de weg. Vooral, en dat is meestal, als ik geen haast heb, maar dit wel voel. Zoals dus hier, als mensen eerder vertrekken dan ik. ‘Die hebben meer aan hun dag’, schiet er dan door me heen. Terwijl ik mediteer, voelt dat ineens als tijdverspilling, en die haast manifesteert zich dan als een energiestroom in mijn lichaam, met de neiging om in beweging te komen, mijn lijf in de actie te zetten. Ik ervaar het, blijf ermee zitten en zit het ongemak uit. Ik verander ondanks de gevoelde haast ook niks aan mijn ochtendroutine. Zover ben ik in ieder geval al. Ik merk het op en kies er bewust voor er niet naar te handelen.
Nostalgie is zo gek nog nie
Gisteren heb ik geen melk meer kunnen halen want in Zujar was er geen supermarkt meer open, dus maak ik mijn havermout weer ouderwets aan met melkpoeder en heet water en mijn laatste beetje cruesli. Alles raakt op in mijn tas. Ik maak koffie van het laatste restje oploskoffie. Voordat ik mijn pocketrocket aanzet, een brander met het geluid van een vliegtuigmotor, controleer ik de kamer op de aanwezigheid van rookmelders en sprinklers. Zou toch wel lullig zijn als straks alles zeiknat is, omdat ik mijn water kook. In deze gevallen ben ik blij met de armoedige, ouderwetse en basic kamers waarin ik verblijf, zonder moderne of luxe melders en sensors. Hurkend op de glimmende jaren 70 tegels in de badkamer wacht ik tot het water kookt. De kamers waar ik overnacht staan vaak bol van vergane glorie, en ik waan me afwisselend in de jaren 20, 70 of op bezoek bij oma. Hier bestaat de kamer uit zwaar zwart-gouden details, met hoogglanzende zwartmarmeren tegels en koperen raam- en deurposten.
Stormachtig vertrek
Mijn was is in de tussentijd droog gewaaid, wat aardig lukte met de storm buiten. Terwijl ik knus binnen sliep, loeide de wind om het gebouw en kwam de regen horizontaal langs de ramen. De wind had bijna een orkaankracht. Ik was extra dankbaar dat ik binnen sliep, én dat het bed ook eindelijk een keertje groot genoeg was om ook mijn voeten erop te laten passen. De te korte bedden zijn behoorlijk irritant als je vermoeide voeten hebt die je gewoon wilt laten rusten.
Ineens is het de laatste wandeldag. Via Benmaural loop ik vandaag naar Cullar, vanwaar ik een betere aansluiting heb om naar de luchthaven te komen. De bus die ik nodig heb haal ik vandaag niet meer, dus zal ik blijven slapen in Cullar en morgen de bus nemen richting Almeria. Als ik vertrek is het nog steeds stormachtig, met een kille, venijnige wind die me regelmatig onverwachts aanvalt en me dan bijna van mijn sokken blaast. Al snel stop ik om extra warme kleren aan te trekken, terwijl ik een wedstrijdje doe met de dreigende regenwolken. Meestal weet ik hen voor te blijven, maar af en toe halen ze me in, en dwingen ze me mijn regenjas aan te trekken en mijn hoes om mijn tas te doen als ze hun eerste dikke druppels naar beneden laten vallen.
Afsluiten in de herfst
Er liggen enorme regenplassen op de route en het is nog altijd code geel vanwege de sterke wind. De sporen van de storm zijn overal zichtbaar: omgewaaide containers, paaltjes en hekken, weggerolde stenen, kapot gevallen dakpannen, de bergwanden die zijn weggespoeld en een dikke laag roodbruine modder over het pad hebben uitgesmeerd. Zelfs hele stukken van het pad zijn weggeslagen, tot sinkholes verworden, en zo gevaarlijke situaties voor automobilisten creëren. Olijfbomen staan nu in diepe vijvers na maanden van droogte.
Afhankelijk van aan welke kant van de berg ik loop, word ik óf bijna uit mijn verschoning gewaaid, óf geniet ik van de luwte en de zon die zich af en toe even laat zien. De gevoelstemperatuur varieert daarmee constant. De feitelijke temperatuur ligt rond de 13 graden, en daarmee een bevestiging van de herfst die toch echt is ingetreden. Het is echt gedaan met de zomerse temperaturen lijkt het. Een mooi, symbolisch moment om af te sluiten. Gestart met bloedhete temperaturen, niet uit te houden soms, die gaandeweg steeds draaglijker werden, tot aan nu, waarop de herfst komt. Ik ben verzadigd van alle indrukken, van alles wat ik heb gezien en gedaan. Mijn hele eigen onderneming daarin is voor mezelf op zoveel manieren grensverleggend geweest en bracht daarmee allerlei inzichten. Inzichten en lessen waar ik nog even op wil kauwen, die ik voor mezelf verder wil verwerken.
Tijd om naar huis te gaan
Ik merk dat ik nu al een paar dagen wandel, en dat de omgeving mij niet zo erg meer kan raken. Dat voelt niet goed, daarmee doe ik de ervaring van het wandelen tekort. Want ik weet hoe heerlijk het is om in de natuur te zijn, te vertoeven, te kunnen wandelen. En nu merk ik dat ik daar een soort numb, verdoofd voor raak, voor mij een teken dat het genoeg is zo, dat het tijd is voor een afronding. Vandaag loop ik met dubbele gevoelens: enerzijds blij om te lopen en daardoor geniet ik extra van alles, anderzijds ook blij dat ik hierna niet meer hoef te lopen. Ik trakteer mezelf veel op muziek vandaag om mee te zingen tijdens het lopen. Het helpt me om opgewekt te blijven.
Het eerste gedeelte van de route loop ik rondom de grote berg die naast Zujar ligt, het dorp waar ik vannacht verbleef. Vanaf hier krijg ik uitzicht op een gigantisch meer dat naast Zujar en de berg ligt, waar ook warmwaterbronnen zitten. Het meer ligt op veel plekken droog, waardoor het landschap op die plaatsen is veranderd in een moeraslandschap, vol groene, frisse planten. Het doet me denken aan de moerassen in Montenegro, waar Steef en ik op de motor doorheen reden, waar het landschap daar bedekt was met groene leliebladeren en waterplanten.
Benamaural
Na zo’n 24 kilometer kom ik aan in Benamaural, waar ik op zoek ga naar een café om een dagmenu te eten. Ik heb geen eten meer in mijn tas zitten en de supermarkten zijn net weer dichtgegaan vanwege de siësta. In een bruine kroeg vol mannen aan de bar (inmiddels het standaardbeeld voor mij, ik blijf me toch telkens afvragen waar de vrouwen zijn en waarom er alleen mannen aan de bar zitten), word ik bekeken als een attractie. Mijn verschijning is duidelijk onderwerp van gesprek en leidt tot verwonderde gezichten. Ik ben het intussen bijna gewend en het maakt me niet meer uit. Ik ben nu zelfs zo ver dat ik me al snel thuis voel in willekeurig welk café of op welk terras dan ook, en van de gelegenheid gebruik maak om even mijn schoenen uit te trekken en te schrijven.
Dagmenu
Het dagmenu blijkt een grote traktatie. Voor 12 euro krijg ik een grote salade, kippenpootjes met friet, tiramisu en een biertje. Helemaal blij eet ik mijn buik rond en laat een fooi achter, waar de barvrouw zichtbaar dankbaar voor is. Dat verbaast me hier vaker, hoe oprecht dankbaar mensen zich hier uiten, waar Nederlanders in mijn ervaring vanzelfsprekend rekenen op een fooi, en hier eerder onverschillig of zelfs ontevreden op reageren. De Spanjaarden hebben de kunst om elk moment als een nieuw moment te nemen wat dat betreft beter onder de knie, waardoor ze steeds opnieuw verrast en dankbaar kunnen zijn met een fooi.
Als ik mezelf weer klaar maak voor vertrek, met de heupband een standje losser na het vele eten, hoef ik nog maar zo’n 14km over vrij vlak terrein. Van moeraslandschap slingert het pad naar woestijnachtig landschap, met witte, kale heuvels, bedekt met een soort helmgras, waardoor het ineens voelt alsof ik door de Noord-Hollandse duinen wandel. Dit gevoel wordt versterkt door de dreigende regenwolken boven mijn hoofd.
Afscheid van Spanje
De allerlaatste etappe. Licht van mijn biertje en met het makkelijke pad, vier ik mijn afscheid van mijn solotocht. Ik zing hard mee met de muziek, doe spontane dansjes en gebruik mijn wandelstok als microfoon. Ik eer Spanje en dank haar voor de afgelopen weken, waarin ik te gast was in haar natuur en hier dit deel van mijn leven mocht ervaren en erin mocht groeien. Ik dank haar voor de veilige doortocht die zij mij heeft gegund, de lessen die ze me heeft geleerd, waarmee ze me sterker en zelfverzekerder heeft gemaakt. Met weemoed laat ik de laatste restjes van dit deel van mijn reis in Andalusië achter me, en voor ik het weet stap ik ineens Cullar al binnen.
Volgeboekt
Het hostal blijkt volledig volgeboekt. De tweede optie zit te ver weg, langs de snelweg. Ik heb nog één optie over: hotel Lunamar. Maar als ik daar aankom is de deur op slot en het licht uit. Een lichte paniek kruipt omhoog, maar dan zie ik een briefje op de deurpost met een telefoonnummer. Ik bel, en in het Spaans leg ik uit dat ik voor het hotel sta en wil overnachten. Gelukkig, de eigenaar komt al snel naar het hotel en laat me binnen.
De oude man, een vriendelijke opa-figuur die net boven mijn navel komt met zijn kromme gestalte, wil uit beleefdheid mijn tas naar de kamer dragen. Net op tijd red ik hem van een mogelijke hernia of dwarslaesie, door snel zelf mijn tas op mijn rug te hijsen. Als hij had geprobeerd die op te tillen, was die arme, kleine man waarschijnlijk terplekke doormidden gebroken.
Alles voor de laatste keer
Terwijl de man het papierwerk in orde maakt, waarbij hij laat zien dat hij de kunst van het vertragen behoorlijk goed beheerst, druk ik mijn horloge met de wandeling voor de laatste keer uit. De wandeling sluit ik af, met vandaag een ruime 37 kilometer toegevoegd aan het totaal van de 800 kilometers en ruim 24.000 hoogtemeters. Eenmaal in mijn kamer weet ik niet goed wat ik voel. Ik betreed een niemandsland, opnieuw. Alles wat ik nu doe is nog precies hetzelfde als de dagen ervoor: douchen, wasjes draaien, eten kopen en koken. Maar alles doe ik met de wetenschap dat er morgen geen herhaling komt, dat elke handeling nu de laatste keer is. Daarmee wordt mijn dagelijkse routine ineens een ritueel afsluiten van alles dat mijn reis vormde. Het maakt me melancholisch.
Morgen hoef ik niet vroeg op, dan ga ik niet lopen. Het voelt gek, abrupt. Ik weet ook niet goed hoe ik nu mijn tijd moet invullen. Tot vandaag was alles duidelijk, gewoon opstaan en lopen, ik hoefde er niet over na te denken. Maar nu is er ineens tijd, ruimte. Wat ga ik in vredesnaam doen? Ik neem me voor om extra lang op de kamer te blijven en gebruik te maken van de wifi om wat colleges terug te kijken. Om half 11 verlaat ik dan eindelijk mijn kamer, en begint het grote, zenuwachtige wachten op de bus en de reis terug.
Reflectie tijdens meditatie
In het mediteren gaan mijn gedachtes al naar toekomstige etappes, en de dingen die ik dan anders wil doen. Ik ben benieuwd of er dan mensen zijn die een gedeelte willen meelopen, en hoe ik dat zou vinden. Wil ik dat nog wel? Tijdens het mediteren fascineert het me altijd dat mijn waarneming anders wordt. De kleuren worden soms fluorescerend, of juist in fotonegatief. De ruimte voelt niet meer vast, maar dromerig, alsof ik zweef, of de muren, vloer en plafond golven. Ik zie vaak van alles in de grond, de tegels, vloerbedekking of wat er maar voor me ligt. Tijdens het mediteren voel ik vaak energie opbouwen, wat zich uit in warmte die vanuit mijn hart en borstkas lijkt uit te stralen naar de rest van mijn bovenlijf, armen en benen. Soms krijg ik bijvoorbeeld ineens hele warme handen.
Op deze laatste wandeldag komen er dubbele gevoelens op in de meditatie en tijdens het lopen. Er komen herinneringen op uit mijn kindertijd, aan moeders van vrienden en vriendinnen, waar ik als kind veel steun van ervaarde. Nu ik zelf moeder ben, zie ik dat mijn kinderen ook kunnen leunen op vertrouwde ouders van vrienden. Ineens voel ik dat ik hier voor mijzelf ook meer vorm aan wil geven, en meer betrokken wil zijn als moeder van mijn kinderen. Oog hebben voor wie er over de vloer komt, beschikbaar zijn voor anderen en hierin durven geven, mezelf laten zien.
Relativeren en berusting
In een andere meditatie komen beelden op dat ik mezelf alleen op het terras zie zitten. Iets dat ik nooit eerder deed, en nu aanga, met een beetje spanning misschien, maar daar vooral oké mee zijn. Ik kan zelfs genieten van het observeren van anderen op het terras, en heb het gevoel dat de illusies om me heen, waar anderen en ikzelf in leven, steeds beter zichtbaar worden. Ineens doorzie ik soms de absurditeit en relativiteit van alles, waarmee ik een opluchting, rust en vooral berusting voel. Het hoeft allemaal niet zo zwaar of serieus, het leven mag ook speels en luchtig zijn. Het vervult me met trots dat ik deze reis zoveel dingen aan ben gegaan voor het eerst, alleen, en met succes.
Verlangen naar huis
Ik verlang ook weer heel erg naar huis, om weer bij mijn gezin te zijn en weer betrokken te zijn bij het leven daar. Vooraf had ik niet gedacht dat ik dat zo sterk zou gaan voelen. Alle ervaringen maken me ook bewust van wat ik prettig vind en wat ik volgende keer anders zal aanpakken. Zo zal ik vooraf al goed de route en omgeving bestuderen om potentiële kampeerplekken aan te merken. Door deze ervaring weet ik nu een beetje waar ik naar kan zoeken en wat ik nodig heb. Ik weet ook wat ik aankan qua afstanden, hoogtemeters en wat prettige afstanden zijn. Wat ik me ook heel erg voorneem is goed kijken welke dag ik vlieg en hoe de aansluiting tot aan de beginplek of juist de eindplek is. Het zijn praktische zaken waarin ik al de nodige voorpret kan ervaren en wat rust geeft tijdens het wandelen zelf.
Lessen voor later
De volgende keer zal ik mijn intenties voor de reis voor mezelf houden, zodat ik mezelf er ook niet op kan vastpinnen vanuit een idee dat ik dan daaraan moet voldoen, of dat ik iets heb gezegd wat ik dan waar moet maken. Daar ben ik nu echt heel erg tegenaan gelopen. In de veronderstelling dat ik de ultieme vrijheid ging ervaren, zette ik mezelf juist vast door onbewuste verwachtingen. Sinds ik dat door heb, ben ik daar wel relaxter in geworden, waaruit ik opmaak dat het soms nodig is om tegen dingen aan te lopen. Door het inzicht lukt het me om er vervolgens overheen te kunnen stappen en andere keuzes te maken.