Avontuur, Spanje, Trektochten

Spanje gr7 dag 4 Jimena de la Frontera

gr7 e7 e4 spanje trektocht andalusie wandelen hiken hiking solotocht vrouw alleen op reis backpacken kamperen hitte zon verbrand dorst jimena de la frontera castillo de castellar herten camping eten zonnesteek

28-9-2023 14.42

Ik zet expres geen wekker, maar ben toch om half 6 al wakker. Ik verbaas me over hoe ongelooflijk snel mijn lichaam herstelt. De rugpijn is weg, ik voel me weer redelijk uitgerust en heb weer zin om te lopen! Die zin was gisteravond ver te zoeken. Ik mediteer, neem nog een douche, was mijn haren en pak mijn spullen in. Mijn was is nog nat, dus trek ik een nat shirt aan als ik naar de ontbijtzaal wil lopen. Dan zie ik de tijden: vanaf half 9 pas ontbijt hier! Serieus, moeten Spanjaarden niet op tijd beginnen met hun werk? Ik gebruik de wachttijd om wat te schrijven en nog even te slapen tot aan het ontbijt. Dat ontbijt is luxe, maar nog altijd heb ik weinig trek. Ik verbaas me dat er hier maar weinig zuivel gegeten wordt. Eieren bij het ontbijt ontbreken, en yoghurt of kwark is bijna niet te koop in de supermarkt, behalve in kleine portieverpakkingen. Na het ontbijt haast ik me naar mijn kamer, smeer me dik in tegen de zon, en stap dan met een grijns op mijn gezicht de deur van het hotel uit. Vanavond slaap ik waarschijnlijk op een camping, een fijn vooruitzicht!

De eerste herten op mijn pad

Genietend van het schone gevoel en de -nu nog vriendelijke- zon op mijn gezicht, stap ik verder op de route, nieuwsgierig naar wat deze dag me gaat brengen. Het eerste stuk loop ik langs een bosachtig gebied achter een hek, als ik een houtachtig gekletter hoor, en vervolgens twee mannetjesherten vlakbij weg zie rennen. Een paar meter verderop ligt een vrouwtjeshert me nieuwsgierig aan te kijken, voor ze er ook vandoor gaat. Vermoedelijk waren de mannetjes hun geweien tegen elkaar aan het beuken, het is de bronstijd van de herten. Wat bijzonder om zoveel wild dichtbij te zien! Op het pad voor me zie ik ook de sporen van wild, en ineens vraag ik me af of die herten zich soms ook helemaal verloren lopen, aan de andere kant van het hek, op zoek naar een doorgang, zoals ik gisteren.

Audiofragment 27-9-23 9.45

Anders dan ik verwacht, denk ik niet zoveel aan thuis. Af en toe schiet er een gedachte door me heen aan ze, geassocieerd door wat ik zie of… Ik weet eigenlijk niet door wat. Als ik met ze bel en zie via beeldbellen, merk ik ook de vluchtigheid van het contact. Het leven daar speelt zich op een heel ander niveau af dan het leven hier. Hier heb ik veel meer primaire behoeftes, veel meer gelinkt aan het overlevingsinstinct, thuis gaat het veel meer over secundaire behoeftes. En steeds als ik dan even in verbinding sta, dan voel ik die kloof, wat het een beetje maf maakt. Alsof er twee werelden naast elkaar bestaan, twee verschillende realiteiten.
Afgelopen nacht droomde ik over Fosse en Meia, ze waren bij mijn stiefmoeder Patries en wilden gaan slapen, maar ik mocht Meia niet op haar rug kriebelen. Ze wees me als het ware af. Fosse had lange nagels in de droom en probeerde met een grote schaar zijn nagels knippen, waarbij ik aanbood mijn nagelschaartje te gebruiken, wat vast makkelijker zou gaan. Maar ook hij wees dit af, hij wilde het zelf doen. Twee keer krijg ik de boodschap dat ze me misschien helemaal niet zo hard nodig hebben als dat ik denk dat ze me nodig hebben. En hoewel dat misschien een geruststelling is, voelde het in de droom vooral vervelend, alsof ik te veel was. Als een afwijzing misschien wel. Ik ken die neiging om te willen helpen, dienstbaar te zijn. Het is jarenlang mijn vak geweest en ik ben er goed in. Het is mijn tweede natuur, mijn automatische reactiepatroon. Mijn coping. Nu besef ik dat het misschien ook wel gewoon gezond is dat mijn kinderen zelfstandigheid uitproberen en nee zeggen tegen mijn aanbod om te helpen of zorgen, dat we in een fase zijn aanbeland waarin we onszelf verder ontwikkelen los van elkaar en juist kunnen ontdekken dat we zelf heel veel kunnen, zonder daarbij afhankelijk te zijn van de ander. Zelfstandig verder groeien in vertrouwen.
Dat is in ieder geval iets wat ik hier heel erg aan het ontdekken ben. De eerste nacht wildkamperen was wat dat betreft ook een succes, ik was eigenlijk helemaal niet bang. Op het moment van het geweerschot na dan, daar schrok ik van. Verder had ik geen angsten, ik had juist vertrouwen dat het allemaal wel lukte, ik had er zelfs wel lol in en had het heel knus in mijn tentje. Mijn tentje is nu ook echt mijn huis, die ik ook inricht met mijn spulletjes om me heen, om het gevoel van veiligheid en huiselijkheid verder te vergroten. Anders is het zo leeg. Juist omdat ik nu zo weinig spullen bij me heb, zijn de spullen die ik heb extra waardevol. Even een moment zonder mijn tas zijn voelt dan ook al spannend, dat doe ik liever niet. Alles wat ik bij me heb is van waarde, heeft een doel, is functioneel.

Castillo de la Castellar

Het pad kronkelt verder door bossen met kurkbomen en naaldbomen, en ineens krijg ik zicht op de vesting Castillo de la Castellar. Wauw, wat een grote vesting! Het doet me aan Carcassonne denken in het klein. Het pad ernaartoe is een middeleeuws keien pad, dat zigzaggend naar het dorpje toe slingert, en me bij elke bocht trakteert op grandioze uitzichten richting de kust. De klim is steil, maar het pad is prachtig, en de uitzichten ook. Ik geniet intens van de rijkdom om hier te lopen, en deze natuur voor mezelf te hebben.

Af en toe achterom kijken

Een mooie metafoor voor het leven is misschien wel dat we soms te veel gefocust zijn op de weg voor ons, vol obstakels, steil omhoog, het kost veel moeite allemaal om te komen waar we heen willen. Terwijl, als we even de tijd nemen om op adem te komen, om te draaien en te zien waar we vandaan komen, dan zien we ook wat voor prachtigs en schitterends er te zien is. Tijdens het wandelen merk ik dat ook sterk, dat ik te veel bezig kan zijn met doorgaan, kilometers maken, op tijd ergens moeten zijn. Die haast zit natuurlijk in mij. Er is helemaal niemand die me zegt dat ik zoveel moet doen of zo laat ergens moet zijn. En dat is nog een zoeken.

Mezelf voor de gek houden

Ik herken het ook van de sesshin (zen meditatie retraite). Daar werd ik lichamelijk ook helemaal niet goed, omdat ik maar van mezelf eiste dat ik van alles moest volgens mij eigen verwachtingen. Dat ik er lichamelijk onder kan lijden, kan ik op deze reis natuurlijk helemaal niet gebruiken. Ik ben me er wel van bewust dat dit patroon er is, en het is natuurlijk onzin om te zeggen: ‘ja, ik had een goede campingplek, maar ja, ik heb te weinig water’. Als het echt zo zou moeten zijn, dan had ik ook water kunnen regelen en van tevoren meer water kunnen meenemen, zodat ik gewoon daar kon kamperen op die ideale plek. Dus dat doe ik nu, en nu laat ik het op zijn beloop. Ik weet niet waar het vandaag op uitkomt. Ik heb de voorwaarden geschept om over te kunnen stoppen en overnachten, zodat ik geen onzin excuusjes aan mezelf hoef te verkopen dat ik door moet lopen. Ik hoop in ieder geval bij de eerste, beste mogelijkheid mijn water weer te kunnen aanvullen, dan ben ik in ieder geval safe om ergens een nachtje in het wild door te brengen.

Toerist of wandelaar?

Eenmaal boven, blijken de Engelsen de charme van dit stadje al ontdekt te hebben, ze bevolken het merendeel van de pensions en accommodaties hier. Ik voel me even toerist als ik door de smalle straatjes slenter. Het is het eerste witte dorpje op mijn route, en direct een heel charmante. Gek eigenlijk, wat is nou het verschil tussen een toerist en een wandelaar? Het is een rol die we ons toe-eigenen vermoed ik. Maar voor mijn gevoel ben ik ook niet op vakantie, zoals een toerist is, maar op reis.

Eindeloos niets

Aan de andere kant van het dorp heb ik zicht op een groot meer, wederom een stuwmeer zo te zien. Ik vervolg mijn route nu naar Jimena de la Frontera. Het is maar goed dat ik van tevoren niet wist wat me te wachten stond, want dit bleek echt een challenge. De route was grotendeels vlak, door een leeg, saai, uitgestrekt landschap, in de buurt van een spoorweg. Het voelt zinloos, eerst kilometerslang aan de ene kant van het spoor lopen, dan het spoor oversteken om vervolgens aan de andere kant van het spoor weer verder te lopen in het grote, wilde niks. De trein rijdt nauwelijks, gelukkig, maar de route had weinig uitzicht op bebouwing, dorpen of mooie natuur. Enkel velden en weiden, hier en daar katoenplanten afgewisseld met een zeldzaam bosje bomen.

Wandelen door de oven

De temperatuur lijkt per dag toe te nemen, en het is zinderend heet vandaag. Vrijwel de hele dag staat de zon in mijn rug, waar mijn al verbrande kuiten ongenadig verder geroosterd worden. Ik smeer ze nogmaals in, en nogmaals… Het is tevergeefs. De zon likt met haar uitgehongerde stralen aan mijn kuiten en er is geen ontsnappen aan. Nergens in de weide omtrek is schaduw te bekennen. De wind doet af en toe nog zijn best wat verkoeling te blazen, maar kan niet tegen de zon op. Als er een boom langs het pad staat, ren ik zo goed en kwaad als het kan van schaduwplek naar schaduwplek, een soort hink stap sprong spel met de zon. In de open vlaktes geef ik mezelf de sporen, het is alsof de duivel me achterna zit. Het vel van mijn kuiten staat inmiddels zo op spanning als het vel van een stuk vlees dat boven het spit geroosterd werd, op het punt om open te barsten. Ik durf niet te kijken. Mijn gedachtes zijn volledig in beslag genomen door de pijn, en laten geen ruimte meer voor iets anders.

Muziek ter afleiding

Om mezelf door dit soort momenten heen te slepen, zet ik muziek op. Ik ben hier streng in, merk ik, omdat ik weet dat ik dan minder bewust ben van mijn omgeving, wat ik zonde vind van de ervaring. Mijn wens is juist zo bewust mogelijk leven en de natuur ervaren. (Wederom een thema waarin ik, achteraf gezien, onnodig streng ben voor mezelf. Dit zie ik echter pas vele dagen of zelfs weken later in.)
Ik bewaar mijn muziek daarom zoveel mogelijk voor momenten dat ik het mentaal even nodig heb, zoals nu. Omdat ik nog altijd niemand ben tegengekomen op de route, zet ik de muziek op speaker en zing uit volle borst mee. Dat ik niemand tegenkom, verbaast me. Het is een prima aangegeven route, met regelmatig markeringen en borden, wat erop lijkt dat erin is geïnvesteerd om meer mensen dit pad te laten gebruiken. Bovendien is dit ook wel de uitgelezen periode om te wandelen in deze streek. Maar vooralsnog loop ik elke dag in eenzaamheid.

Jimena de la Frontera

De muziek helpt. Muziek is al mijn hele leven een grote troost en uitlaatklep voor me geweest. In muziek vind ik herkenning, maar het helpt ook om mijn stemming te verbeteren. De muziek biedt enige afleiding van de brandende pijn aan mijn kuiten. En dan, na uren, komt mijn eindbestemming in beeld: op een hoge heuvel (shit) ligt Jimena de la Frontera. Met de laatste krachten sleep ik mezelf de heuvel op richting het dorp, waar mijn fantasieën bestaan uit ijsblokjes die ik over mijn verbrande kuiten laat glijden. Oh, wat een genot moet dat zijn! Met die zalige beelden van sissende huid onder de verkoelende ijsblokjes, zie ik eerder dan verwacht een supermarkt. Ik stuur mezelf naar binnen om plichtsmatig avondeten en fruit te halen. Niet dat ik nu honger heb, maar ik weet dat ik moet eten en voor mezelf moet zorgen. En dan zie ik bij de kassa een vrieskist met calippo’s staan. Calippo’s! Mijn hart maakt een sprongetje en zodra ik buiten ben, strijk ik het ijskoude ijsje over mijn kuiten. Een koor van engelen breekt los in hemels gezang. Och, wat een heerlijk, weldadig gevoel is dat, het blussen van mijn roodverbrande vel.

De warmte eist zijn tol

Met het koelen van mijn kuiten, lijkt ook mijn hersenpan iets af te koelen en kan ik weer wat helderder denken. Nog een paar laatste hoogtemeters tot het centrale plein, waar ik uitgeput plaatsneem op het terras en mezelf trakteer op een biertje. Na een paar minuten krijg ik kippenvel in de schaduw, en niet veel later zit ik te rillen alsof ik het koud heb. Vandaag heeft duidelijk zijn tol geëist en ik vertoon tekenen van een zonnesteek die ik maar al te goed ken. Ook vandaag heb ik veel te weinig gedronken, en met de aanhoudende zon op mijn lichaam, heeft mijn lijf vrijwel geen kans gekregen om warmte kwijt te raken. Het biertje, waar ik zo naar uit had gekeken eerder deze dag, maakt me een beetje misselijk en mijn rug doet aanhoudend zeer. Ik heb zin om hier terplekke op de grond te gaan liggen en rekoefeningen te doen, maar ik houd me in.

Dubbelzijdig tape

Na het terras is het nog een half uur lopen naar de camping, waar ik liters zonnebrand van mijn lichaam wegspoel onder de douche, gevolgd door het nodige verzamelde vuil van onderweg. Steeds als ik mezelf insmeer met zonnebrand, werkt dit alsof ik als een rol dubbelzijdig tape op pad ga: al het stof, vuil en ronddwarrelende dingen blijven vastplakken. Eenmaal schoon na de douche, dwing ik mezelf tot het eten van mijn salade met tonijn. Ook tank ik verplicht een ruime liter water naar binnen en voel me gelukkig wat beter daarna. Met het nodige extra vocht en zout over mijn salade wapen ik mezelf tegen uitdroging en zonnesteekverschijnselen. Het helpt. Ik probeer zoveel mogelijk ‘slim’ te eten onderweg: waar het kan vers fruit of wat rauwkost, en vooral veel eiwitten in de vorm van tonijn, vlees of zuivel. Maar zuivel kom ik hier weinig tegen, en ook eieren zijn niet overal verkrijgbaar.

Wennen aan het lopen

Ik voel me trots als alles weer staat. Mijn tentje, de waslijn met wasgoed, mijn ‘ keuken’ en meditatieplek. Ik ben ook trots dat ik al helemaal hierheen ben gelopen, met de pijn in mijn rug, de vermoeidheid en alle uitdagingen van vandaag. Ik ben de uitdagingen allemaal aangegaan, heb ze onder ogen gezien en ervaren. Ik ben met al die ongemakken, pijn en negatieve gedachtes verder gelopen. Morgen staat er zo’n 38km op het programma, en ik zie er tegenop, die afstand betekent heel lang lopen en mijn lichaam is nog moe. Het moet duidelijk nog wennen aan elke dag lopen met zoveel gewicht op mijn rug, die warmte en hoogtemeters. Ik besluit mezelf wat speling te geven door te kijken of ik eerder op de route kan wildkamperen morgen. Voordat ik ga slapen, mediteer ik met de ondergaande zon. De ezel vlak bij me balkt in het wegglijden van het laatste licht. Ik ben gelukkig.